Met opener Voelen zet de nieuwe Dordtse band de toon. De loepzuivere zang van Yuno Bouma — “ik wil het voelen, tot in mijn teen” — mondt uit in een heftig drama over een avondje stappen dat volledig ontspoort. Sjoerd van Lee en Juno Rissema verschijnen nog gehuld in badjassen, maar die blijken niet voor de hele set bedoeld. De Plaag put deze avond rijkelijk uit debuutalbum Voorspel (januari 2025): schaamteloos, expliciet en uitvergroot, met muzikale uitstapjes van schijnbare kinderdeuntjes tot hardcore. DJ Riri legt daar een strakke, dansbare basis onder.
In Duivel gaat het over verleiding en het verkopen van je ziel, omlijst door catchy lijnen en een speels duet. De badjassen verdwijnen definitief bij Annie Money Gang Schmidt, een nummer over geld en de rol die het speelt. Wat je niet weet, kan je ook geen pijn doen is een opsomming van ranzige feiten die je eigenlijk liever niet had gekend, gevolgd door het bijna zoete Fietsen, waarin fietsen dient als metafoor voor het leven.
De interactie met het publiek is constant. “Kom dichterbij, we gaan samen een liedje doen,” klinkt het, waarna de zaal luidkeels “A, a, a” inzet: de intro van De Bom van Doe Maar. De ska-energie spat ervan af en de sfeer slaat definitief om naar feest. Supermarkt wordt aangekondigd als “echte wereldproblematiek” — de verdwenen koffieautomaat — en ook hier ontspoort een ogenschijnlijk alledaagse situatie volledig. Via Rattenstreken en Motjes, over metaforisch ongedierte, belanden we bij publieksfavoriet Beter dan ik, geschreven met Theo Wesselo / Hausmagger. De moshpit komt op gang. Met Snorretje van Kaboutertje Putlucht en afsluiter Kater, uitgevoerd in oldskool wit ondergoed, eindigt De Plaag in pure overgave. “Soms is het leven even niet zo lit,” maar haten? “Je kan De Plaag niet haten.”