DTRH16: Hoe Car Seat Headrest en DIY 2.0 volwassen werden

Bandcamp- en Soundcloud-generatie komt met indrukwekkende albums

Sjoerd Huismans ,

Het is vaker gezegd: hokjes tussen verschillende muziekgenres bestaan niet meer. Maar daardoor zijn er ineens interessante dwarsverbanden te leggen tussen totaal verschillende artiesten: de DIY 2.0-generatie. Kaytranada, Chance The Rapper en Car Seat Headrest bijvoorbeeld kwamen alle drie onlangs met steengoede albums die ze voor het eerst níet meer zomaar op internet gooiden. Maar zijn het daarmee ineens traditionele muzikanten?

De laatste maand zijn er in korte tijd drie Albums van de Week voorbijgekomen van artiesten die slechts 23 jaar oud zijn. Halverwege mei kwam Kaytranada’s 99,9% uit, een superfrisse, soulvolle dansplaat die gemaakt is voor de lente. Een week later was het de beurt aan Chance the Rapper, die met zijn met gospel doordrenkte tape Coloring Book een van dé hiphopreleases van 2016 afleverde. En weer een week later was het de beurt aan Car Seat Headrest, die binnen de gitaar-gedreven indierock dan weer een van de beste albums van het jaar maakte. Zo op het eerste gezicht drie totaal verschillende artiesten, die op hun leeftijd na niets gemeen hebben. Toch zijn er een paar belangrijke overeenkomsten.

2 weken na album al weer een nieuwe remix
Kaytranada staat bekend om de vele losstaande tracks, EP’s en remixes die hij gratis op SoundCloud zette voordat hij pas dit jaar zijn echte debuutalbum uitbracht. Neem zijn remix van Janet Jackson’s ‘If’, die daarvan het hardst ging. 99,9% is zijn meest omvangrijke project tot nu toe: de Canadees nam Rick Rubin mee de studio in en strikte gastartiesten als Vic Mensa, Anderson .Paak en AlunaGeorge. Maar dat de producer een heus album heeft gemaakt op label XL Recordings, betekent niet dat hij zich ineens een old-fashioned manier van werken heeft aangemeten. Integendeel, amper twee weken na de release van zijn album brengt hij z’n nieuwe remix al weer uit. Bij Zane Lowe op Beats1 ging Kaytranada’s groovy rework van Rihanna’s ‘Kiss It Better’ in première.

Coloring Book van Chance The Rapper is pas de eerste commerciële release van de rapper uit Chicago, aanvankelijk exclusief uitgebracht via Apple Music. Zelf spreekt hij nog steeds van een mixtape – wat hem bijvoorbeeld in staat stelt een niet zo goed passende track als ‘All Night’ (geproduceerd door Kaytranada) tóch erop te zetten. Het is een tape, wat maakt het uit. Maar ondertussen werd een rip wel razendsnel verwijderd van Datpiff, het mixtape-platform waar al zijn vorige tapes wel gratis te downloaden waren (inmiddels zijn er op YouTube wel allerlei rips te beluisteren). Hoewel hij voor het eerst zijn muziek niet gratis weggeeft, gaat Chance er nog steeds prat op dat hij een hartstikke onafhankelijke DIY-rapper is die nooit gezwicht is voor een label. ‘If one more label try to stop me / It's gon' be some dreadhead niggas in ya lobby’, rapt hij op de tweede track ‘No Problem’.

‘Niemand zou 360-deals moeten ondertekenen’
In een interview met Zane Low ging Chance vorige week weer eens ouderwets los op platenmaatschappijen. ‘Ik ben het niet eens met de manier waarop labels zijn opgezet, ik denk niet dat iemand 360-deals (veelomvattende contracten waarbij het label invloed krijgt op veel meer dan alleen de muziek, red.) zou moeten ondertekenen, of zijn publishing zou moeten uitbesteden (…) Ik heb geleerd om niet de hele tijd ‘fuck dit bedrijf, fuck dat bedrijf’ te roepen, hoewel heel veel van die mensen het mij heel moeilijk hebben gemaakt om dit project uit te brengen’. Chance doelt dan bijvoorbeeld op de rappers met wie hij samen wil werken, en hoe hun labels dat onmogelijk proberen te maken. Op ‘Ultralight Beam’ van zijn stadgenoot Kanye West rapt Chance hoe hij niet in aanmerking komt voor een Grammy-nominatie, omdat hij nu eenmaal mixtapes weggeeft en geen traditionele albums uitbrengt. ‘Gotta sell it to snatch the Grammy’.

