Grasnapolsky zaterdag: Al het goede komt van hier

Nederlands talent toont haar kunnen in Radio Kootwijk

Cécile van Wijnsberge ,

Midden op de vlakke Veluwse hei staat een enorme sfinx: Radio Kootwijk, het voormalige zendstation. Op deze tot de verbeelding sprekende locatie vindt dit weekend voor de derde keer Grasnapolsky plaats, een kleinschalig festival met veel nadruk op Nederlands talent. Op de zaterdag van het festival zien we onder meer Lucky Fonz III, Bombay en I am Oak, en ook een boel vers bloed.

Voor de derde keer op rij vindt Grasnapolsky plaats op het indrukwekkende terrein van Radio Kootwijk. Dat betekent dat de locatie voor deze editie weer een stukje beter wordt gebruikt. In de grote zaal van het retrofuturistische gebouw vinden we nu twee middelgrote podia, waar vorig jaar een grote en een wat weggedrukt kleintje stonden. Een fikse verbetering: op de twee nieuwe Korte en Lange Golf-stages wisselen de grotere acts elkaar af, zodat er in de hoofdzaal altijd wat te zien is. De nadruk in de programmering ligt net als voorgaande jaren op Nederlandse fijnproeversacts, met enkele buitenlandse uitschieters. Op de zaterdag blijkt dat Grasnapolsky ook uitstekend zou kunnen drijven op alleen de Nederlanders, want die maken verreweg de meeste indruk.

Zo brengt I am Oak het eerste echte hoogtepunt van de dag. Tegen de adembenemende achtergrond van de Veluwse heide krijgt de kriebeltruienfolk van de eigenzinnige singer-songwriter een extra dimensie. De ingetogen Thijs Kuijken speelt vandaag samen met zijn band veel werk van het aankomende album Our Blood, dat naadloos aansluit op het oudere repertoire. Mooi, zo meeslepend zonder enig melodrama. I am Oak toont vandaag dezelfde grillige schoonheid als de heide.

Ook Lucky Fonz III houdt het voornamelijk bij nieuw werk. Hij is in zijn eentje, en gelukkig maar, want dan is hij op zijn leukst. Met de vrijheid om lekker los te spelen en zomaar een liedje stil te leggen voor een verhaal of opmerking is het altijd een beetje alsof je vrienden bent met de openhartige troubadour. Volledig onbevangen lachend staat hij op het podium, zijn liedjes veelal kort, grappig, licht surrealistisch en soms confronterend. Lucky pakt je in met zijn onhandige charme en zonneklare teksten, simpel en dromerig verwoord, maar nergens pathetisch.  

Tussen de salonfähige songwriters en hipsterbandjes is De Likt een behoorlijk vreemde eend in de bijt. Wellicht daarom komen er voor het Rotterdamse hiphoptrio ineens allemaal voorheen ongeziene jonge meisjes en jongens uit hun holletjes gekropen. Geen wonder, want van alle acts op het festival komt De Likt met hun 'Ja, Dat Bedoel Ik' nog het dichtst bij een echte hit. De donkere stuiterbeats en grofgebekte lyrics worden door de hoofdmoot van de bezoekers (grotendeels dertigplussers) van een afstandje met een geamuseerde blik aanschouwd, maar in de binnenste cirkel wordt er voor het eerst vandaag daadwerkelijk gedanst. Met zijn strak naar achter gelakte haar en nog strakkere glimmende korte broekje stuitert frontman Jordy Dijkshoorn over het podium. Met de charme van Lucky Fonz of de schoonheid van I am Oak heeft het natuurlijk niets te maken, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd met voldoende overtuigingskracht om een hele middelbare school te vellen.  

Aan de overkant van de grote zaal zien we vervolgens het nieuwe Bombay. Onlangs vertelde frontman en enig overgebleven origineel lid Mathias Janmaat dat de band in deze nieuwe opstelling haar live geluid helemaal opnieuw gevonden heeft. Met ook nog het sterke nieuwe album Show Your Teeth op zak belooft dat heel wat. Dat album is lekker dof opgenomen, en ook live klinken de noisy popliedjes alsof de band achter een matras staat te spelen – en dat bedoelen we positief. Nieuwe drummer Lisa Ann Jonker stuwt de band vooruit met fikse slagkracht, samen met de compacte, pompende baspartijen van Gijs Loots. Met die ijzersterke nieuwe ritmesectie en de bijtende nieuwe liedjes speelt Bombay zomaar een van de beste shows van de zaterdag.

