Awkward I lijkt vooral zelf nog te moeten wennen

Groninger oogt onzeker ondanks uitstekend materiaal

Julien L'Ortye ,

Ondanks het feit dat Djurre de Haan, alias Awkward I, al meer dan een decennium aan zijn solocarrière sleutelt, was er in 2009 pas zijn eerste echte plaat. Het prachtige I Really Should Whisper – eentje uit de Excelsior-stal – bleek een debuut om in te lijsten, met als hoogtepunt het geweldige ‘Rock Stars’, een van de betere folkliedjes van Nederlandse bodem. Twee jaar later is daar dan de opvolger, Everything On Wheels, een schijfje waar duidelijk de invloed van Alamo Race Track in door klinkt, de band waar De Haan sinds 2007 bassist is.

De singer/songwriter toont zich vanavond tevreden met de vrij matige opkomst in de kleine zaal van Popcentrum 013, zo lijkt. Slechts een kleine honderd mensen hebben de weg naar het optreden weten te vinden, maar desondanks oogt De Haan toch behoorlijk nerveus. Niet geheel onbegrijpelijk, gezien het enkele dagen eerder op Noorderslag allesbehalve naar wens verliep. Gitaarstoringen, een capo (gitaarklem) die om de haverklap los sprong en vocaal was ’t ook allemaal niet top. Een échec, zo mogen we het misschien wel noemen. En dat in ‘zijn’ Groningen. Diezelfde capo werkt vanavond evenmin niet altijd even goed mee, maar verder lijkt het de Groninger allemaal wat meer gegund.
 
En wat beschikt hij over een stel goede liedjes, het blijft vrij merkwaardig waarom Awkward I nog geen groter publiek heeft weten te bereiken. Het eerder genoemde ‘Rock Stars’ voorop, maar ook recenter materiaal als ‘Hannah Hung Heavy’, ‘Let’s Get Ready To Die’ en opener ‘Am I Not My Brother’s Keeper’ zijn stuk voor stuk meer dan goede nummers, die live minstens net zo sterk overkomen. Dat recentere materiaal lijkt allemaal wat breder gearrangeerd en wellicht dat dat ook de keuze voor een violiste verklaart. Een verademing, een instrumentale toevoeging die ook daadwerkelijk iets toevoegt aan het optreden. Het is tenslotte vaker regel dan uitzondering dat zo’n extra instrument veelal onzichtbaar blijft.
 
Anderzijds lijkt hij er ook nog niet echt klaar voor, een groter publiek. Zo vertelt hij graag zo nu en dan iets, maar lijkt door de zenuwen vaak enigszins te vergeten waar hij het nu ook alweer over had. Dat levert warrige en haast meelijwekkende momenten op, vooral gezien de goede bedoelingen die De Haan met dit soort praatjes heeft.
 
Waarschijnlijk simpelweg een kwestie van onwennigheid, dit soort kleine mankementjes. Iets dat na een reeks clubshows van dit kaliber vanzelf zal worden weggepoetst. En tot die tijd kan De Haan prima teren op goede liedjes en dito uitvoeringen. Niks aan de hand.