Hoewel Coloring Book feitelijk geen mixtape is, weerhoudt dat Chance er niet van om de track ‘Mixtape’ op zijn plaat te zetten, waarin hij over zijn liefde voor de tape rapt met Young Thug en Lil’ Yachty. Hoewel mixtapes al zo oud zijn als de hiphop zelf, kreeg de online variant een decennium geleden een echte boost door Lil’ Wayne. Zijn geplande comeback-album Tha Carter (2004) werd een commerciële flop, waarop Wayne besloot al zijn werk gratis op internet te dumpen. Hij kwam met de ene na de andere tape, en allemaal waren ze veel beter dan zijn albums (met name Dedication en Dedication 2). Eén reden voor die kwantitatief en kwalitatief enorme output was het vrijelijk gebruik van beats uit bestaande songs, waarvoor Wayne geen toestemming hoefde te vragen (‘clearen’), omdat hij er geen geld mee verdiende.

Gitaar in de USB-poort
Dat brengt ons op de onwaarschijnlijkste artiest in dit rijtje: Car Seat Headrest, de buzzband die eind deze maand op Down The Rabbit Hole speelt en het internet domineert in thinkpieces met titels als ‘Car Seat Headrest is the ideal product of the bandcamp generation’. Dat ligt allemaal vooral aan het album Teens of Denial dat een paar weken terug uitkwam. Een briljante plaat, die evenwel in de problemen kwam door ‘ongecleard’ gebruik van samples – daarover zo meer.

In principe zou je zo’n schurende gitaarband als deze veel meer scharen onder genre-genoten als Guided By Voices, Yo La Tengo of Pavement. Ware het niet dat het werk van Will Toledo eigenlijk veel meer te vergelijken met een generatiegenoot als Kaytranada; een producer die in zijn eentje wat aanrommelt en daar steeds beter in wordt. Zo ging het voor Toledo immers ook: hij begon tijdens zijn studie te rommelen met softwareprogramma’s als Audacity, GarageBand en Logic. Zijn gitaar plugde hij in de USB-poort van zijn laptop, om snel zo veel mogelijk ideeën op te nemen. De bandnaam slaat op de auto waarin Toledo alle vocalen opnam, om huisgenoten niet te storen en in alle rust te kunnen werken.

Na op die manier al twaalf (!) steeds beter wordende albums te hebben gemaakt, tekende Toledo bij label Matador. De eerste plaat die hij bij Matador vorig jaar uitbracht, Teens of Style, was eigenlijk niet meer dan een compilatie van zijn gigantische back catalogue. Enigszins vergelijkbaar met The Weeknd, die toen hij tekende bij Universal in 2012 eerst zijn drie mixtapes House of Balloons, Thursday en Echoes Of Silence opnieuw uitbracht als één release.  

Voor Teens of Style nam Toledo eerst elk nummer opnieuw op. Dat is overigens niets nieuws voor Toledo: als een soort Kanye avant la lettre haalde hij gewoon hele albums offline als hij er niet meer tevreden over was, om ze met de nodige aanpassingen of een nieuwe mix weer online te zetten. Eén van Toledo’s Bandcamp-albums, My Back Is Killing Me Baby, is bijvoorbeeld een combinatie tussen twee eerdere EP’s, waarvan hij de minst geslaagde tracks schrapte.

‘Het album was compleet mét die samples’
‘Ik vind nog steeds dat Kanye er de credits voor verdient’, zegt Toledo via Skype. Geregeld uitte hij al zijn lof voor Kanye’s veelbesproken ongoing-piece-of-art getiteld The Life of Pablo. ‘Hij doet het natuurlijk voor een veel groter publiek en kan veel makkelijker op zijn bek gaan dan ik. Ik rommelde een beetje aan in de marge.’ Inmiddels is zijn échte debuut op Matador uit, Teens of Denial. Voor het eerst kreeg Car Seat Headrest te maken met de stroeve raderen van de ouderwetse muziekindustrie. Label Matador leed al 50.000 dollar verlies op Teens of Denial vóór het in de schappen lag. De reden? Er zat een sample van The Cars in het nummer ‘Just What I Needed/Not What I Needed’. De clearance daarvoor leek rond, alleen bleek de uitgever met wie onderhandeld was niet geautoriseerd te zijn om toestemming te geven. Omdat  Ric Ocasek van The Cars het ook niet toestond, moesten 10.000 al gedrukte platen worden vernietigd.

