Paradiso: "Als je naar Nederland komt, wil je naar Amsterdam"

Bescheiden romanticus Sligting geniet al 32 jaar: "Het gaat om de muziek"

Ingmar Griffioen ,

De verkiezing voor beste podium van Nederland loopt ten einde. In de bijbehorende podiumserie mag één podium natuurlijk niet ontbreken. Lange tijd de grootste van het land én het meest bekende Nederlandse podium in het buitenland; Paradiso is al even gewend aan de toonaangevende status. Daar is programmeur Jan Willem Sligting zich bewust van, maar de man die al 32 jaar bij Paradiso werkt, hecht meer waarde aan andere facetten van de muziekwereld: "Ik ben natuurlijk hartstikke blij als Daniel Lanois in Rolling Stone zegt dat Paradiso hun favoriete Europese zaal is. Maar ik heb er niks aan gedaan. Het was er al en zij speelden er geweldig."

Liefst veertien programmeurs heeft Paradiso in dienst (ook theater en literatuur vinden er onderdak) en ieder heeft zo zijn of haar voorkeuren, kennis en contacten. Jan Willem Sligting zit dan ook niet in zijn eentje achter een enorm bureau in een ivoren toren. De met een goede bos krullen getooide Amsterdammer leidt me wel vanaf de kelder via een smal trappenhuis naar de nok van het voormalige kerkgebouw. In 1968 opende hier het 'cosmisch ontspanningscentrum Paradiso'. Sligting begon er in 1981 met het werk dat hij nog altijd als een 'passie' ervaart. In de dagen dat bij "house en punk het publiek nog één met de artiesten was". Jan Willem Sligting is een liefhebber pur sang, een aimabele romanticus, die al 40 jaar de (contra-)bas en accordeon bespeelt van oer-bluesband Barrelhouse en vol is van het onvoorspelbare van jazz en vooral van live-muziek.

PARADISO IS MAAR EEN VAN DE VELE STAPJES
Vele bezoekers zullen hem (van gezicht) kennen, maar Sligting is geen BN'er, geen programmeur die regelmatig op de voorgrond treedt. "Dat is ook mijn credo: als we het hebben waar het over moet gaan, dan gaat het niet over mij. Je hebt een band en het publiek en daar gaat het om, en wij stappen daar zo snel mogelijk tussenuit." Sligting ziet zichzelf als intermediair, meer als promotor dan programmeur. "Promotor in letterlijke zin: ik draag iets aan. Dat vind ik mooi om te zien." Zoals een ander iets voor vrienden 'opzet' dat ze écht moeten horen. "Zo denk ik nu: Angel Olsen! De kaartjes worden nog niet verkocht, maar dat is mooi. En ze heeft het zelf bedacht."

Hij ontkent dat hij en zijn collega's de gezichten van Paradiso bepalen: "Dat bepalen de muzikanten zelf. Ik moet zorgen dat het gebeurt." Geen plek voor uitspraken als 'wij hebben die band groot gemaakt in Nederland'. "Oh ja? Om groot te worden moeten er vele stappen genomen worden en het beste is als je een aantal stappen tegelijk neemt, zodat je inderdaad een treetje hoger komt. En wij zijn een van die stapjes."

DE PROMOTOR ALS GOEDMOEDIGE STAGE-MANAGER
Uw verslaggever kiekte Sligting per ongeluk tijdens het volgen van Birth Of Joy en de goedmoedige krullenbol in pak blijkt nu toch geen stage-manager. Hij geeft toe dat timing (wanneer zet je een band neer), ontvangst en andere randvoorwaarden wel van belang zijn. "Dat staat op die foto bij Birth Of Joy! Zo wil ik het graag: ik zei dat die change-over tussen Sugar Boy & the Sinners en hen makkelijk kon en dat kon ook." Liefhebber en bluesmuzikant Sligting begint bij Sugar Boy te glimmen: "Die jongens zijn net twintig en doen alles zelf. Ze hebben een volledig herkenbare genreplaat gemaakt, maar alle nummers zelf geschreven. En dan is het uitverkocht. Met Birth of Joy er achteraan. Ik denk dat dat kan zonder dat het een festival wordt en dan wil ik erbij zijn ook. Ik hou daarvan. Dus zowel het boeken als het promoten, een beetje hand- en spandiensten in de logistiek en laten zien dat een change-over ook leuk kan zijn."

VERANDEREND PODIUMLANDSCHAP
In die ruim 32 jaar dienstverband van Sligting heeft het podiumlandschap een heel ander aanzien gekregen. "Je moet onderscheid maken tussen twee aspecten: het podium zelf (dus de hoeveelheid stenen op elkaar) en de organisatie, al gaat de organisatie zich een beetje naar de stenen gedragen." Sligting citeert een podiumdirecteur wiens gebouw nog niet opgeleverd was: 'Geef me twee schoollokalen en ik kan beginnen'. "Dat is het aardige, meer heb je toch niet nodig? Zo is het Nederlandse podiumcircuit ook begonnen. Of het nou de Gigant, Donkey Shot in Heemskerk of Perron 15 in Ter Apel was; dat waren uitgebroken schoollokalen en vergelijkbare gebouwen. Daar speelden de bands. Het is een romantisch idee, maar ik verlang er wel een beetje naar terug. Vanwege de sfeer en de directheid. Er komt een band spelen en op dat moment is dat zo krachtig dat al het andere er niet meer toe doet."

