Verslag Life I Live Festival 2015: Lange Voorhout

Rocken met Death by Oxygen, zZz, Wallace Vanborn en meer

Koen Kleiberg, Debora Degreef en Joeri Gordijn | Foto’s: Moos Wolfs en Nienke Verhoef ,

De liefhebbers van het stevige gitaarwerk konden zich tijdens het Life I Live Festival op het Lange Voorhout installeren. Stoner, punk, bluesrock en rock ’n roll kwam in snel tempo voorbij met optredens van Death by Oxygen, The Miseries, zZz, Wallace Vanborn en Navarone.

Vorig jaar stond de band nog in de kleine Skooltainer op het Buitenhof, dit jaar mag Death by Oxygen het iets grotere podium op het Lange Voorhout openen. De band weet zo vroeg op de avond een behoorlijk groot publiek op te trommelen en stelt niet teleur: de zich ergens tussen bluesrock en psychedelica bevindende stonerrock klinkt lekker loom en heavy maar vooral, gelet op de jonge leeftijd van het trio, uitermate professioneel uitgewerkt. Eigenlijk staat de band vanavond veel te vroeg geprogrammeerd, want dit is typisch muziek die in het holst van de nacht het best tot zijn recht komt. Naarmate de set vordert groeit het publiek, geheel verdiend, gestaag en het is te hopen dat Death by Oxygen volgend jaar voor de derde keer op rij op het Life I Live Festival staat, maar dan een stuk later. Vanavond maakt de band ook als opener in ieder geval een prima indruk. (KK)

Tim Knol is natuurlijk al langer bekend van zijn soloalbums, maar vanavond speelt hij op het Lange Voorhout met zijn nieuwe band The Miseries. Geen poppy americana meer, maar snelle, ruwe garagerock met hier en daar wat vleugjes surf en jaren '70 poppunk. Had Jack White bij de Ramones gespeeld, dan had het waarschijnlijk ongeveer zo geklonken. Niet alle nummers komen even goed uit de verf; vooral bij de langzamere, wat meer poppy nummers is er in het publiek wat verveling te bespeuren. Gelukkig heeft de band genoeg drie-akkoordenrocknummers over om dit ruimschoots te compenseren. De korte nummers volgen elkaar in hoog tempo op en voor het podium kan al snel de eerste moshpit van de avond worden gespot. The Miseries brengt absoluut geen vernieuwing en origineel is het zeker niet, maar eerlijk is eerlijk, niemand dat vanavond dan ook verwacht. Qua vermaak zit het in ieder geval wel snor. (KK)

Stampende orgelklanken: het blijkt mogelijk. De ingrediënten hiervoor zijn een drumstel en een orgel. De Amsterdamse heren van zZz produceren een explosie aan geluid dat als een rollercoaster over het publiek rolt. Een mengelmoes van postpunk, techno, industrial en psychedelica in een heerlijk voortvarend ritme. Voeg daar een stem à la Ian Curtis (van Joy Division) aan toe, zet er een galmend effect op en de duistere sfeer is compleet.  Het derde album 'Juggernaut' is net uitgebracht en de band brengt een heerlijke mix van alle albums, waarbij de nummers naadloos op elkaar aansluiten. De inzet met 'House of sin' dendert meteen als een trein voort, waarbij het psychedelische orgel zorgt voor de afleiding. 'Ecstacy' is een logisch vervolg hierop en net als de aandacht wat lijkt te gaan verslappen, speelt de band 'When I come home' met zoveel overtuiging dat iedereen weer bij de les is. Alhoewel het visueel gezien een statisch optreden is, met een zittende drummer en een vrijwel continu voorovergebogen organist, is het effect dat de formatie bereikt compleet het tegenovergestelde. Tegen het eind van de set zorgt nummer 'Juggernaut' voor een tranceachtige sfeer, mede door het zware rookgordijn. Het optreden eindigt in een kakofonie van experimenteel geluid, waarna de drummer droog afsluit met de woorden: "Dankjewel, jullie zijn leuk." En dat vinden wij ook van zZz. (DD)

De Gentse band Wallace Vanborn is goed in staat om een alternatieve versie van stonerrock neer te zetten. Het is namelijk iets experimenteler, met soms atypische ritmes. Het is niet voor niets dat zanger Ian Clement vraagt of iemand het Gentse 'Nordmann' heeft gezien: een jazzrockband die dezelfde atypische ritmes neer kan zetten. Opener 'Supply and the damned' zet meteen de toon voor een overweldigende muur van geluid. De muziek staat een tikkeltje schel afgesteld en de stem van de zanger bevat juist weer een galm. Het is jammer dat de band daardoor niet het maximale uit het optreden weet te halen. "Zijn er problemen, dan kunnen we helpen," zegt de frontman al meteen na het eerste nummer, alsof hij aanvoelt dat er iets niet klopt. Het publiek heeft er echter geen moeite mee en beweegt automatisch mee met de harde, zompige bas van het volgende nummer 'A bee and the buzz'. De zanger vergt veel van zijn stem, want hij gaat regelmatig van een rauw schreeuwend naar een lieflijk hoog geluid. De band zet een goede show neer en aan enthousiasme ontbreekt het zeker niet. Het afsluitende instrumentale nummer 'Cowboy panda's revenge' zit goed in elkaar en vraagt om meer. Een slimme zet om hiermee te eindigen, want het positieve gevoel blijft daardoor hangen. (DD)

Navarone overtuigt op geen moment, maar waarom dat precies is valt moeilijk te zeggen. Er staan vijf ontzettend goede muzikanten op het podium, de band ziet er uit zoals een rock ’n roll band er uit moet zien (de bandleden hebben baarden en lang haar), de moves zijn perfect, de lichtshow straalt boven de hoofden van het publiek. Grootse gebaren, grootse liedjes, maar er klopt iets niet. Het eerste nummer van de band wordt overduidelijk geplaybackt (terwijl de zanger een stem als Steve Tyler heeft), en de koortjes worden ook niet door de gitaristen zelf gezongen. Een oneerlijke start. En dan zijn de liedjes eigenlijk niet zo heel origineel en kun je soms zelfs een Led Zeppelin riff over de gitaarpartijen van Navarone leggen. Dan zijn ook plots de moves iets té ingestudeerd, en de looks te uitgedacht. Dan klopt er gewoon te veel om nog geloofwaardig over te komen en dunt het Lange Voorhout snel uit, want op het Kerkplein staat straks een band te spelen die er goed uit ziet, maar ook nog eens rammelt. (JG)