Minirok waagt en wint

Gedurfde programmering werpt vruchten af

Geert Smeets, Erik Daems ,

Minirok editie 3 was zonder twijfel de meest geslaagde tot nu toe. Best verrassend, want in deel twee van de line-up werd de climax in de programmering gevormd door bands die niet bepaald mainstream zijn. Toch bewezen de wat obscuurdere bands uit het (Belgische) undergroundcircuit een vol festivalterrein wel degelijk te kunnen boeien. Stramproy Rokcity? Hell Yeah!

Gedurfde programmering werpt vruchten af

 

Het stimuleren van de lokale bandjescultuur en het muzikaal inspireren van de jeugd waren de twee idealen die Minirok voor ogen had in 2007. Met de verhuizing van het lokale parochiezaaltje net over de grens naar het sportterrein in Stramproy zelf, zijn die idealen al wat meer tastbaar geworden. De jeugd is in redelijke getalen aanwezig en lokale bandjes waren de afgelopen drie jaar goed vertegenwoordigd in de line-up.

In de programmering onderscheidt Minirok zich door een focus op alternatieve gitaarbandjes, weliswaar met nul hitpotentie, maar onder de 'kenners' mogen ze toch op veel goedkeuring rekenen. Bands die misschien een vol jeugdhuis trekken, maar om hier je festivalterrein gevuld mee te krijgen, neemt toch wat meer risico met zich mee. Toch had Minirok het lef om bands als Gentlemen of Verona, Hulkk en Triggerfinger te presenteren. Lef, hoewel Triggerfinger steeds meer aan populariteit wint. Toch bleek deze eigenwijze programmering de stille kracht achter Minirok ‘09.    

De temperatuur is al behoorlijk opgelopen als plaatselijke trots Sanquin Minirok mag openen. Ondanks de jeugdige leeftijd is de band al vier jaar bij elkaar en presenteert ze binnenkort de demo 'Sex Drugs & Rock 'n Roll'. Sanquin doet denken aan de beginjaren van Judas Priest en aan The Cult ten tijde van 'Electric'. Gedateerde hardrock dus, maar die is tegenwoordig weer helemaal in schwung geraakt.

De band is technisch goed onderlegd, al is het teamwork in sommige overgangen af en toe een beertje slordig. Dat hoort erbij... De zanger, die wat nonchalant aan zijn microfoon hangt, heeft een prettige tenor met schurend randje, een soort Glen Danzig, maar dan een octaafje lager. Hij mist soms net dat beetje bevlogenheid en power om zijn teksten over bier, meisjes en feesten ook daadwerkelijk als een feestbeest over te brengen. Teksten als 'Got a big erection, I'm ready for some action', zijn wellicht van een bedenkelijk niveau, Sanquin vermijdt een karikatuur en is gewoon de perfecte opener van deze dag.

Starfish Bowl heeft definitief afgerekend met de blues, alhoewel hokjesdenken eigenlijk nooit besteed was aan de band. De mannen uit Weert klinken dan ook als herboren. Waar op derde cd 'All People' al voorzichtige stapjes werden gezet richting rock, klinkt op laatste werk 'Dopamine' zomerse, licht psychedelische grooverock.
'Groovemusic for a new generation', zoals Starfish Bowl zichzelf bestempelt.
Met een moderner geluid, gecombineerd met ambachtelijke rock, mikt de band op een breder publiek, maar toch is zanger Don Vito een beetje verrast om 'zo vroeg al zoveel mensen te zien'. Met sterke nummers (Hawkwind meets Red Hot Chili Peppers) en een goed uitgebalanceerde sound heeft Starfish Bowl zichzelf opnieuw uitgevonden, waardoor een tweede plek in de line-up eigenlijk veel te vroeg is, want de hardwerkende band rockt als nooit tevoren.

Als je Sideshift Harry aan het werk ziet, rijst soms de vraag of dit nu een punk-, reggae-, of rockband is. Het antwoord ligt in het midden, maar geeft eigenlijk alleen maar de brede kijk op muziek van de bandleden aan. Ska en reggae blijven echter het fundament in de muziek en de punkerupties en rockuitspattingen komen dan ook weer netjes tot rust in het Jamaicaanse genre. Ook horen we oriëntaalse melodielijnen en een fladderend orgeltje die Sideshift Harry, zeker bij deze temperatuur, dé feestband bij uitstek maken.

