No Future: 1978, een punkband bereikt de eerste plaats in Nederland

Denis van Blondie is de Song Van Het Jaar

Gijsbert Kamer ,

Het nieuwe jaar was nog geen twee weken oud of de Sex Pistols, de punkband die 1977 zoveel kleur had gegeven, werd al weer opgeheven. Op 14 januari wordt een chaotisch verlopen Amerikaanse tournee afgesloten in Winterland, San Francisco. Het zou het laatste concert van de Sex Pistols zijn met Johnny Rotten die de legendarisch geworden uitspraak doet: ‘Ever had the feeling you’ve been cheated.’ Naar aanleiding van de tentoonstelling God Save The Queen die op 2 maart opent in het Centraal Museum in Utrecht, blikt de VPRO uitgebreid terug op de periode 1977-1984, onder de titel No Future.

Daarmee vatte hij de frustratie die bij veel punks van het eerste uur leefde, mooi samen. Punk was een modeverschijnsel geworden, en begon deel uit te maken van dezelfde gevestigde orde in de muziekwereld als waar het ooit tegen ageerde.
Rotten had er genoeg van en begon eind 1978 een nieuwe band Public Image Limited (PiL) die wat minder vasthield aan de oude rock ’n roll-patronen en het experiment opzocht.

Maar bands als de Sex Pistols hadden ook in Nederland er wel toe bijgedragen dat je op de radio ineens veel frisse, nieuwe pop kon horen. Die werd dan meestal geen punk genoemd maar ‘new wave’, een term die stond voor die muziek die wel voortkwam uit de punkbeweging, maar net iets beter gespeeld werd en geproduceerd was. Muziek van Talking Heads, Elvis Costello en Blondie werd niet alleen veel gedraaid op de radio, er kwamen ook hits uit voort. Zo scoorde Blondie in maart een nummer 1 hit met Denis en haalde de New Yorkse band ook het Polygoon journaal: ‘Dringen voor punk of new wave is ook in Nederland niet ongewoon meer’, aldus Philip Bloemendaal die een item over Blondie van commentaar voorzag.

Maar er waren dat jaar meer historische gebeurtenissen. Zo kwam Bob Dylan voor het eerst naar Nederland om op 23 juni in De Kuip een concert te geven en vond er ook in Rotterdam het tot dan toe grootste muziek-evenement ooit in Nederland gehouden plaats, New Pop. Een gratis festival dat 80.000 mensen naar het Zuiderpark trok waar Herman Brood & His Wild Romance het meeste publiek trok.

Het was dan ook het jaar waarin Herman Brood in Nederland doorbrak met het album Sphritsz en de single Saturday Night. Achteraf gezien was Saturday Night met 23 als hoogste notering in de Top 40 helemaal niet zo’n grote hit, maar Brood was net als de band Gruppo Sportivo in dat jaar wel een belangrijke Nederlandse attractie voor de Nederlandse poppodia. Zij konden de concurrentie met buitenlandse namen als Elvis Costello, Nick Lowe, Talking Heads en ook Blondie makkelijk aan.

Het was Costello die voor het tweede achtereenvolgende jaar de beste plaat had gemaakt, volgens de verzamelde critici en smaakmakers in Muziekkrant OOR. This Year’s Model eindigde boven Talking Heads’ More Songs About Buildings And Food, Sphritsz en Darkness On The Edge Of Town van Bruce Springsteen. En boven, ehhh, het debuutalbum van Dire Straits. De Britse band die in Nederland wél een hit had met Sultans Of Swing, waar het nummer in eigen land aanvankelijk flopte.

Dire Straits’ debuutalbum sloeg in Nederland bijzonder aan. De band werd geroemd om het gitaarspel van Mark Knopfler wiens stem vergeleken werd met die van Bob Dylan, wat toen een compliment was. Met punk of new wave had het niks te maken, maar dat hadden de platen van Bruce Springsteen en Herman Brood eigenlijk ook niet.

Opmerkelijk trouwens dat de altijd voor chauvinistisch uitgemaakte Britten in 1978, het jaar waarin bijvoorbeeld ook The Buzzcocks (Love Bites) en The Jam met All Mod Cons klassieke platen afleverden, ook wegliepen met Bruce Springsteen. Het tijdschrift New Muscical Express verkoos zijn Darkness On The Edge Of Town tot plaat van het jaar, waar het concurrerende Sounds het mede door Springsteen geschreven Because The Night van Patti Smith tot single van het jaar uitriep.

Maar hoe goed deze platen het ook in Nederland deden, de populairste man in de popmuziek heette in 1978 niet Bruce Springsteen, Elvis Costello of Herman Brood maar John Travolta. Twee film-soundtracks zorgden ervoor dat de detailhandel dat jaar recordomzetten draaide: Saturday Night Fever en Grease. Grofweg stond de eerste helft van 1978 in het teken van de discomuziek van onder meer The Bee Gees uit Saturday Night Fever, een film waarin Travolta alleen nog maar acteerde. De tweede helft stond in het teken van de retro-rock ’n roll zoals die in Grease te horen was. Travolta bleek niet alleen geliefd acteur, hij brak ook als zanger door in het samen met tegenspeelster Olivia Newton John gezongen You’re The One That I Want, dat in Nederland de grootste hit van het jaar was.

Een jaar, 1978, waarin behalve punk en new wave dankzij Saturday Night Fever ook disco doorbrak. Het was deze muziekstijl die onder liefhebbers van de nieuwe rock ’n roll, waaronder we punk, new wave en de platen van Springsteen en Herman Brood gemakshalve maar even scharen, het meeste weerstand opriep.

Er was een nieuwe gemeenschappelijke vijand gevonden voor iedereen die serieus van muziek hield, OOR las en luisterde naar de KRO, VPRO en de VARA. Die vijand heette nu niet meer Abba maar disco.

Maar zo snel waren we daar nog niet van af.