LL23: Turnstile laat Lowlands voelen dat het leeft

Want hardcore never dies, ook die andere hardcore niet

Turnstile is amper een nummer of drie op weg of er gaat ergens in de pit een handje naar een neus. De andere hand gaat de lucht in. Bril kwijt. Enkele seconden later is-ie verderop gevonden. Even later gaat er een telefoon omhoog, ook gevonden. Dan een tasje. Iemand weet nog net op tijd haar schoen weer aan haar voet te schuiven. Zo’n show is het.

Zeg hardcore, en je denkt kleine DIY, zwartwitfoto’s van een kluwen mensen die op elkaar klimmen. Oefenruimtes met vochtige muren, concertzalen die nauwelijks die naam kunnen dragen, waar altijd flesjes bier in emmers koud staan. Je denkt in elk geval niet aan glamping, aandeelhouders die Live Nation een interessante belegging vinden, of de trucs van Ticketmaster om de hele markt in de tang te krijgen. Maar toch staat Turnstile hier, op Lowlands. 

Het zegt iets over het ongekende succes van de Amerikaanse band. Een deel van dat succes is te verklaren door hun gevarieerde invloeden. Die gekke basriff in ‘Mystery’ is bijna poppy. ‘Underwater Boi’ zou in een ander universum als crossover indie-tune onder een reclame worden gezet. En soms speelt de drummer een veel dansbaarder ritme dan je zou verwachten. Oh, en op hun laatste album GLOW ON werkte Turnstile met de producer die meeschreef aan 'In Da Club' en 'The Real Slim Shady'. Zoals de Tony Hawk Pro Skater gamesoundtracks twintig jaar geleden een gateway naar hardcore waren voor kids, is Turnstile dat in z'n eentje ook. Allemaal redenen dat sommige mensen zeggen: dit is geen hardcore meer. Dat is onzin. Het is gewoon hardcore. Kijk naar die simpele riffs die alleen maar hard lijken te willen zijn, hoe elke U-bocht gemaakt lijkt om lichamen tegen elkaar te smijten, elk refrein om met vuisten in de lucht mee te schreeuwen. 

HET MOMENT:
Elk van de achttien nummers voelt in de halflege, maar stomende Bravo alsof er een bom over de schutting wordt gegooid. En telkens wordt de knal groter. Wat een goede band ook om naar te kijken. Frontman Brendan Yates rent en springt ongecontroleerd over het podium als een pink in de wei. Drummer Daniel Fang is zo afgetraind dat in de twee minuten dat de rest van de band op adem moet komen, hij er maar een drumsolo uitgooit om nog extra energie kwijt te kunnen. De climax is uiteindelijk de kortste track van het laatste album. 'I want to touch, a level up / Want more connection, and that's enough'. Zo is het, en dat kreeg je allemaal bij Turnstile.

Volg Lowlands het hele weekend via onze livestream en kijk op zaterdag- en zondagavond alle hoogtepunten in de Lowlands-uitzendingen op NPO 3

#news
Laatste nieuws en artikelen van 3voor12