Interessanter is eigenlijk dat Toledo als ware hij een hiphopartiest vrijelijk gebruik maakt van het werk van andere artiesten. Zo zit er ook een stukje Dido op het album, waarvoor de band uiteindelijk wél toestemming kreeg. Eigenlijk kun je van ‘samples’ niet echt spreken: Toledo incorporeert simpelweg stukjes muziek van anderen in zijn werk door het zelf te spelen. ‘Patti Smith deed dat soort dingen ook al wel op Horses’, zegt Toledo. ‘Dat heeft me heel erg geïnspireerd. Ik vind het vooral een mooie manier om de aandacht van de luisteraar even te grijpen. Het is jammer dat die sample van The Cars eraf moest; ik vond het album in zijn eerste versie compleet.’

Tegelijk leidde het bij hem tot een soort nostalgie: ook zijn ‘debuutalbum’ op een label veranderde hij weer achteraf. Omdat de gitaarriff waarmee het nummer begon leunde op het voorbeeld van The Cars, moest het complete nummer omgegooid worden. ‘Dat voelde wel vertrouwd’, zegt Toledo. ‘Maar eigenlijk was ik het voor dit album juist eens helemaal niet van plan.’

Liefde voor de langspeler
In tegenstelling tot veel van zijn generatiegenoten is Car Seat Headrest wel altijd trouw gebleven aan het album-format, maar dat komt dan weer doordat hij er vrij laat bij was. ‘Toen ik begon met muziek luisteren, gebruikte ik het internet nog helemaal niet’, zegt Toledo. ‘Er zat een cd-uitleen bij me in de buurt, daar ging ik altijd heen om cd’s van mijn favoriete bands te huren. Ik denk dat daar mijn liefde voor de langspeler vandaan is gekomen. Ook toen ik mijn eigen muziek op Bandcamp ging zetten, heb ik dat format aangehouden, terwijl dat eigenlijk nergens voor nodig was.’

Later werd Car Seat Headrest groot via het internet. Aanvankelijk ging dat vooral via het roemruchte forum 4Chan. ‘Nee, zelf was ik daar absoluut niet actief’, zegt Toledo. ‘Ik kwam er toevallig op terecht toen mensen over mijn muziek bleken te discussiëren. Verder hield ik me er ver van, maar ik vond het wel grappig om te zien wat ze erover schreven. Het werd steeds beter opgepikt. 4Chan-gebruikers zijn super-achterdochtig: toen er op een gegeven moment wel erg veel positieve dingen over mijn muziek werden gezegd, vermoedden ze dat ik er zelf achter zat, haha.’

En zo blijft Car Seat Headrest verwikkeld in een haat-liefde verhouding met het internet. Alle recensies worden op den duur vervelend (‘de zoveelste die me weer met Guided By Voices vergelijkt’) maar ‘aan de andere kant zijn er wel een aantal interessante podcasts verschenen over de plaat. Ik vind de podcast tegenwoordig een veel betere vorm om muziek in te recenseren dan een traditioneel stuk. Omdat critici met elkaar in discussie gaan worden hun argumenten echt getest, en dat maakt het een stuk interessanter.’

Toledo moet eraan wennen dat alles wat hij doet ineens nieuws is, op sites als Pitchfork, Stereogum en Consequence of Sound. Zoals de ‘Paranoid Android’-cover die de band tijdens een show uitprobeerde en waarvan meteen óveral video’s verschenen. ‘Dat was best frustrerend. We willen die Paranoid Android-cover graag op Primavera spelen (inmiddels is dat ook gebeurd, red.), en dit leek wel een low-key manier om ‘m uit te proberen. Even kijken of het überhaupt wel ging werken. Maar dat is al weer door vijf verschillende mensen gefilmd en door al die sites opgepikt… de verrassing is er dan wel een beetje af. Ik zit natuurlijk nog lang niet op het level van Radiohead, maar zelfs als ík iets probeer, dan moet ik het blijkbaar in de oefenruimte doen.’