“Poppodium verdient een serieuze plek in Sittard-Geleen”

Lokale politiek onderzoekt mogelijkheden multifunctioneel poppodium

Ernest Poelma, ,

Nu de Sittard-Geleense politici zich binnenkort moeten buigen over de vraag of en in welke vorm er een multifunctioneel poppodium gerealiseerd gaat worden, liet een afvaardiging van culturele organisaties en de gemeenteraad zich op initiatief van het bestuur van de Projectgroep Popbeleid Sittard-Geleen informeren over de gang van zaken bij een drietal poppodia in de euregio.

Lokale politiek onderzoekt mogelijkheden multifunctioneel poppodium

Nu de Sittard-Geleense politici zich binnenkort moeten buigen over de vraag of en in welke vorm er een multifunctioneel poppodium gerealiseerd gaat worden, liet een afvaardiging van culturele organisaties en de gemeenteraad zich op initiatief van het bestuur van de Projectgroep Popbeleid Sittard-Geleen informeren over de gang van zaken bij een drietal poppodia in de euregio. In een schoolreisachtige sfeer vertrekt de bus richting poptempel nummer één: Muziekodroom in Hasselt. Gastheer Wim Smets leidt ons rond door het op een industrieterrein gelegen en met voornamelijk gerecycled materiaal ingerichte voormalige slachthuis. Naast een grote concertzaal voor ongeveer 800 man, een kleine zaal waar 200 man in kunnen en het centrale café gedeelte met de mogelijkheid tot live-concerten beschikt Muziekodroom over een dj- en een softwarelab, drie met bloemetjesbehang beklede repetitieruimtes en zes leslokalen waar ongeveer 200 lokale bands en 400 leerlingen hun muzikale talent naar een hoger plan tillen. Het is duidelijk dat de gemeente popmuziek een warm hart toedraagt, aangezien Muziekodroom een omzet heeft van 900.000 Belgische euro’s waarvan € 400.000 subsidie. Een aanzienlijk bedrag voor een stadje met 70.000 inwoners. Van dat geld worden elf professionele medewerkers betaald, die, aangevuld met zo’n veertig vrijwilligers, de boel draaiende houden. Van de betaalde krachten zijn er drie permanent met de PR bezig: Muziekodroom geeft ongeveer € 75.000 per jaar uit aan de website, een eigen magazine, posters, een MySpace, een nieuwsbrief, etc. In de toekomst wil de gemeente het industrieterrein omturnen in de creatieve site van Hasselt, waar alle aan cultuur gerelateerde partijen te vinden zullen zijn. Dit zou in het prille begin onmogelijk zijn geweest, daar het cultureel centrum en Muziekodroom elkaars publiek probeerden af te pakken, maar in de loop der jaren is er meer samenwerking gekomen. In dat opzicht vindt Wim het een goede zaak dat de directeur van de Stadsschouwburg ook deel uitmaakt van de projectgroep. De sympathieke Belg heeft een aantal tips om een eventueel poppodium in Sittard-Geleen tot een succes te maken: “Zorg in eerste instantie voor een goede basis bij lokale bands, zij zorgen voor publiek. Zet in op een B-podium (300 tot 700 bezoekers) met groeimogelijkheden, probeer niet meteen een Limburgse 013 neer te zetten, maar werk er naar toe. Als je investeert in kwalitatief goed personeel, een trouw publiek en goede faciliteiten komen de bands vanzelf wel. Bedenk dat een poppodium meer is dan alleen een goede zaal; de leslokalen, repetitieruimtes, bar en apparatuur zijn minstens zo belangrijk.” Na een emotioneel afscheid vertrekt het gevarieerde gezelschap richting Heerlen voor een eenvoudige lunch en aansluitend een rondleiding door de Limburgzaal van Parkstad Limburg Theaters. Directeur Bas Schoonderwoerd: “In Parkstad zijn een aantal zalen bedoeld voor popmuziek: Exit in G in Landgraaf is een podium voor beginnende lokale bands met een capaciteit van 200 bezoekers, de Nieuwe Nor, voor 