Niks ten nadele van Paradiso en de locatie: "Kijk, dit is echt een fijne zaal, daar hebben we ontzettende mazzel mee. Ik ga niet in een nieuwbouw huis wonen, vanwege de sfeer. En vanwege de handigheid ga je niet in een huis wonen. Je zou je kunnen afvragen of podia de handigheid, helemaal toegesneden op de logistiek, niet teveel op de voorgrond hebben gezet. Vergetend dat het eigenlijk om sfeer gaat. Dat aspect lijkt een beetje naar achter geschoven." Terwijl veel collega podia voor nieuwbouw of uitbreiding gingen, staat Paradiso er nog goeddeels hetzelfde bij. Bij een verbouwing in 2004 is de capaciteit wel met 250 bezoekers vergroot door de aanleg van een tweede balkon. Daarmee is de grens meteen bereikt. "Verder kun je niks vergroten, want alles zit tegen de buitenmuur aan."

WAAROM ZOU PARADISO WILLEN VERGROTEN?
De vraag is ook waarom Paradiso zou moeten vergroten? Crisis of geen crisis: Paradiso heeft ondanks een routine van vier concerten per avond over aanbod niet te klagen. "We doen alleen binnen deze muren al ruim duizend concerten per jaar. Als je hier graag wil spelen en wij denken 1000 tot 1500 kaarten te verkopen, dan hebben we gauw een deal. Als je denkt dat je 4000 of 5000 kaarten wil verkopen, moet je ons niet hebben." Want anders is het zonde voor de 3500 man die er niet bij kunnen zijn, redeneert Sligting. En hoewel acts als Eels en Black Crowes meerdere avonden Paradiso deden (Disclosure deed een Melkweg-dubbelaar) gebeurt dat maar weinig. "Veel te duur, een tourmanager van dat niveau verdient meer dan jij en ik."

Publiek en bands weten de bovenzaal wel te vinden. "Het aanbod van acts voor de kleine zaal is nog altijd veel groter dan we aan kunnen, dus moeten we dan verbouwen? Het is wat het is." Paradiso zoekt soms wel creatieve oplossingen in onder meer Bitterzoet, People's Place, De Duif, Amstelkerk en (straks) de Tolhuistuin. "Bands willen spelen, ook in Amsterdam. Ga eens kijken hoeveel bands er spelen op een avond in Dublin, dan moeten we ons hier nog schamen." Het publiek stelt volgens hem de beleving in zalen als De Duif of People's Place erg op prijs. "En voor wie werken we nu? Voor de artiest en het publiek. Het publiek is bij ons ook de factor die betaalt. We krijgen heel weinig subsdie en dat is in de loop der jaren alleen maar minder geworden." Het podium heeft inderdaad een lage subsidiedekkingsgraad: slechts 4% van de omzet komt uit subsidie.
 

HET BELANGRIJKSTE PODIUM VAN NL
Bescheidenheid siert de mens. Je kunt ook zeggen: makkelijk praten als je het belangrijkste podium van Nederland bent. Wat dat betreft is de koppositie al tijden onveranderd. "Nooit zo over nagedacht, de Melkweg was er ook altijd al. Er is kennelijk plek voor, want ze hebben zich bewezen. Laat ze alle twee floreren." Toch zal een band die maar één optreden in Nederland doet, vanwege de bekendheid en/of de historie eerder voor Paradiso kiezen. "Dat is waar. Dat klinkt heel zuur voor mensen die keihard werken in Tivoli en Paard van Troje, maar daar valt niets op af te dingen. Als je naar Nederland komt dan wil je naar Amsterdam. Daar maken we dankbaar gebruik van. Die positie is niet veel veranderd. Dat was zo met The Jam en is nu nog steeds zo met Paul Weller." Toch pleit Sligting voor spreiding. Dat weten ze ook bij Mojo: als ze meedere concerten aanbieden vraag ik of de tweede niet ergens anders kan. Dat is beter voor de act. Mensen moeten al regelmatig naar Paradiso komen, dus als het een keer daar is, is dat fijn. Dat geeft vitaliteit daar, dat mensen in Assen weten dat ze ook in Groningen naar concerten kunnen. We zijn met z'n allen, ook Paradiso, bij die vitaliteit gebaat en daar hoort spreiding bij."

