“Joe Buck yourself, motherfuckers!”

Countrypunker raakt primitieve snaar in Bat Cave

Wouter de Waal ,

Misschien komt het wel doordat hij uit het zuiden van een ander land afkomstig is. De vanuit Nashville, Tennessee opererende countryduivel Joe Buck heeft een uitstekende band met Tilburg. Een jaar na zijn succesvolle Hayride Hotel optreden stond hij afgelopen vrijdag wederom in de Bat Cave met zijn rauwe éénmansshow, die alweer op veel bijval kon rekenen.

Countrypunker raakt primitieve snaar in Bat Cave

Misschien komt het wel doordat hij uit het zuiden van een ander land afkomstig is. De vanuit Nashville, Tennessee opererende countryduivel Joe Buck heeft een uitstekende band met Tilburg. Een jaar na zijn succesvolle Hayride Hotel optreden stond hij afgelopen vrijdag wederom in de Bat Cave met zijn rauwe éénmansshow, die alweer op veel bijval kon rekenen.

Het is voor Bat Cave-begrippen abnormaal druk als uw verslaggever even na half tien in de eerste noten van Joe Bucks optreden valt. Het vorige optreden van deze snarenplukker (onder andere bekend van Th’ Legendary Shack Shakers en verscheidene collaboraties met Hank Williams III) heeft blijkbaar een stevige indruk achtergelaten en als je deze demonische lelijkerd op het podium bezig ziet, is niet vreemd waarom. Afgaande op zijn schamele uiterlijk dicht je hem geen goede conditie toe. Maar dat belet hem niet zijn repertoire als een bezetene uit te voeren: de longen uit zijn tengere lijf schreeuwend, fel op zijn gitaar rammend en daarbij ook nog eens driftig op het pedaal van zijn basdrum trappend. Die energie werkt natuurlijk aanstekelijk en al dan niet aangewakkerd door de nodige alcohol voelt menigeen zich dan ook niet te beroerd de kreten in zijn liederen uit volle borst mee te brullen.

Erg moeilijk is dat trouwens niet; Buck maalt niet om complexiteit. Zijn performance is eerder een soort van primitief exorcisme, waarbij onomwonden teksten over de demonen in zijn hoofd en de drugs in zijn aderen gekoppeld worden aan even rauwe en directe country. Geen avond van subtiele boodschappen dus, zoals Bucks geliefde uitroep “Joe Buck yourself, motherfuckers!” treffend illustreert. Wat overigens niet wil zeggen dat dit optreden helemaal geen rustpunten kent: eentje voor Joe Buck zelf, wanneer hij iemand uit het publiek even het drumpedaalwerk laat doen en eentje voor de aanwezigen, als hij zich enkele minuten aan een ballade waagt. Over het geheel genomen is het echter een inspannend concertje. Bovenal voor Buck, die het na een uur zichtbaar uitgeput voor gezien houdt. Zeker geen verspilde moeite van zijn kant overigens, zoals wel blijkt uit de vele enthousiaste schouderklopjes van fans als hij uiteindelijk van het podium afstapt en de daaropvolgende drukte bij de merchandisestand. Volgend jaar weer?