“De teneur van veel directeuren is; verbouwen en groter worden. ‘We mogen de boot niet missen’ zeggen ze. Welke boot denk ik dan.” Directeur Paul Smits van W2 (voorheen Willem II) heeft er dan ook voor gekozen geen deel uit te maken van de uitbreidingsgolf die door zalenland waart. Smits: “Wij steken onze energie in het verbeteren van dingen. De techniek bijvoorbeeld. Of de programmering en de publiciteit. Een kleine zaal heeft ook zijn voordelen. Het team is vaak beter op de hoogte van wat er in huis gebeurt, waardoor dingen sneller gecorrigeerd zijn. En bands, zeker als ze net beginnen, voelen zich sneller thuis in een kleine zaal. Dat geldt ook een beetje voor onze bezoekers. Dat is de toegevoegde waarde van het ‘club’zijn.” W2, 15 jaar geleden als Willem II begonnen, profileerde zich al snel met een muzieksoort die de rest van de zalen vaak links liet liggen; metal en hardcore. Hiermee kon de zaal volgens Smits dan ook groot worden zonder echt ‘groter’ te worden. Wat meteen het credo van de zaal werd; ‘groot in het klein zijn’. Inmiddels komt elke muzieksoort wel aan bod, maar W2 is nog steeds op zoek naar nieuwe richtingen, de zogenaamde ‘onderkant’ van het aanbod. Smits: “Men zegt vaak dat bands tegenwoordig meteen al groot beginnen. Voor het meest commerciële deel zal dit gelden. Maar bands met de spirit van de rock&roll zullen hier wars van zijn. En dan zit je er misschien 6 van de 7 keer naast, maar die ene band gaat wel iets betekenen. En 013 informeert wél achteraf hoe het optreden was.” Smits beseft wel dat W2 het iets makkelijker heeft dan bijvoorbeeld 013 omdat hij per bezoeker gemiddeld meer subsidie ontvangt dan zijn collega’s in Tilburg, maar dat houdt niet in dat zo’n zaal dan ook maar zonder boodschap door het leven moet gaan. Smits: “Ik vroeg van Ginkel, de vroegere directeur van 013, eens wat hun boodschap was. ‘Daar moest hij nog eens over nadenken’ zei hij. En dat is nu juist zo belangrijk. Iedereen heeft het maar over bezoekersaantallen. Dan denk ik; bezoekers? De Efteling heeft er veel meer!”