De muzikale wispelturigheid van Roosbeef

Over autisten en leven in een roes

Renate Heins | Foto’s: Samantha Stauttener ,

Donderdagavond 27 oktober 2011 vormde de kleine zaal van 't Paard van Troje het podium voor Neerlands' trots Roosbeef, met 'veelmansformatie' Crappy Dogs in het voorprogramma. Een mooie contradictie in 't Paard, met Pete Philly in de grote zaal aan de andere kant van het gebouw. Roosbeef toont zich een solide eenheid, die meerdere gezichten laat zien en niet bang is haar kwetsbaarheid te tonen aan het publiek. Aan muzikale diversiteit geen gebrek, maar niet geschikt voor iedereen.

Over autisten en leven in een roes

Donderdagavond 27 oktober 2011 vormde de kleine zaal van 't Paard van Troje het podium voor Neerlands' trots Roosbeef, met 'veelmansformatie' Crappy Dogs in het voorprogramma. Een mooie contradictie in 't Paard, met Pete Philly in de grote zaal aan de andere kant van het gebouw. Roosbeef toont zich een solide eenheid, die meerdere gezichten laat zien en niet bang is haar kwetsbaarheid te tonen aan het publiek. Aan muzikale diversiteit geen gebrek, maar niet geschikt voor iedereen.

De avond wordt geopend door de grootse formatie Crappy Dogs. De band neemt zowat het gehele podium in beslag, waarbij geregeld ruimte is voor wel vijf slagwerkers. De muziek is beladen en doet meer dan eens denken aan muziek van bijvoorbeeld Tom Waits, edoch met een minder heftige zangstem. Of de vocale klanken van zanger Erik van den Berge (die voorheen voornamelijk als singer-songwriter actief was) nu dan ook een bijzondere aanvulling op het geheel vormen of juist afbreuk doen aan het bombastische en dynamische geluid van Crappy Dogs, valt na een half uur spelen nog steeds niet goed te benoemen. 'Muziek van de straat', spelen deze heren en dat is goed te horen. Het rauwe randje, de gezellige chaos - compleet met saxofonist - en de grove (naar verluid) zelfgemaakte instrumenten (zoals een imposante contrabas, gefabriceerd van een oude trommel of iets dergelijks) dragen bij aan deze sfeer en een kakofonie van geluid. Een fijne opwarmer die misschien niet geheel in de lijn der verwachting ligt, wanneer je aan Roosbeef denkt.

Van oermuziek naar.. Tsja, naar wat eigenlijk? Roosbeef is niet bepaald voor één gat te vangen.  Liefhebbers van - al dan niet - Nederlandstalige muziek met een behoorlijke keur aan stijlen, komen vanavond bijzonder goed aan hun trekken. Gestart wordt met zoetgevooisde popliedjes, die vervolgens een duister randje krijgen en dan weer uitmonden in psychedelische rock, allen voorzien van mooie, soms complexe, poëtische teksten - en natuurlijk aangevoerd door vocaliste Roos Rebergen die zichzelf zo nu en dan begeleidt op keyboard. Muzikaliteit viert hoogtij vanavond, want het is een goed geoliede machine die hier vanavond op de bühne van de kleine zaal in 't Paard staat. Vergezeld door Tim van Oosten op drums, Wannes Cappelle en Reinier van den Haak op gitaar en Tom Pintens op bas, verkeert Roos in goed gezelschap.

Nieuw, ietwat volwassener, materieel van de onlangs uitgebrachte cd 'Omdat Ik Het Wil', wordt afgewisseld met werk van 'Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten'. Met name 'In het bos' - dat al vrij in het begin van de set ten gehore wordt gebracht - maakt indruk, evenals 'Onder invloed', waarbij begonnen wordt met minimalistische begeleiding op gitaar, dat opgebouwd wordt naar mate het nummer vordert. Waar voor Roos echter geldt dat zij 'in een roes leeft en het licht pijn doet', doen bij de toehoorders de oren inmiddels pijn. Het geluid staat wederom knoerthard in 't Paard, wat ertoe leidt dat het Roos soms moeite kost boven het gitaargeluid uit te komen. Waarom het nodig wordt geacht de volumeknop zodanig open te draaien, is een raadsel. Het gaat ten koste van het geluid en dat is doodzonde voor muziek waarin zoveel details verwezen zit; allicht geschikt voor een keiharde technoparty, maar de technici zouden inmiddels beter moeten weten dat gematigdheid hier toepasselijker is. Het geluid overstuurt meer dan eens en dat is iets dat een professionele zaal als 't Paard eigenlijk niet meer zou moeten toestaan.

Hoewel Roos weinig contact maakt met het publiek, weet ze het publiek met wat summiere opmerkingen voor zich te winnen: “Ik heb een recensie gelezen waarin ze schrijven dat ik autist ben. Dankjewel!”, waaraan ze gekscherend toevoegt, “We zijn begonnen; dat zeggen autisten toch altijd?”, en vervolgt onvermoeibaar met spelen. Een goede show behoeft echter weinig woorden en de intensiteit waarmee Roosbeef speelt, onderstreept dit nog eens. Eerlijk is eerlijk, dit is muziek waarvan je houdt of niet en die verdeeldheid is ook voelbaar onder het publiek. Mensen met een open muzikale instelling, komen hier echter zonder meer aan hun trekken.