Ondertussen zijn er ook een aantal veelbelovende debuterende acts te zien, ook buiten de grote zaal. Zangeres Pitou maakt eigenwijze oorstrelende freakfolk met bijna klassieke samenzang – denk aan Alela Diane en Vashti Bunyan, maar ook fans van The Staves zullen genoten hebben. In het kleine Annex B-zaaltje staat Luwten, een nieuw project van Tessa Douwstra (van Orlando en Wooden Saints). Ze maakt een soort folktronica met af en toe een soulvolle uithaal. Een act om in de gaten te houden, zeker als je houdt van bijvoorbeeld Eefje de Visser.  

Net als vorig jaar wordt er dus ook op de kleinere podia van Grasnapolsky weer scherp geprogrammeerd, maar ook dit jaar kleeft daar een groot nadeel aan: die locaties zijn eigenlijk veel te klein. Als je je hele programma vol wilt plannen met grotere en kleinere acts kom je niet aan je trekken, want je moet voor acts in Annex B en de nieuwe Loods van Joost ruim van tevoren tijd vrijmaken om in de rij te gaan staan. Ook even ongepland binnen lopen bij een nieuwe act is er meestal niet bij; dan kom je niet veel verder dan een vriendelijk gesprekje met een bewaker die wijst naar het bordje waarop “vol” staat in vrolijke roze letters. Een act op het hoofdpodium zien en daarna een aansluitende kleinere band checken is er eigenlijk niet bij, en dat is zonde, want met zo'n leuke onderkant van het programma mis je dan een hoop.  

Gelukkig is er bij Those Foreign Kids in de Loods van Joost nog volop ruimte. Op hun nieuwe EP, uitgebracht op het beruchte Geertruida-label, combineren ze die genadeloze noise van hun eerdere werk voor het eerst met een aantal daadwerkelijke liedjes, en dat werkt als een trein. Live is het desondanks voor Grasnapolsky duidelijk niet concreet genoeg, of gewoon veel en veel te hard, want de zaal wordt hoe langer hoe leger. De twee Haarlemmers – de een in Zorro-outfit, de ander in Macauley Culkin t-shirt – spelen zo raghard dat je eigenlijk niks meer hoort, alsof je een maaltijd eet met een hele kilo sambal er overheen. Maar het is dan ook de bedoeling dat Those Foreign Kids je de bek uit brandt, en zo'n liedje als Ry Gos (over acteur/hunk Ryan Gosling, natuurlijk) blijft ondanks (of dankzij) het geweld stevig overeind.  

We eindigen de dag met een dubbele dosis dansmuziek op de headline spot in het programma, een opvallende keuze voor zo'n gemoedelijk festival, maar het blijkt de juiste. Bij Polynation is duidelijk aan het publiek te zien dat men zin had in dit soort muziek. Live dance acts als deze doen het goed op festivals, omdat het ook voor bandjespubliek goed te behappen is. Polynation is een duo: een achter de knoppen en synths, de ander achter een drumstel. Uit die knoppen komen wat mild tropische deephouse vibes à la Caribou en Bonobo, met hier en daar wat jazz-invloeden. Dat drumstel dateert het geluid aanzienlijk, met bombastische stadionsnares en zelfs een drumsolo. Aan de andere kant maakt het Polynation ook een stukje concreter en meer visueel, wat goed is voor het crossoverpotentiëel. Het publiek omarmt het duo in elk geval met uitgestrekte armen en hupsende benen.

En die benen kunnen meteen doorhupsen naar de laatste act van de dag. Direct aansluitend aan Polynation staan Atomnation-labelgenoten Weval aan de overkant van de zaal. Een goede keuze, want de energie die het publiek overhoudt aan de set van Polynation wordt zo optimaal vastgehouden. Het Amsterdamse duo doet opnieuw het kunstje dat we ze het afgelopen jaar al op vele festivals hebben zien flikken en spelen een set vol vloeiende techno waar je het warm van krijgt. Het lijkt alsof ze voor het gemêleerde publiek een wat tammere set spelen, minder diep dan bijvoorbeeld in Paradigm op Eurosonic afgelopen maand. Toch heeft Weval ook voor de toegewijde fan aan het einde van de set een verrassing in petto: een remix van de tune van Knight Rider. De ultieme muzikale inside joke: Merijn van Weval maakte zo'n tien jaar geleden Mastermovies, een soort LuckyTV avant la lettre, bekend om hun Knight Rider edits. Bij het grootste deel van het publiek zal die grap wellicht niet aangekomen zijn, maar de dansende dertigers genieten er ook van dankzij het tachtiger jaren-jeugdsentiment.

Als we aan het einde van dag een de balans opmaken, zien we een heleboel succesvolle jonge Nederlandse acts. Wie vreest voor de Nederlandse alternatieve muziekscene is na een gemoedelijk dagje Gras volledig gerustgesteld: er gebeurt van alles, en het gebeurt goed.