Gezelligheid wint nipt van irritatie tijdens Kontrust

Opgezet toneelstukje doet afbreuk aan optreden in 013

Sebastiaan Quekel ,

Vanuit het niets bestormde het Oostenrijkse Kontrust de Nederlandse hitlijsten met Bomba. 3FM-dj Eric Corton liet de song voor de grap horen, maar het pakkende brulrefrein werd al gauw door iedereen opgemerkt. Voormalig muziekzender TMF molk de bijbehorende gestoorde videoclip zelfs regelmatig uit op tv. Drie jaar later is daar Second Hand Wonderland - het vervolg op het succesvolle Time To Tango - met wéér een bizarre single en een evenzo bizarre videoclip. Juist die geschiftheid maakt Kontrust tot één van de weinige bands die tegenwoordig nog humor en een uniek geluid kunnen combineren.

De cross-over band maakt vanavond na vier shows een einde aan zijn tournee door de Nederlandse velden. De Groningse gothic-rockband Nemesea heeft als taak de voornamelijk oudere aanwezigen op te warmen voor wat Kontrust gaat brengen: diverse genres die samen een samenpakkend en catchy geheel vormen. Denk aan Rammstein, dat in een reusachtige blender is gestopt met polka, salsa, rap, reggae, pop en een licht vleugje kermismuziek. Wat dat betreft is het een rare keuze van de Oostenrijkers om een band als Nemesea mee te nemen. Gothic-muziek is toch van een iets andere orde.

Toch is Nemesea geen onbekende naam, zo blijkt ook aan de reacties vanavond. De metalband bestaat tien jaar en tekende onlangs bij het Duitse metallabel Napalm Records, waar meer bands uit die hoek staan ingeschreven, zoals het Amerikaanse Evanescence. Nemesea laat zich het best omschrijven als een combinatie van die symfonische band en Within Temptation. Ter illustratie: het stemgeluid van Manda Ophuis neigt in het hoog naar dat van Sharon den Adel, al legt de Groningse het tegen deze diva af op ervaring. 

 Wel zet Ophuis op zich een sterke prestatie neer. Met het gevoelige I Live kraakt ze luisteraars tot op het bot. Bij de wat hardere nummers schiet ze hier en daar uit de bocht en klinkt het geheel wat schel en in sommige gevallen zelfs vals. De soms mooie, symfonische lijnen zijn een pleister op de wond. De band is vanavond echter op z’n sterkst via zijn krachtige, gothische passages. Er wordt zelfs hier en daar gesprongen en geklapt en dat is voor een totaal niet passend voorprogramma bewonderenswaardig.

Plots staat na het afscheid van Nemesea ook het balkon bomvol en is het wachten alvorens Kontrust de nieuwe plaat komt presenteren. Het openingsnummer is echter een oude bekende, namelijk On The Run van Time To Tango. De band trekt een flink vat met energie open en zet ondanks de beperkte ruimte een prettige podiumpresentatie neer. Zanger en mafketel van beroep Stefan Lichtenberger – scabreus gekleed in een NSB-achtige outfit – weet met zijn sexy danspasjes en haast schattige gelaatsuitdrukkingen het publiek voor zich te winnen.

Na een sterke eerste helft (met het steenharde The Butterfly Defect als hoogtepunt) lijkt de hitte de band parten te spelen. “It’s pretty hot in here”, beklaagt de zanger terwijl hij aan alle bandleden handdoeken uitdeelt en water in het publiek gooit. Het nieuwe geestekind van Kontrust lijkt nog niet helemaal te zijn overgeslagen op het publiek. De goedkope lyrics (met hee-hoo en oelala-effecten) in songs als Monkey Boy, Rasputin, Raise Me Up en het verschrikkelijk irritante Bad Betrayer werken net als op de plaat op je zenuwen.
 

Het irritatiegehalte stijgt bij de constante en geforceerde opmerkingen tussendoor, waarbij je je niet aan de indruk kunt onttrekken dat Lichtenberger lijdt aan een lichte obsessie voor zangeres Agata Jarosz. Dat de gitaristen zich er vervolgens ook mee gaan bemoeien getuigt van een opgezet toneelstukje. Het voelt gewoon niet oprecht. Gelukkig compenseert de performance dit ruimschoots. De (vocale) afwisseling en samenspel tussen Lichtenberger en Jarosz is wellicht het sterkste wapenfeit van vanavond. Die handpoppen tijdens Sock ’n Doll hoeven dan weer niet. Te voorspelbaar. 

Na een dik uur dooft Kontrust de lichten. Het publiek blijft gestaag staan, enkele minutenlang, maar na het clichématige ‘We want more!’ betreden de artiesten één voor één weer de bühne. Dit keer volop in Oostenrijkse kleding en lederhosen, want deze avond schreeuwt al een tijd om het nummer Bomba. De bekende ‘prrrr’ rolt van Lichtenberger zijn tong waarna het publiek aan een wedstrijdje hoogspringen kan gaan deelnemen. De band sluit vervolgens traditioneel af met het spijkerharde Dancer In The Sun. Een avond met twee gezichten, waarin de gezelligheid het nipt wint van irritatie.