200 tot 350 man, richt zich meer op acts die op het punt staan nationaal door te breken, terwijl de Limburgzaal (1000 tot 1200 bezoekers) bedoeld is voor acts met (inter)nationale bekendheid.” De zaal is een zogenaamde ‘vlakke vloer’-zaal. Dit betekent dat er geen traditioneel podium in de zaal staat, maar dat het vloergedeelte voor de gedeeltelijk wegschuifbare tribune in delen omhoog of omlaag geschoven kan worden. Door deze beweegbare vloer is de zaal geschikt voor verschillende vormen van podiumkunst, maar dat het geen geluidloze aangelegenheid is, blijkt wel uit het (ongevraagde) voorproefje van dit indrukwekkende technisch hoogstandje. Schoonderwoerd: “De vlakke vloer zorgt voor een intiemere sfeer en meer interactie tussen artiest en publiek dan in een traditionele zaal.” De rest van het in- en exterieur is zo robuust en hufterproof mogelijk uitgevoerd, dit in tegenstelling tot het traditionele interieur van de theaterzaal. Voor de groep haar reis vervolgd drukt Schoonderwoerd ons op het hart: “Neem popmuziek serieus, het kost godvergeten veel geld, dus áls je popmuziek in je gemeente wil, leg er dan ook voldoende geld voor neer.” De kosten voor de Limburgzaal? Ongeveer 11,5 miljoen, waarvan 8 miljoen voor het gebouw. Ons clubje legt te voet (ja, ja) de steenworp naar het laatste poppodium af: Nieuwe Nor. Dit poppodium is een zogenaamd C-podium met een capaciteit van 200 tot 350 bezoekers, dat zich op een breed scala aan genres richt. Van rock tot drum-’n’-bass en hiphop, maar ook recepties, lezingen en zelfs revues: Het is allemaal mogelijk in de in december 2006 geopende zaal. De vrijdagavond is gereserveerd voor livemuziek, aldus directeur Joery Wilbers: “We zien de concerten als een bezoek aan een theater of bioscoop: Na de voorstelling gaan de bezoekers nog even wat drinken in de stad, daarom is de Nieuwe Nor op vrijdag ook maar tot 1.00u geopend.” De danceliefhebber komt op zaterdag aan zijn trekken. Wilbers: ”Het publiek dat naar een dance-avond komt is heel anders dan dat wat op een bandjes- of hiphopavond afkomt. De verschillende genres vragen gewoon om een andere opzet, we werken daarom veel samen met kenners van de betreffende doelgroep om de avond tot een succes te maken. Het gaat er om hoe het uitgedragen wordt: Ik kan moeilijk Henny (Tangelder van Metalcafé Downtown, gekleed in een stemmig zwart T-shirt met een levensgrote afbeelding van Kiss-zanger Gene Simmons op de voor- en achterkant, red.) achter de bar zetten tijdens een hiphopavond, het personeel moet het ook naar zijn zin hebben.” Dat personeel bestaat overigens grotendeels uit vrijwilligers, variërend van bandleden die meehelpen in ruil voor een repetitieruimte, tot jongeren met een taakstraf die op zaterdagochtend de zaal schoonmaken. Met maar drie betaalde krachten krijgt Nieuwe Nor het toch voor elkaar om met honderd activiteiten 20.000 bezoekers per jaar te trekken (ter vergelijking: De elf professionele medewerkers van Muziekodroom zorgen slechts voor 10.000 man meer per jaar). Wilbers: “Je positie als poppodium is belangrijk, als je geen eigen smoel hebt, wordt het niks. Een serieuze instelling als een poppodium verdient een serieuze plek in een stad als Sittard-Geleen.” Daan Prevoo, voormalig directeur van cultureel centrum De Nor, die de bouw van de Nieuwe Nor van dichtbij heeft meegemaakt, voegt hier nog aan toe: “Je moet eerst kijken naar wat voor voorzieningen je wilt realiseren en je niet blind staren op de kosten. Een poppodium in het centrum van een stad heeft een aantrekkende werking op de omliggende horeca, veel Limburgse concertgangers geven nu hun geld uit in Tilburg of Eindhoven.“