Case Mayfield leeft zonder doelen

Jonge singer-songwriter is laatste Hotelgast van seizoen

Wouter de Waal ,

Hij had zijn artiestennaam zeker mee voor een Hotelgastenoptreden in mei, maar het stralende weer zorgde desondanks voor een vrij beperkte opkomst bij Case Mayfield in De NWE Vorst afgelopen zaterdag. Het leek de intens spelende muzikant niet te deren, in overeenstemming met zijn adagium dat geen doelen stellen teleurstellingen voorkomt.

INTERVIEW
Zoals gebruikelijk bij Hotelgasten start de avond met een interview door Leon Verdonschot, waarin aan de hand van muziek- en filmfragmenten een beeld van de gast wordt geschetst. In het geval van Mayfield is dat een bijzonder treffende insteek, aangezien hij als zoon van een videotheekmedewerker van jongs af talloze films de revue heeft zien passeren. Lievelingsprent van de kleine Mayfield was ‘De Ongelofelijke Reis’ (‘The Incredible Journey’, 1963), met een drietal pratende dieren in de hoofdrol – zijn diereninteresse zie je overigens nog terug in zijn nieuwe clip. Naast fragmenten uit die film komt ook een stukje van een documentaire over cultartiest Daniel Johnston voorbij. “Puur natuur,” aldus de prille muzikant, die een duidelijke voorkeur voor kinderlijke directheid aan de dag legt. Hij getuigt daar ook zelf van als hij vrijwel zonder aanleiding zijn vroegere liefde voor Boyzone en de soundtrack van The Lion King bekent.
Dat deze instelling soms problemen met zich mee kan brengen, blijkt wel als Verdonschot hem confronteert met zijn openhartige uitspraken over collega-artiesten als Nick & Simon en het voortijdig weglopen bij een rumoerige showcase in Amsterdam, wat niet overal goed gevallen is. Mayfield bezweert echter dat alles enkel uit liefde voor muziek en muzikanten te doen, en het oprecht jammer te vinden als mensen met veel potentie uit commerciële overwegingen muziek beneden hun peil maken, niet in de laatste plaats voor die mensen zelf. Zelf vertelt hij geen groot succes te ambiëren, ja zich zelfs überhaupt geen doelen te stellen, aangezien dat zijns inziens enkel onnodige frustraties oplevert. “Het klinkt misschien wat boeddhistisch,” geeft hij toe, en als hij desgevraagd blijk geeft van een tamelijk onthechte houding ten aanzien van zijn gitaar (die hij op zijn zestiende gekocht heeft tijdens een paddotrip in de hoofdstad) en ook wel van zijn medemensen, ben je inderdaad geneigd in een dergelijke richting te denken. Het komt hem hoe dan ook deze avond goed van pas, want de zaal is met ongeveer veertig mensen allesbehalve vol.

CONCERT
Hoe onterecht dat is, blijkt wel als Mayfield na de pauze blootsvoets op het podium terugkeert voor een korte, maar intense akoestische set. Het voordeel van de kleine publieksomvang is overigens wel dat je jezelf als toeschouwer echt in een intieme huiskamer waant, waarin stem en instrument bijzonder mooi weerklinken. De zanger/gitarist is er zelf ook van onder de indruk en werkt zich vol overtuiging door een ter plekke vastgestelde liedjesserie, de schouders ietwat opgetrokken en met zijn voeten op de grond tikkend. De vanwege herstemmen vallende ruimtes tussen nummers vult hij met vaak ietwat bizarre anekdotes die hem te binnen schieten. “Goals are bullshit”, zingt hij ten overvloede in ‘The Title’ en vanavond bewijst hij zijn gelijk.