Wanneer de jonge band M-Braze het spits afbijt, is het nog even afzien onder paraplu’s en regenjassen. Toch lukt het ze om met hun mix van eigen werk en frisse covers de eerste glimlach los te krijgen. Hun enthousiasme werkt aanstekelijk en voor je het weet verdwijnen de wolken boven het sportveld. Het publiek stroomt toe en het eerste biertje smaakt meteen naar meer. Het is de magie van zo’n openingsact: je voelt dat een festival echt begonnen is.
Broeder Dieleman en Peter Slager: Zeeland in woorden en snaren
Daarna nemen Broeder Dieleman en Peter Slager het stokje over. De toon slaat meteen om: de paraplu’s maken plaats voor aandachtige stilte. Met banjo, gitaar en ingetogen zang brengen ze liedjes die rechtstreeks uit de Zeeuwse klei lijken te zijn getrokken. Nieuw werk als De Zeeuwse olifant klinkt poëtisch en onheilspellend tegelijk, terwijl Slager zich verwondert dat hij hier, in zijn geboortedorp, voor het eerst optreedt. De ontroering is wederzijds.
“Iemand zei net dat het hier leek op Glastonbury, maar ik stel voor: Vlastonbury,” grapt Tonnie Dieleman. Het past perfect bij het moment. Liedjes als O m’n bloedmooie Zeeland en Windstil brengen een golf van herkenning teweeg: dit zijn nummers die niet alleen over Zeeland gaan, maar ook de kern van hier opgroeien en wonen vatten. En met As d’n diek straks breekt wordt de realiteit van klimaatverandering bijna tastbaar op dit kleine festivalveld.