Afgelopen zaterdag stonden zes bands in het IJmuidense Witte Theater klaar om hun kunsten te vertonen. Inzet: een plek op het finalepodium van de IJmond Popprijs op vrijdag 29 april in De Nozem en De Non. Helaas mislukte het optreden van Dymaryp door technische problemen, de metalband krijgt dan ook een herkansing bij de eerst volgende voorronde.
Windmill
Windmill speelde metalcore, wat het publiek misschien niet geheel verwachtte. Waar de band waarschijnlijk op moshende, beukende en raggende toeschouwers voor het podiumhoopte, koos het publiek voor een gedeelte liever voor een biertje aan de Witte Theater-bar. Dat was niet geheel onterecht. Het waren meer schreeuwpartijen dan goed gezongen nummers, maar daar is het ook metalcore voor. Desalniettemin speelde het vijftal, bestaande uit Thomas Stoker, Jeremi Wilbie, Sander de la Rie, Bert Hekman en Bob Bakker, vol enthousiasme. Het maakte het korte optreden leuk, maar absoluut niet bijzonder.
The Town
De vijfkoppige band begon hun debuut met ‘Use Somebody’, het (te) veel gecoverde nummer van de Kings of Leon. Hoewel de zangkunsten nog te wensen over lieten, was het gitaar- en drumspel geweldig. Het was weliswaar een rechtstreekse kopie van het nummer - totaal zonder eigen inbreng, maar dat is ook een kunst. Na drie eigen typische popliedjes die net iets minder dan het openingsnummer waren, kwam de band bij het laatste en beste nummer. De zang en de muziek vielen ditmaal wel goed samen. Opvallend was dat het vijftal, in tegenstelling tot de andere bands, wél de zaal mee kreeg. Dat was ook niet vreemd, want ze speelden op het randje van bijzonder.
Ampsalad
Er deinsde een opvallende verontwaardiging door de zaal toen Ampsalad het podium betrad. De band bestaat namelijk uit ‘oude’ mannen in vergelijking tot de andere deelnemers aan de IJmond Popprijs. Toch was hun muziek totaal niet ‘bejaard’ en waren hun liederen juist meeslepend voor jong en oud. ‘Echte rockers’ staat in hun beschrijving en dat waren ze ook zeker wel. Er viel duidelijk te merken dat ze al behoorlijk wat ervaring hadden. De jury had dan ook niets meer dan lovende woorden voor het viertal.
Twice the Same
De drie jongens van Twice the Same speelden met een duidelijke eigen sound, mede dankzij het Engelse accent van de zanger - die ook uit Engeland komt. Metname de bassist van het punkbandje kreeg veel lof in het juryrapport. Ze maakten er een échte show van, wat hier en daar als negatief werd opgevangen. Maar als je daar doorheen keek, bleef er een ijzersterk trio over.
Spacewind
De IJmuidense formatie kwam niet heel sterk over. Ze hadden dan ook absoluut niet de wind in de rug: door technische problemen was het al over middernacht en was het meeste publiek verdwenen. Toch speelde de band met behoorlijke passie en het publiek dat er nog was, was enthousiast. Helaas ontbrak het aan een eigen sound en kwam de band niet verder dan ‘gewone’, maar stevige, alternatieve rock.
Duidelijk was te merken dat het voor de jury een lastige taak was geweest. Er waren geen absolute uitschieters, maar talent was er zeker. Uiteindelijk koos de jury voor Amsalad en Twice the Same. Zij zullen het tegen vier andere bands moeten gaan opnemen in de finale.
De volgende voorronde vindt plaats op zaterdag 19 maart om 20:30 in Café Camille te Beverwijk.