Smutfish in het Filmhuis

Intieme gezelligheid, komische klunzigheid, maar bovenal heerlijke muziek

Peter Balkems ,

Vrijdagavond 17 april speelde Smutfish in het Filmhuis aan het Spui. De zaal is helemaal uitverkocht, hetgeen voor de bandleden voor wat ongemak zorgde. Ze zijn niet gewend dat er geen stoel meer voor henzelf beschikbaar is.

In het geval dat zanger/gitarist Melle de Boer een nummer solo speelt, of samen met sologitarist Dick Zuilhof, stappen bassiste Janneke Nijhuis en drummer Thijs van Teijlingen normaal gesproken even van het podium af om plaats te nemen op een lege stoel op de eerste rij. Dat kan volgens Melle makkelijk, omdat er meestal maar dertig of veertig mensen in de zaal zitten. Maar vanavond is de zaal vol en moeten de bandleden maar even naast het podium op de vloer plaatsnemen.

Het past wel bij het ongedwongen karakter van de avond. Het laatste album van de band wordt in zijn geheel gespeeld, zij het niet in dezelfde volgorde. Daarnaast worden nog enkele oudere nummers ten gehore gebracht, zoals "Gotta have a drink", dat De Boer ooit schreef naar aanleiding van een ruzie met zijn vader. 

De nummers worden goed gespeeld en gezongen en kunnen dan ook op een enthousiaste reactie van het publiek rekenen. De specifieke zang van De Boer combineert uitstekend met het zwoele stemgeluid van Nijhuis en de swampy gitaarklanken van Zuilhof.
Tussen de nummers door, wordt er wat gestunteld met woorden, zoals De Boer zelf ook constateert: "Met de praatjes tussendoor loopt het nog niet zo, he." Het publiek maakt het niets uit. Het is wel om te lachen. 

Voor het nummer "Silver rabbit" is een stukje techniek meegenomen dat zou moeten fungeren als een soort keyboard. Het is een apparaatje dat in een hand past. Met de andere hand wordt er overheen gestreken met een staafje, om de tonen te produceren. Ondanks dat het tijdens de soundcheck toch getest is allemaal, laat de geluidsversterking Melle in de steek. Ook dit levert weer een stuntelige, maar komische situatie op. Uiteindelijk komt het goed, door het apparaatje gewoon voor een microfoon te houden.

Ook het blaasorkest Klein Maar Dapper is vanavond aanwezig en speelt vanaf de trap naast de stoelrijen mee op de nummers "A face only a mother could love", en "I see myself in everyone's eye". 

Als het laatste nummer gespeeld is en het publiek blijft applaudisseren, ontstaat er wederom even een lastige situatie. Op een toegift was helemaal niet gerekend. De band verlaat dan ook het podium, behalve De Boer, zittend achter zijn harmonium. Hij blaast wat tonen op zijn mondharmonica, maar besluit dat die helemaal niet in het nummer past en legt het instrument weg om vervolgens de avond toch tot een passend einde te brengen.

Al met al weet Smutfish het publiek goed te vermaken met muziek, grappen, bedoeld- of onbedoeld gestuntel en de talloze illustraties bij de nummers, die gedurende de hele avond achter de band geprojecteerd worden.