Eigenlijk had het allemaal al in 2024 moeten gebeuren. Designer Violence zou een show spelen op festival Hillyweird in Hilversum, maar corona bij henzelf gooide roet in het eten. Een jaar later stond er alsnog een dikke streep onder de afspraak: op zaterdag 9 augustus presenteerde het Zeeuwse duo hun derde album Candyland met een releaseparty bij Hillyweird, samen met KEROL en Consensual Peggy.

“Het kwam eigenlijk toevallig zo uit,” vertellen Tessa en Nina, de kern van Designer Violence. “We ontmoetten een vrijwilliger van Hillyweird tijdens het Sex Positive Extravaganza in mei, en zo was er ineens weer contact. Dit was hét moment om onze albumpresentatie alsnog daar te doen.” Dat is misschien wat uit de buurt van Zeeland, maar de band laat zich niet beperken door grenzen. “We komen uit Zeeland, maar we spelen er nauwelijks. We rijden gewoon een uur of twee en spelen overal. En als het langer rijden is, blijven we ergens slapen.”

Van zwaar naar speels
Het nieuwe album Candyland – dat ze zelf omschrijven als een snoepwinkel aan geluiden – is een duidelijk keerpunt voor de band. Waar het vorige album We Gave Peace A Chance zwaar en donker klonk, is deze plaat dansbaar, ironisch en kleurrijk. “Tijdens de vorige plaat raakten we het plezier kwijt,” zegt Nina. “We zaten vast in die serieuze, zware sfeer. Candyland is meer poppy en postpunk, met veel showelementen. Neem bijvoorbeeld Sellout: dat is één grote grap, en het publiek snapt ‘m meteen.”

De interactie met het publiek speelt sowieso een grote rol. In Do It Again zit een simpele ‘ooh ooh’-break die live meteen meezingers oplevert. Nina: “We willen dat iedereen meedoet. Vroeger stonden we vaak in metalvenues, maar we merkten dat we daar niet echt aansluiting vonden. Dit album is voor een ander publiek bedoeld.” Nina schrijft vooral de muziek- dus de drums, achtergrond synths en het arrangement, de teksten worden door beiden geschreven, per nummer.

Basisschoolmelodietjes en jelly beans
Dat luchtigere karakter betekent niet dat er geen diepte in zit. Candyland is persoonlijk en soms confronterend, vertelt Tessa. “Maar het voelt beter om dit te delen.” Kritiek wordt daarbij omarmd en omgedraaid. “Ooit zei iemand dat we ‘basisschoolmelodietjes’ maakten. Vroeger zouden we daarvan balen, maar nu denken we: basisschoolmelodietjes zijn juist de beste. Kijk naar Depeche Mode.”

De band trekt de metafoor van de snoepwinkel nog wat verder. “Voor iedereen zit er wel iets lekkers tussen,” zegt Nina. “Net als in een zak jelly beans. Een soort roulette: soms pak je iets zoets, soms iets bitters, maar altijd verrassend.”

Tekst gaat verder onder video

Samenwerking en sound
Voor het eerst lieten Tessa en Nina het mixen en masteren over aan iemand anders. “Dat was nodig,” zegt Nina. “Als ik zelf mix, zit ik er te dicht bovenop. Nu kreeg het album meer lucht en een frisse blik.” Live maken ze gebruik van backing tracks – onder meer voor de drumlijnen, die live lastig speelbaar zijn – en voegen ze zelf bas, gitaar en synths toe. Tijdens de releaseparty stond ook sessiegitarist Fedde Hopmans op het podium, voorheen van de Zeeuws-Utrechtse hardcore band  To Live Among Wolves. Gitaarwerk van hem staat op de meeste nummers.

Op de plaat staan bovendien oude nummers in een nieuw jasje, zoals Mental Dislocation van hun eerste EP uit 2019. “We spelen die nummers al jaren en ze zijn in de loop der tijd zo veranderd dat we de nieuwe versies ook wilden vastleggen.”

De albumcover, video voor Candyland en de (opkomende) video voor Do It Again zijn gemaakt door Jaimy Maas, van KEROL-  een oude bekende uit de Zeeuwse muziekscene. Mixing en mastering is door Loek Maas van KEROL gedaan.

Voor de visuals werkte de band samen met Daniel van Nes, eveneens afkomstig uit Zeeland. Hij ontwierp een shirt en maakte een videoclip bij Faces of Change, gebaseerd op dat design. “Die video komt binnenkort nog uit.”

Community en verantwoordelijkheid
Designer Violence ziet zichzelf nadrukkelijk als onderdeel van de queer en LHBTQ-community. “We vinden het belangrijk om ook in Zeeland een community op te bouwen,” vertelt Nina. “Dat gaat niet vanzelf: als je iets wilt, moet je het zelf doen. Dat geldt ook voor muziek. Niet achterover leunen, maar verantwoordelijkheid nemen.”

Die instelling komt ook terug in hun shows. “We willen dat mensen niet klakkeloos consumeren, maar zelf actie ondernemen. Iets dóén. Genieten van de ironie in een nummer als Wow Dis Sux, waarin we elkaar zogenaamd interviewen, bijvoorbeeld.”

Tijdelijk afscheid
De albumpresentatie bij Hillyweird was voorlopig het laatste grote optreden, want Nina vertrekt voor een half jaar naar Japan. Nieuwe live-shows laten dus even op zich wachten, maar inspiratie zal er genoeg zijn. “Ik verwacht dat onze muziek nóg dansbaarder wordt,” zegt ze. “Japan heeft zo’n rijke elektronische scene. Dat gaat ons zeker beïnvloeden.”

Ondertussen blijven Tessa en Nina bezig met videoclips en remixes. En Tessa, die op vorige albums al veel vocalen op zich nam, stond nooit zo op de voorgrond met haar zang. Ze is steeds meer ‘echt’ gaan zingen, naast screaming en spoken word. “Ik dacht dat ik het niet kon, maar dat bleek niet te kloppen. Dat is ook wat dit album voor ons betekent: ontdekken dat er meer kan dan je dacht.”

Vreemde eend in de bijt
Terugkijkend zien ze dat hun pad niet altijd makkelijk was. “We bleven lang onder de radar. Mensen begrepen ons niet en we waren de vreemde eend in de bijt.” Toch is er steeds meer ruimte voor hun eigenzinnige geluid. “Er is plek voor rare muziek. Het hoeft niet altijd zoet te zijn. Emoties moeten voelbaar zijn in wat je zingt, of dat nu vrolijk of pijnlijk is.”

Met Candyland laat Designer Violence zien dat ze die balans gevonden hebben: een mix van ironie, dansbaarheid en persoonlijke verhalen, verpakt in een snoepwinkel vol geluid. Wie het album beluistert, ontdekt telkens iets nieuws. En wie weet wat er over een half jaar volgt, wanneer Nina terugkeert uit Japan. Een ‘welcome back party’ in Hillyweird of Zeeland? Het zou zomaar kunnen. Tot die tijd is er genoeg te smullen in Candyland.