Wat is dat eigenlijk, drone? Uiteraard gaat het in dit geval niet om de onbemande vliegtuigen die ingezet worden om doelen in Afghanistan te bombarderen. De muzikale drone is een langgerekte toon. Dat is nog een vrij algemene definitie. De techniek werd in de jaren zestig al uitgebreid in de popmuziek gebruikt, The Beatles bijvoorbeeld wisten er wel raad mee in hun psychedelische tijd, en ook de altviool van John Cale in Velvet Underground's Venus In Furs is een klassiek voorbeeld. Dronefest focust op artiesten die nog veel verder gaan, die de drone hebben verheven tot de basis van hun composities, of ze nu gemaakt worden met elektronische apparatuur, met gitaren en oneindig veel reverb en feedback, door een trombone of zelfs door een geloopte menselijke stem. De ene drone is de andere niet, zo zal blijken in deze 24-uurs exercitie.
Het is lastig niet te struikelen bij aanvang van 24h Dronefest in de Pandora. Niet alleen is het pikdonker, maar overal zitten en liggen al mensen op de grond. Een vol etmaal is lang, dus beter spaar je je krachten. Daarnaast lijkt het een goede manier om de golven geluid die Tim Hecker uitstort op te vangen. Of nou, golven? Tsunami’s is een beter woord. Want hoewel hij vrij rustig met wat uiteengetrokken rewind geluiden start, bouwt hij al langzaam op naar wegvagende proporties. Alsof hij met Michael Gira, die beneden bezig is, een kratje bier heeft verwed op het idee dat hij zijn bas zo hard kan zetten dat hij Swans kan overstemmen.
Buiten dat het het zo hard is dat je tegen het geluid kan leunen, is het vooral ongelooflijk mooi wat de Canadees laat horen. Je voelt je thuis in de muren die hij optrekt. Eerst abstract, dan hoopvol met flarden fluitmelodieën, en altijd maar die bassen waarvan je niet weet of ze nou vernietigend zijn of vertrouwd. Uiteindelijk komt er zelfs een puls, een hartslag die langzaam wordt aangevuld met tribale drums, waarna een verknipte keytar weer alles uit elkaar trekt. De teller bij de geluidsman piekt vaak boven de 120 dB, maar er is geen mens die denkt aan weg gaan. Hecker heeft de neusharen en oren alvast laten wennen aan de prettige jeuk die nog een dag gaat duren.
LGW14: 24 Hour Dronefest is een geluidsmarathon van uitersten
Dronend overnachten in de Pandora
Le Guess Who? deed al wat ervaring op met mini-festivals (als Fuzzbox) binnen het festival, maar ook naar LGW-maatstaven is 24 Hour Dronefest een zeer ambitieus project. Het uitgangspunt: 24 uur dronen in de Pandora. De uitdaging begint zaterdag middernacht met Tim Hecker, op onder meer House Of Cosy Cushions kun je tot in het ochtendgloren je hoofd laten rusten en zondag blazen avant-garde baas William Basinski en Stephen O'Malley (drone-koning van Sunn O)))) de middernachtelijke kaars uit.
De nacht die volgt is voor de diehards. Ook op het minst drukke moment zijn naar verluidt nog altijd een man of dertig in de Pandora te vinden, vechtend tegen de slaap in de zitzakken. Een flink deel van de nacht is ingeruimd voor House Of Cosy Cushions. Ex-Jacco Gardner drummer Jos van Tol mag de ochtend openen met zijn project Heartsnatcher, en dan volgt een uitvoerig blok, ingevuld door Gaudeamus, een stichting die zich richt op jonge componisten. Klassieke muziek dus.
We zien onder andere ambientproducer Machinefabriek met het Fox String Quartet bijzonder verstild werk spelen. Een paar uur later is diezelfde Machinefabriek bezig met Leo Fabriek en Gareth Davis. De eerste eerste slaat op de bekkens, terwijl een klarinettist oneindig lange tonen produceert. Dronefest bevindt zich nog altijd in een soort staat van halfslaap, maar langzaam wordt de focus toch ook weer wat scherper. Na zeventien uur is Julianna Barwick een geval goede plek, goede moment. Doordat ze haar stem als basis gebruikt voor haar composities maakt ze heel direct contact met het ondertussen al wat afgestompte publiek. Zo wordt iedereen er weer bijgetrokken voordat de grote finale begint.
We zijn al op de negende verdieping van TivoliVredenburg, maar daar blijft het niet bij. Met dank aan Steve Hauschildt, voormalig lid van Emeralds en een van de toegankelijkste namen op het Drone Fest affiche. Hij maakt fraaie platen met dromerige synthesizermuziek, sterk beïnvloed door spacy pioniers uit de jaren zeventig. De laatste daarvan, simpelweg getiteld S/H, kwam vorig jaar uit en bevat 37 nummers die bij elkaar 2,5 uur duren.
Vanavond heeft Hauschildt echter maar een uurtje. Hij begint heel erg klein en bouwt zijn set laagje voor laagje op, tot het punt dat er een stuk meer tegelijk gebeurt dan op het gemiddelde Dronefest-optreden. Mooi is het omschakelmoment van enkel lagen synthesizer naar licht beatgeoriënteerd werk. Wat horen we nu? Zijn dit beats? Zijn dit synth-stabs, korte noten die tussen de langgerekte basis heel ritmisch aanvoelen? Ja, dat was het net, maar nu, dit is wel degelijk een echte beat. Stuwender en stuwender maakt hij het, en dan op eens is het bijna dansbaar. Overigens zonder dat iemand dat momentum daadwerkelijk pakt, het publiek ligt nog altijd onvermurwbaar op de grond en laat het allemaal heerlijk over zich heen komen.
