Wie dacht dat nu-metal beter in de jaren ’90 had kunnen blijven, heeft het helemaal mis. Deftones bewees afgelopen woensdag in 013 samen met voorprogramma Coheed And Cambria nog helemaal bij de tijd te zijn. Ditmaal zonder hoog opgetrokken, witte sportsokken, maar beiden met een flinke dosis goed, nieuw materiaal.
Het New Yorkse Coheed And Cambria speelt zowel jarenoud als gloednieuw materiaal. Snelle nummers, waarin duidelijk de invloed van metalbands als Iron Maiden te horen is, worden afgewisseld met meer melodieuze liedjes waarin de prachtige stem van zanger Claudio Sanchez goed tot zijn recht komt. Drummer Chris Pennie speelt goed, strak en hard op zijn zilveren glitterdrumstel. Travis Stever heeft het uiterlijk van een ondeugend tienerjongetje, maar de gitarist laat horen dat hij ongenadig hard kan schreeuwen als het nodig is. Overigens blijkt hij ook behoorlijk goed bij stem wanneer hij tweede stem zingt in plaats van schreeuwt. Dat zou hij vaker mogen doen. Bij de nieuwste single Here We Are Juggernaut gaat het eerste publieke armpje de lucht in. Daarna volgen langzaamaan meer vuisten. Coheed And Cambria is luid, strak en goed, maar helaas niet heel spannend. Maar wat wil je, in vergelijking met Deftones. Het is wachten op De Mannen.
Skatebroeken tot net over de knie, tunnels in de oren, grote sikken op de kin: alle ingrediënten voor een nostalgisch avondje nu-metal zijn op het podium aanwezig. Alleen de ooit zo karakteristieke, hoog opgetrokken, witte sportsokken ontbreken. Tja, ook de mannen van Deftones gaan met hun tijd mee. Ook muzikaal gezien, zo blijkt al snel. Ruim twee uur spelen ze, vol energie en enthousiasme. Optreden routinewerk? Het is er in ieder geval niet aan af te zien. Deftones begint haar show met wat ouder werk, voornamelijk nummers van haar tweede album Around the Fur uit 1997. Uiteraard komen ook nummers van klassieker White Pony voorbij. Opvallend genoeg is het nieuwe single Diamond Eyes, die de meeste bijval krijgt van het publiek. Het is dan ook een steengoed nummer, dat retestrak wordt uitgevoerd.
Zonder gitaar in zijn handen, heeft zanger Chino Moreno alle ruimte om de charismatische frontman te spelen. Een rol die hij met verve vervult: Moreno springt onvermoeibaar het podium rond en terwijl hij op een speciale verhoging vooraan het podium staat, schreeuwt hij de longen uit zijn lijf, als een leeuwenkoning op zijn rots. Er wordt gecrowdsurft, vuisten gaan steeds fanatieker in de lucht, alle teksten worden moeiteloos meegezongen. Het is Moreno die in het begin niet helemaal goed bij stem lijkt. Na schreeuwnummer Elite komt hij echter vlijmscherp terug.
Is er ook nog wat op aan te merken? Nou, vooruit dan. DJ Frank Delgado’s rol is anno 2010 toch echt een beetje uitgespeeld. Was zijn inbreng tien jaar geleden nog relatief groot, nu is hij blijkbaar zo misbaar geworden dat hij het halve optreden niet op het podium verschijnt. Je zult het vast horen wanneer hij er niet bij is, maar wanneer hij er wél is, hoor je hem niet. Nog een klein puntje van ergernis: The Passenger, het op-één-na beste nummer van White Pony (ja, dat is inderdaad subjectief ) wordt in een vreselijke versie gespeeld. Het is te langzaam, te saai, het bouwt niet voldoende op. Ach, het is de mannen snel vergeven wanneer ze na bijna twee uur spelen afsluiten met een bombastische versie van het energieke 7 Words van debuutalbum Adrenaline.
Het is te hopen dat Deftones nog vele platen als Diamond Eyes gaat maken. Dan kan de band ook het komende decennium nog keihard door.
Knallen met Deftones: vuistjes in de lucht, maar geen sportsokken meer
Support-act Coheed and Cambria is luid, strak en goed
Wie dacht dat nu-metal beter in de jaren ’90 had kunnen blijven, heeft het helemaal mis. Deftones bewees afgelopen woensdag in 013 samen met voorprogramma Coheed And Cambria nog helemaal bij de tijd te zijn. Ditmaal zonder hoog opgetrokken, witte sportsokken, maar beiden met een flinke dosis goed, nieuw materiaal.