Een belachelijk lange inleiding op een concertrecensie met nog geen woord over de band en enkele gezever over mij. Edoch toch van belang, want die korte stop van een jaar of elf-twaalf is Remi Tjon Ajong en de band waar hij jarenlang de stem van was Green Lizard. En die band staat vanavond voor het eerst in vijf, zes jaar weer in Tilburg op de bühne. Een show waar ik dus nooit een recensie van zou moeten schrijven omdat objectiviteit op verschillende vlakken uitgesloten lijkt, nee, IS. Voor mij staat daar gewoon die korte stop die trucjes met zijn stem opvoerde op het podium, die jongen met dezelfde vriendenkring en zelfs enig overlap in de meisjes die we leuk vonden. Maar de mijnheer die dat had moeten doen is ziek en ik was - zoals ze dat zo mooi in Engels zeggen - the last resort.
Kortom, Green Lizard na zes jaar terug zien is te gek. Het uiterlijk van de band is weliswaar flink veranderd met een nieuwe bassist en drummer, maar de spirit lijkt onveranderd wanneer het kwartet er om iets over half negen opklapt. Een mix van oud en nieuw materiaal wordt een goed uur lang over de uitverkochte kleine zaal geworpen, een zaal die zichtbaar geniet. Net als de band. Het oudere materiaal, zeker aan het begin van de set, gaat weliswaar wat stroefjes, met name in de ritmesectie, maar een kniesoor die daar vanavond over struikelt. Green Lizard klinkt als vanouds; Remi Tjon Ajong is goed bij stem, hoewel het bij de uithalen een enkele keer net fout gaat. Maar ook dat is Green Lizard, waarbij de passie altijd belangrijker was dan de precisie. En die passie is er en slaat over op de mannen van eind dertig en veertig die tijdens 'Anal Fuck' zelfs aan het pogoën slaan.
Een publiek dat al snel weer haar jeugd kan herhalen. Want, zo vertelt Remi (voor deze gelegenheid gehesen in een No Guts No Glory-shirt) tijdens Oud en nieuw zal de band in Cul de Sac spelen. Green Lizard is begonnen aan een tweede jeugd, zoveel is na deze avond in 013 duidelijk. En na mouthful, de afsluiter van de goed gebalanceerde set, wordt het kwart dan ook als terugkerende helden omarmd.
Face Tomorrow geeft vlammend afscheidsfeest in 013
Green Lizard terug van weggeweest
Het is zeker een kwart eeuw geleden dat ik een kleine Antilliaan leerde kennen als een goede korte stop. Een fanatieke sporter met wie ik menig jaar, menig balletje zou wisselen. Een toffe gast ook, eentje die, net als ik, bij zijn entree in de puberteit zijn haar liet groeien en een voorliefde ontwikkelde voor luidere muziek, dissonanten en getormenteerde zangers. Hij honkbalde niet meer, ik wel. Maar we troffen elkaar geregeld. In Swinge By Dinge, de dansgrot voor de verloren jeugd, bij concerten in Noorderligt of bij de halfpipe aan de Schouwburgring. Hij was een band begonnen, met zijn twee broers, ik een platencollectie, en kwam dus kijken naar zijn band. In een poolcafe, staat mij bij, maar het kan ook De Spoel zijn geweest. Er volgende daarna nog veel shows, waarbij het publiek elke keer weer groeide. Een pad dat leidde naar De Grote Prijs Van Nederland, Paradiso, verschillende festivals en een kleine handvol cd's.
Het is dan nog aan Face Tomorrow om de avond in stijl af te maken. Een band waarmee ik geen vergelijkbare relatie heb, of het moet zijn dat ik in een ver velenden ooit tegen een van deze Rotterdammers heb gehonkbald, samen met die kleine korte stop. De eerste keer dat ik deze heren live zag, is inmiddels zo'n elf, misschien zelfs twaalf, jaar geleden. De dag dat mijn diploma werd uitgereikt stond de band voor het eerst in 013. In het voorprogramma van The Appleseed Cast. Wild enthousiast kocht ik toen alles wat ze bij zich hadden, een ep, vier nummers. Vanavond zijn we vier langspelers verder en speelt de band uit Rotterdam hun laatste show in Tilburg. Definitief. Nog twee weken en het is helemaal voorbij.
In het tussenliggende decennium is er echter weinig veranderd, ook vanavond is het gros van het publiek niet voor Face Tomorrow gekomen. Althans, de hoeveelheid Green Lizard shirts (en zelfs afgewassen zweetbandjes) doet anders vermoeden. En net als toen, bij het voorprogramma van The Appleseed Cast zal dat het Rotterdamse gezelschap een worst wezen. Zelfs in haar laatste ademstoot is dit "a band on a mission".
Een missie die Face Tomorrow in 013 opent met 'The Maze' waarna alles wordt gegeven, zoals de band vijftien jaar lang alles heeft gegeven. Echter, "Life can be ironic and unfair", om Face Tomorrow incompleet te citeren, want hier zwaait deze avond een band uit die vijftien jaar lang een groter podium had verdiend. Dat mocht niet van 3fm, airplay was ze nauwelijks gegund. Geheel onterecht, getuige de brede setlist deze avond. Puttend uit de gehele discografie zetten de Rotterdammers een ruim uur aan hits die nooit hits hebben mogen worden neer. Strak, zwetend en "begeesterd" alsof de dood hun op de hielen zit speelt Face Tomorrow 013 nog een keer in beweging. Ook hier in het shirt van No Guts No Glory, waar de band ook een nummer aan opdraagt. Of beter, aan Ellen Gerritse, die zich zo fanatiek inzet voor de stichting die mensen steunt in de onmogelijke strijd tegen kanker. Een strijd die ook Face Tomorrow van té dichtbij heeft meegemaakt.
Tegen het eind voegt Green Lizard zich dan nog even bij de Rotterdammers, wordt er tijdens Worth The Wait met confetti geschoten en zingt Remi Tong Ajong mee in Sign Up. De voorlaatste zin van Face Tomorow die ooit in 013 zal weerklinken, "Sign up 'cause we are here to stay". Even popt de vraag op waar we kunnen tekenen om dat ongedaan te maken. Want ook al is het geluid bij Face Tomorow minder op orde dan in het uur daarvoor, de zweetdruppels die van de bühne door de zaal heen vliegen zijn tot achter in te voelen. Sterven met vlammen uit de reet, wat meer kan band en publiek zich wensen.