Halverwege breekt Hauschildt de muziek weer helemaal af: de beats zijn weg en dromerige synthmelodieën nemen het volledig over. Zo blijft het ongeveer tot het einde, op de schermen zijn inmiddels voorbijtrekkende wolkendekken te zien om het zintuiglijk helemaal compleet te maken. Hauschildt creëert een soort sonisch hologram van de hemel, en doet dat geweldig mooi.
Uur 21 is aangebroken en een opvallende verschijning schrijdt het podium op: componist William Basinski getooid met een klassieke coupe, ergens tussen Louis V en Adam Curry, een Miami Vice zonnebril en leren jack. De vijftiger is natuurlijk ook een avant-garde ster. Het is bijna potsierlijk hoe geconcentreerd hij achter de laptop staat, maar de ogen sluiten doet wonderen. Ware het niet dat je dan het eveneens subtiele lichtspel mist. Er staat een bundel gericht op Basinski die rook op het gordijn achter hem projecteert.
Zijn verhaal is dat van de klassiek opgeleide Texaan, die geïnspireerd door minimal artiesten als Reich en Cage met tapes en loops experimenteerde. In 2001 merkte hij bij het digitaliseren dat de tapes uiteenvielen. Basinski legde dat verval vast door het enorm vertraagd te loopen. De visuele kant van project The Disintegration Loops volgde op 11 september, toen hij vanaf de dak van zijn New Yorkse appartement de camera richtte op het smeulende Manhattan. Het resultaat zijn bijzonder traag veranderende soundscapes, die -met de beelden- van een grote beklemmende schoonheid zijn. De audio vergezelt je al het hele weekend bij de opgang naar de Pandora.
Basinski heeft een verrassing: "I'm gonna play a dronepiece that no-one ever heard before. So unbutton your seatbelts and get ready to float freely." Langzaam zwellen de ambientlagen aan. Nog langzamer verschuift de toon van Basinski's geluidssculptuur. Heel abstract en minimaal ontvouwt zich in een klein uur een nieuwe drone. Soms is de muziek zo rustig dat je de airco hoort. Het gros ondergaat het liggend of zittend en geraakt zo in de schone belevingswereld van de Amerikaan. De betovering wordt pas doorbroken met het afscheid van de rockster, inclusief kushandjes.
Het slot is voor Stephen O'Malley, gitarist en producer van diverse drone, doom, death en experimentele metal-groepen waarvan Sunn O))) de bekendste is. De 40-jarige Amerikaan draagt zijn set toepasselijk genoeg op aan gevechtspiloot Chuck Yeager, die in 1947 als eerste de geluidsbarrière slechtte. Het eerste dat hij in de Pandora doet is de knoppen van zijn beroemde amps omhoog draaien, Sunn is natuurlijk niet voor niks naar die versterkers vernoemd.
Het contrast met Basinski kon bijna niet groter zijn. Waar net iedereen lag of zat, staat de helft nu. De beelden zijn wat explicieter, hoewel je niet snel aan het apocalyptische (9-11) gehalte van Basinski's werk komt. De muziek komt uit gitaar en pedalen en is vooral zwaar. Oordoppen zijn nu wel zo verstandig. De grondtoon uit de gitaar is al loodzwaar en het duurt niet lang voordat O'Malley aan de fysieke ervaring van Sunn O))) raakt: je voelt die drone in je benen, middenrif, borstkas; ja door je hele lichaam golven. Zelf staat hij stoïcijns te spelen: iconisch als een silhouet voor de amps en visuals. Inktzwart en loodzwaar rolt die drone een uur lang door.
De aanpak is simpel doch doeltreffend: telkens de gitaar aanslaan en dat vervormen/rekken met pedalen. De drone verdiept nog verder, totdat het niet meer uitmaakt of je oordoppen in hebt, omdat je oorschelp binnenste buiten trilt en je trommelvliezen zich tevergeefs proberen te verstoppen voor het geluid van versnipperend metaal dat ernstig richting de 120 db gaat. Je maag doet ondertussen wat misselijk aan en je bierflesje trilt naar de rand van het podium. Het eindigt in een nare piep en dan plots is er stilte. Gezelligheid troef; het contrast met het Turkse feest beneden kon niet groter zijn. Ook dat is de kracht van Le Guess Who?; dat het die uitersten verenigt, ditmaal zelfs onder een dak.
Maar wat nu te doen op Le Guess Who? 2015, een 48 Hour Dronefest? Misschien is het geen gek idee, om een O'Malley (of Tim Hecker, Steve Hauschildt) als curator te vragen, zoals hij met Sunn op Roadburn 2011 al eens deed. Of misschien een van hen een bijzonder lange set te laten spelen. Er is sowieso hoop, want John Cale heeft net 's werelds eerste Drone Orkest gelanceerd.
Update: goed nieuws, je kunt de Dronefest-shows van Basinski en O'Malley nu terugluisteren dankzij de Concertzender.