Van cafévloer tot Ponium

Column Lou DeScorpio

Lou DeScorpio ,

Als rock ’n roll band word je geboekt voor shows. Nogal wiedes, dat is immers de bedoeling. Maar het is natuurlijk niet zo dat je een bandje samenstelt, een paar liedjes schrijft en een maand later al in een uitverkochte Kuip staat te spelen. Er zitten nog allerlei stapjes tussen en er is uiteindelijk natuurlijk maar een extreem klein percentage artiesten dat het daadwerkelijk tot de grote podia schopt. Ik realiseerde me onlangs dat ik in de afgelopen twintig jaar vier verschillende soorten podia ben tegen gekomen.

De cafévloer
Gewoon zo’n ordinaire vloer waar het drumstel ergens achterin een donker hoekje is gepropt en de gozer erachter half bedolven onder vieze, rokerige en kleverige gordijnen zit te balen dat zijn bier is omgepleurd of zijn monitor niet werkt. De gitaristen staan zo strak mogelijk op elkaar gepropt om de arrogante megalomane zanger de ruimte te geven om toch nog de indruk te wekken dat hij op z’n plek is. De monitoren waardoor de bandleden zichzelf en elkaar kunnen horen staan in een semicirkel voor hen op de vloer en zorgen voor een nét iets slechter geluid dan in de rest van het café. Gitaarsolo’s zijn nauwelijks te horen en de achtergrondzang al helemaal niet, waardoor het publiek vier man vals door elkaar heen hoort blèren. Rookverbod of niet, er wordt stevig gerookt in het café, waardoor de zanger na vijf nummers al geen adem meer krijgt en staat te hoesten en proesten. De muzikanten struikelen over elkaars kabeltjes en worden boos omdat de zanger met zijn grote cowboylaarzen op hun effectenpedaaltjes gaat staan. En als het publiek eindelijk los is gespeeld, vliegt er bier over instrumenten en apparatuur…

‘t Podiumpje
De slimme café-exploitant laat een klein podiumpje bouwen waardoor het in ieder geval mogelijk is voor de mensen achter in een donker hoekje van de kroeg om het één en ander te kunnen volgen. Veel van de andere problemen worden er helaas niet mee opgelost, maar het ziet er iets toffer uit.

Het podium
Een café of zaal met iets meer oppervlakte en een ambitieuze(re) uitbater heeft een wat groter podium. Er is genoeg ruimte om de cowboylaars op de vloer te zetten zonder dat daar drie gitaarkabels en een effectenbak mee worden vertrapt en de drummer heeft die gore gordijnen niet meer in z’n bier hangen. Omdat de eigenaar geïnvesteerd heeft, staat er ook prima apparatuur en is er meestal een kundige geluidsman aanwezig. Ineens heeft die megalomane zanger alle ruimte om te bewegen en omdat er niet gerookt wordt, of de rook hem in elk geval niet bereikt, heeft hij de energie om wel vijf uur door te rennen, springen en gillen. Het geluid op het podium en in de zaal is van een goede kwaliteit, waardoor de aanwezigen denkt dat de band beter is geworden. Een sympathieke band bedankt daarom altijd even publiekelijk de geluidstechnicus.

En dan is er nog die laatste categorie, waarvan ik eerlijk moet bekennen dat ik er nog maar een stuk of tien keer op heb gestaan. Het is het podium dat wij van Shagging Ponies een speciaal koosnaampje hebben gegeven:

Het Ponium
Een enorme oppervlakte waar van links naar rechts kan worden gehold en de drummer heerlijk op een drumpodium zit zodat hij niet alleen boven het publiek uit torent, maar ook boven zijn bandmaatjes. Kabels zijn in verhouding nauwelijks te vinden en die bloedirritante effectenbakken van de gitaristen zijn voor de zangers laarzen met gemak te ontwijken. Het geluid is pérfect en het publiek zingt, host, gilt, applaudiseert, springt, danst en lacht.

En nu ben ik alleen nog benieuwd naar hoe het is in die uitverkochte Kuip…

Shagging Ponies zanger Lou DeScorpio vertelt over zijn ervaringen, al dan niet rock ’n roll gerelateerd. Een dagboek van een uit de klei getrokken parttime rockster met een gezonde dosis zelfspot.