Helemaal losgaan op een Hammond orgel, was dat niet een hobby van zeventiger jaren bands? Inderdaad, maar de ontdekking van vaders platenkast blijkt nu ook een jongere lichting met het orgelvirus te hebben aangetast. Althans, toch op zijn minst de heren Piso (DeWolff) en Schrijnemakers (vele andere bands), maar als je kijkt naar het gemêleerde publiek dat de zaal vanavond tot de nok toe vult, lijkt de conclusie gewettigd dat de liefde voor het warme, ronkende Hammondgeluid inmiddels generatieoverschrijdend is. Overigens is de nok deze dag geen slechte plek om als bezoeker te vertoeven, want die geeft je in tegenstelling tot de vloer vol zicht op de vingervlugge verrichtingen van de beide organisten. Op basis van enkele stukken van veelal grote beroemdheden uit de wereld van jazz, blues en rock (instrumentlegende Jimmy Smith, maar ook John Mayall en de Allman Brothers) leven de mannen zich namelijk volledig uit op hun zwarte dan wel bruine bakbeest. Om een overdosis aan orgelklanken te voorkomen en de aanwezigen meer bij het gebeuren te betrekken, veroorlooft de band zich tussen de bedrijven door wat korte onderbrekingen. Daarin geeft Schrijnemakers – een toepasselijk ambachtelijke naam trouwens – gortdroog commentaar op de show, terwijl hij de zaal terloops wat komische Nederlandse en Duitse frasen in de mond legt.
Hammonds en toeters heersen bij Orgel Vreten in 013
Uitbundige toetsenstrijd zorgt voor zomerse stemming
Het festivalseizoen mag dan lang en breed achter ons liggen, de enthousiaste capriolen van orgelvreters Robin Piso en Thijs Schrijnemakers over de pulserende ritmes van basplukker Jan Teertstra en trommelaar Wouter Rentema deden afgelopen zaterdag toch een aangenaam zonnetje schijnen in de Kleine Zaal van 013 – al helemaal met drie koperblazende gasten erbij.
Om de feestvreugde nog verder te bevorderen, hebben onze orgelvreters deze avond ook wat speciale gasten uitgenodigd: allereerst verschijnt Daniël van Loenen op trombone, even later weet Arno Bakker ons te verblijden met het ultralompe gevaarte dat sousafoon heet en tot slot komt Bertus Borgers nog even inclusief saxofoon om de hoek kijken, waarna hij natuurlijk net zo goed kan blijven staan om een mooi liedje te zingen. Het podium lijkt eigenlijk bijna te klein voor deze ronddolende kerels, waarbij vooral het woeste gestommel over het orgel van haarboer-bij-uitnemendheid Bakker garant staat voor enige spannende momenten. Uiteindelijk blijft alles echter toch min of meer op zijn plaats, en na een energieke toegift kan de liefhebber zich meteen bij de verkoopstand melden om een felbegeerde gouden plaat met handtekeningen te scoren, terwijl The Celluloid Gurus de zaak in de zaal overnemen met hippe plaatjes en dito projecties. Het geeft allemaal sterk de indruk of je zojuist getuige bent geweest van een enthousiaste show in de een of andere tent op een zomerfestival: zowaar nog een beetje licht en warmte in december.