MET TIVOLIVREDENBURG KOMT ER CONCURRENTIE BIJ
Sligting erkent dat het landschap verandert met de komst van TivoliVredenburg. "De hoofdstad is sowieso een reden om naar Amsterdam te komen, maar iedere band wil ook heel graag in een nieuwe zaal spelen en Vredenburg ligt bij agenten behoorlijk goed; midden in het land en heel goed bereikbaar met openbaar vervoer. Natuurlijk gaat er iets veranderen en we gaan het zien. Ik hoop het voor ze." Verder in de toekomst kijken wil hij niet. "Gewoon keihard voorwaarts en kijken wat je aan mooie dingen kunt doen en welke bands je in je mandje kan vangen." Sligting weet dat TivoliVredenburg misschien soms meer kan bieden (want 2000 i.p.v. 1500 kaartjes) en dat het maar 25 minuten rijden is naar het Amsterdamse hotel, maar draait het voor de uitleg even om: "Als jij en ik een bandje hebben en we gaan naar Engeland, waar gaan we dan naartoe? Naar Londen! En dan ga je ook daar naar die zaal waar ze snel de kaartjes verkopen. Dat zijn factoren waar we wel op moeten letten. En verder gaan we zaal goed schoonhouden", besluit hij grijnzend.

Geen reden tot zorg: "Er is plek in Nederland. En wij zijn ieder jaar nog gegroeid, de bevolking neemt ook niet af, de hoeveelheid mensen die naar popconcerten ook niet." Niettemin zijn er met de vele grote popzalen in het land, nieuwe festivals en boekingskantoren wel een hoop spelers bij gekomen. Dat kan de prijs opdrijven. "Iedereen is zich ervan bewust dat we dat met z'n allen in de hand moeten houden. Wij moeten namens het publiek zeggen: we vinden 20 euro echt de max. Daar moet je voor staan. Als iemand het dan voor 25 euro wegkoopt, dan kan hij gelijk hebben. Maar je moet het totale aanbod betaalbaar houden en die spanning is er altijd geweest. Dacht je dat het vroeger zo makkelijk ging? We hadden een heel goed, en laag, prijsbeleid. Ik heb The Cramps gedaan. Die speelden hier twee keer, voor 25 gulden. In Parijs was het omgerekend 83 gulden en ze kwamen toch." Dat een Holland Festival meer biedt voor Nick Cave of een Patrick Watson, zoals Melkweg-collega Van Luijn stelde, is ook al jaren realiteit. Op jaarbasis stelt dat volgens Sligting niks voor. "Hij heeft gelijk; zij doen dat en dat is heel vervelend. Maar uiteindelijk is dat nog geen 1% tegenover 99%."

VEEL PUNKBANDS EN GEEN JOURNALISTEN: GEWELDIG!
Iets dat ook wat anders is: "Vroeger speelden hier heel veel punkbands en was er geen journalist geweest. Geweldig! Dat was dus de band en het publiek. En dat is veranderd. Op een gegeven moment werd er heel veel geschreven over muziek in de krant. Toen dacht ik: kan het misschien wat meer underground?"

"De omgeving verandert ook en daar is de wetgeving geen kleine factor in. Vroeger stond er iemand aan de deur die iedereen kende, nu moet je gediplomeerde beveiligers hebben. Dat komt allemaal de veiligheid ten goede, dus daar moet je niet over klagen, maar het doet wel iets met de sfeer." En het kost geld. "Ehm ja, uiteindelijk betaalt de bezoeker. De toegangsprijzen zijn hier nog steeds matig, maar ze zijn wel een stuk opgetrokken en nu meer conform Duitsland, België en Engeland. Toch betalen bezoekers in het Nederlandse clubcircuit eigenlijk nooit meer dan het moet kosten, want er is niemand die er rijk van wordt. Alleen de grote bands. Ik heb toevallig de tour van Sleepy Sun gezien en die spelen vanaf 1 februari zes dagen per week, tot ze hier staan in april. Dat is geen vetpot. Die jongens komen niet rijk thuis."

JAZZ IS NIET AF
Snel terug naar de muziek, want daar raakt de Amsterdammer niet over uitgepraat. Als programmeur moet je "altijd proberen je horizon te verbreden" en Sligting laat zich niet op genres vastpinnnen. "Mijn voorkeur ligt bij live-muziek. Als ik mijn laatste geeltje moet besteden, dan is dat aan live-muziek. Ik heb weleens een Top 5 platen voor een onbewoond eiland moeten opgeven en daar zit altijd jazz bij. Want jazz is niet af. Tijdens het luisteren hoor je dat het ook anders kan gaan. Ik noemde toen Bags' Groove van Miles Davis, daarin spelen ze allemaal een solo en de tweede en derde keer is die volstrekt anders. Dat vind ik het mooie: als je dan toch wat kiest, dan liever iets dat niet af is. Ik wil Mika niet tekortdoen hoor of Fat Boy Slim, maar als je het vijf keer hebt beluisterd dan weet je het. Dan wordt de opwinding al minder. Bij jazz vraag je iets meer van de luisteraar. Maar live; dat is mijn ding."

"Hier kun je het niet zonder passie en kennis, wat bij de verzekeringsmaatschappij of bank nog wel kan." De automatische piloot is geen optie, "dan wordt het saai en dat is het in al die jaren nog nooit geworden."

De stembus voor de verkiezing van het Beste Poppodium van Nederland is gesloten. Morgen wordt de uitslag in twee delen bekendgemaakt: eerst het grootste deel van de lijst en morgenavond in 3voor12 Radio onthult Roosmarijn de top 3.