Album van de Week (36): Blood Orange

Kwetsbaar persoonlijk album over vluchten, terugkeren en rouw

King’s Cross Station, het hart van Londen. Dev Hynes moet er oneindig vaak geweest zijn. Het was de hub weg uit zijn jeugd in Essex, het is nu de hub terug. Het is de titel van een van de sleutelnummers op Essex Honey, pas het eerste album sinds 2018. Natuurlijk, covid, maar belangrijker: daarna kwam een zware periode in zijn leven, want zijn moeder werd ziek, en Dev Hynes keerde terug naar zijn ouderlijk huis om het einde mee te maken. In ‘The Train (King’s Cross)’ zien we de artiest concreet onderweg naar dat lastige afscheid. Telefoon in zijn hand (geen geruststellende berichten), tevergeefs vluchtend in een boek: ‘Can't turn back and the worst is yet to come.’ 

De lyrics van Essex Honey zijn verrassend concreet en begrijpelijk. We zien de dertienjarige Dev dromen van de vlucht. Dat deed hij met bands als Test Icicles, Lightspeed Champion en Blood Orange, in het artistieke leven van New York. We zien hem nu terugkeren naar het platteland. Op zoek naar waarheid, die hij tegelijk maar moeilijk aankan. ‘Hard to look at you’, luidt het mantra in het openingsnummer. We horen Hynes’ moeder zelf nog praten ook, in het intieme ‘The Last Of Engeland’, een fragment dat opgenomen is tijdens hun laatste kerst.

De begeleidende muziek is minder concreet, zeker in het begin van het album. Ver weg is de smooth groove, de levenslust. De eerste paar nummers willen eigenlijk niet eens echt liedjes worden, zo diep en soundscape-achtig zijn ze geproduceerd. Ze roepen onzekerheid op. Bij Blood Orange hoor je altijd sporen van r&b (geen R. Kelly, wel Frank Ocean), en die hoor je hier bijvoorbeeld in de drumsound. Vaker doet het denken aan introverte indiefolk à la Bon Iver, of meer nog Elliott Smith. De getormenteerde liedjesschrijver uit Portland waart rond in zijn manier van zingen, in de arrangementen van de liedjes, en zelfs met een direct citaat in ‘Mind Loaded’, waar Lorde fluistert: ‘Everything means nothing to me.’ 

Alle instrumenten zijn in principe door Hynes zelf ingespeeld, maar vocale gasten heeft hij in overvloed. Naast Lorde hoor je onder meer Caroline Polachek, Mustafa, Tariq Al-Sabir, cellist Mabe Fratti en Vini Reilly (Durutti Column). Ze vormen door de plaat een engelachtig koor, hun stemmen dringen zich zelden op maar zweven eerder rond Hynes’ stem, die zelf ook diep in de producties ligt. Het zijn belangrijke productionele keuzes, die rouw als een deken over het leven symboliseren, waar maar een paar keer doorheen geprikt wordt. Niet toevallig in een liedje dat ‘Life’ heet, met een veelzeggende zin die als een mantra herhaald wordt: ‘I want to see you make it, make it, make it on your own.’ 

 

#news
Laatste nieuws en artikelen van 3voor12