Pinkpop 2017: Fat Freddy’s Drop dropt de bom pas op het eind
Nieuw-Zeelandse jam-band blijft te lang in reggae hangen
Stel: je hebt bijna drie volle dagen Pinkpop in de benen, komt net van het rustige Passenger vandaan op de Main Stage, wat wil je dan in de Brightlands-tent ernaast? Even wat energie, toch? Nee? Kennelijk niet. Daar gaan een paar duizend man bijzonder lekker op het Nieuw-Zeelandse Fat Freddy’s Drop: een formatie die eind jaren 90 als jam-band begon en nu als een volleerde act de festivals aandoet met een zomerse combinatie van reggae, dub, jazz en house. Om dat te kunnen realiseren is er een MC, zanger, toetsenisten, gitaristen en een blazerssectie.
Dat de band begon als jam-band is nog altijd duidelijk te horen: bijna ieder nummer zijn uit de kluiten gewassen sessies waarbij iedere muzikant volop de ruimte krijgt om uitvoerig te soleren. Van een kop, middenstuk en staart is geen sprake: alle eindes komen volledig uit de lucht vallen. Dat maakt zeker de eerste helft verschrikkelijk saai met reggae-jams die maar doorpruttelen. Niet dat dat het publiek iets deert, dat zagen we al hard gaan op Pierce Brothers en kan ook zeker met vette Freddie goed uit de voeten.
Het Moment:
Maar wat is dat opeens? Een afsluitende dub house-jam die zo van Leftfields Leftism had kunnen komen? Fijn! Met een meer up-tempo groove zijn de solo’s in ieder geval wat beter te pruimen, is de lengte van - toch weer - vijftien minuten opgeknipt in duidelijke gedeeltes en komen de diepe bassen beter tot hun recht in de Brightlands Stage. Daar valt deze jam erg goed en als die tot een eind komt, wordt er nog zeker enkele minuten ‘we want more’ geschreeuwd. Ja, eens, maar dan wel meer van dat snellere werk.
Volg Pinkpop op de voet met onze livestream en het dossier.