Kings Of The Day heeft nog geen last van het post-'Nu Of Nooit'-syndroom, zoals ze een week eerder ook al op WesSUMMERBREEZE bewezen. Waar sommige bandjes na het winnen van Limburgs belangrijkste talentenjacht in een zwart gat vielen, is Kings of the Day alleen maar beter geworden.Nog altijd zijn de waaierende, Editors-achtige gitaarlicks aanwezig, maar de presentatie is on-Engels goed, mede door een steeds meer uit zijn schulp kruipende zanger. Kings of the Day is nog altijd groeiende, maar bewijst klaar te zijn voor het grote werk. 

Kaltspiel houdt zich goed staande tussen al dat gitaargeweld en doet gewoon zijn eigen ding: het geven van een professionele, strak geregisseerde show door perfect op elkaar ingespeelde muzikanten. Voor degenen die het nog niet weten: Kaltspiel is een samenwerking tussen Ashtone en Obscure en bedient zich louter van Coldplay hits.

De zanger heeft goed gekeken naar de frappante danspasjes van Martin en komt qua timbre goed in de buurt. Maar ook de drummer, die de songs met identiek klinkende samplers (o.a. 'Viva La Vida') compleet maakt en daardoor onder andere het gemis van een piano opvult, verdient een compliment. Ongetwijfeld is de Coldplayliefhebber zwaar in de minderheid vandaag, hier en daar gaat toch de arm op de schouder van vriend of vriendin en wordt er zelfs stiekem meegezongen met krakers als 'Lost', 'In My place' en 'White Shadows'.

Met het aantreden van Gentlemen of Verona neemt België bezit van het Minirokpodium en wordt de toon gelijk wat minder luchtig. De compromisloze, lo-fi garagerock onder leiding van zangeres Debby Termonia (wat een naam!) kraakt, rammelt en steekt als een rode mier. Qua stemgeluid doemen onvermijdelijk vergelijkingen op met PJ Harvey, terwijl we ons op muzikaal gebied de onvolprezen Babes In Toyland en L7 herinneren. De zangeres hijgt, zucht en krijst waar zelfs een Herman van Veen nog 'goesting' van zou krijgen. De muzikale omlijsting is droog en minimaal, maar what the fuck, minder is nog altijd meer. 

Ook uit de garage afkomstig zijn de Brusselse braniemakers van Hulkk, al zullen ze naast MC5 ook lp's van AD/DC, Monster Magnet en Motörhead in de platenkast hebben. Het powertrio werd opgepikt door David Catching (Eagles of Death Metal, QOTSA) en die nodigde Hulkk uit voor een opnamesessie in de legendarische 'Rancho de la Luna' studio. Van dit internationaal gewaardeerde album 'Cowboy Coffee And Burned Knives' komen dan ook redelijk wat songs langs. In sneltreinvaart dan wel, want de nietsontziende mix van stonerrock, dessertblues en speedrock doet ons af en toe snel naar adem happen. Maar naast spierballenvertoon blijft er voldoende ruimte voor melodie, sfeer en entertainment. Die van een rokerig westerncafé, een paar stoffige cowboylaarzen en een schietgrage desperado welteverstaan.

Triggerfinger heeft bij ons ‘Ollanders al een behoorlijke naam opgebouwd, en Minirok mag zich in zijn handjes knijpen dat ze vandaag in Stramproy staan. Wie meer wilde, kon 6 dagen later terecht bij Nederweert Live Open Air. Menig Minirok-bezoeker kon zich nog herinneren dat december afgelopen jaar bassist Monsieur Paul zijn geliefde ten huwelijk vroeg op het podium van de Bosuil (als dat een vaste act bij ieder optreden was staan die van Weert vandaag mooi voor lul); wie ze nu wederom zag werd weer niet teleurgesteld. Ook de Bospop-bezoekers worden niet vergeten: aan hen wordt ‘First Taste’ opgedragen. De show is vurig, de band energiek en de muziek hard, zo hard zelfs dat het lijkt of de techniek het even niet kan bijbenen. Dat de tweede toegift niet veel meer is dan een bakje feedback-herrie mag een kleine teleurstelling heten, desalniettemin heeft Triggerfinger alweer een publiek in de buurt van Weert volledig ingepakt. (ED)