Tegendraads stuiteren op Periphery in uitverkochte Kleine Zaal

Monuments en The Safety Fire verdienstelijke opwarmers

Wouter de Waal ,

Ten tijde van het uitkomen van Meshuggahs ‘Destroy Erase Improve’ en (later) The Dillinger Escape Plans ‘Calculating Infinity’ in de jaren negentig hebben weinigen het waarschijnlijk vermoed, maar complexe muziek op het grensvlak van hardcore en metal is uitgegroeid tot een ware subculturele hit. Zo kon het afgelopen zaterdag gebeuren dat het relatief jonge Periphery een stampvolle Kleine Zaal enthousiast kreeg met onmogelijke maatsoorten en notenmassa’s.

Monuments en The Safety Fire verdienstelijke opwarmers

Ten tijde van het uitkomen van Meshuggahs ‘Destroy Erase Improve’ en (later) The Dillinger Escape Plans ‘Calculating Infinity’ in de jaren negentig hebben weinigen het waarschijnlijk vermoed, maar complexe muziek op het grensvlak van hardcore en metal is uitgegroeid tot een ware subculturele hit. Zo kon het afgelopen zaterdag gebeuren dat het relatief jonge Periphery een stampvolle Kleine Zaal enthousiast kreeg met onmogelijke maatsoorten en notenmassa’s.

De voorprogramma’s doen het echter niet veel rustiger aan, want ook The Safety Fire grossiert in ongebruikelijke liedstructuren, ritmes en melodieën. Relatief rustige passages worden in hoog tempo afgewisseld met emotionele uitbarstingen, waarboven de frontman afwisselend melodieus zingt en schreeuwt (op een wijze die duidelijk schatplichtig is aan emocore, hoewel je dat de meeste aanwezigen vanavond ongetwijfeld niet zou moeten zeggen). Met hun gecomprimeerde, ingewikkelde en intense nummers zetten de Britten de toon voor de avond, zij het met een iets minder meeslepende show dan de volgende acts.

Hun landgenoten van Monuments beschikken dan ook over maar liefst twee loslopende zangers, die automatisch zorgen voor een wat beweeglijker podiumbeeld. Niet dat de muziek er verder veel toegankelijker op wordt trouwens, maar daarvoor is het publiek deze avond natuurlijk sowieso niet gekomen. In een allengs drukkender wordende atmosfeer zetten de mannen een sterk optreden neer, dat weliswaar niet kan tippen aan dat van de hoofdact, maar waarin een goede balans wordt gevonden tussen kalme en opgefokte passages alsook gevoel en techniek. Met name de krijsvocalen vergen wel een bijzondere smaak, maar de overwegend jonge toehoorders kunnen er naar het zich laat aanzien doorgaans goed mee uit de voeten.

Die jeugdige leeftijd van het gros van de aanwezigen is vanavond trouwens opvallend en komt mooi overeen met de vrij frisse koppen op het podium, ook bij Periphery. Wellicht dat dit soort overvolle en zeer veranderlijke muziek veel jonge mensen mede aanspreekt omdat deze prima resoneert met het haastige ritme en de overvloed aan informatie in de hedendaagse digitale maatschappij. Hoe dat verder ook zij, het enthousiasme voor (met name) de hoofdact is vandaag onmiskenbaar en het moet gezegd, qua wendbaarheid, complexiteit en algehele muzikaliteit spannen de Amerikanen bij deze gelegenheid stellig de kroon. De zanger mag zich bij aanvang excuseren voor de afwezigheid van gitarist Jake vanwege een gebroken vinger en zijn eigen vocale beperkingen door een chronische bronchitis, het zaalgeluid mag wat schel en krakerig zijn, niets van dat alles kan een geslaagd concert in de weg staan. Invloeden van andere groepen (zoals de in bovenstaande inleiding genoemde) zijn overduidelijk hoorbaar, maar de manier waarop de band ze vlot aan elkaar rijgt, creëert wel degelijk iets van een eigen geluid. Een heel bevredigende en met veel gedans en gespring onthaalde performance is het klinkende resultaat.