Orgel Vreten, klimmen en beminnen

Een liefdesverklaring aan het Hammondorgel met een grand buffet aan gastmuzikanten

Lilianne Laan | Foto's: Peisam Tsang ,

Tussen de zure oprispingen van de kerststol en de komende oliebollenorgie in snakte Den Haag naar een muzikaal verzetje. En zo stond op 27 december Orgel Vreten zomaar voor een uitverkochte zaal in het Paard van Troje. Thijs Schrijnemakers (Wende Snijders, Stereo) en Robin Piso (DeWolff), de Nederlandse kroonprinsen van het elektromechanisch klavier, presenteren sinds jaar en dag hun orgelpartijtjes in een onweerstaanbaar format: zij bieden tegen elkaar op met improvisatie op de toetsen, onder begeleiding van een ritmesectie en gastmuzikanten.

Het begint als een geintje, maar na een paar legendarische shows dit festivalseizoen blijkt dat het publiek de ‘anderhalf uur geïmproviseerde orgelsolo’s’, zoals Schrijnemakers het zelf beschrijft, gretig verslindt en ze plakken er een tournee achteraan. Eer de show begonnen is, staat Hammond-minnend Den Haag al dankbaar aan het bier in de stampvolle zaal. Een mooi glitterdecortje, een curieuze opstelling van orgels, twee drumstellen: dat belooft wat. Na aanvang duurt het echter even voordat het viertal in de juiste groove zit; de improvisaties horten en stoten nog wat in het begin. Maar de gillende orgels in combinatie met het gortdroge Polygoon-commentaar van Schrijnemakers doen al spoedig de creatieve sappen vloeien en vanaf dat moment swingen de aanwezigen eendrachtig de pan uit.

De set zit slim in elkaar: de schreeuwende orgels maken de nummers tot explosieve kunststukjes maar er zijn genoeg afwisseling, rustpunten en psychedelische bruggetjes ingebouwd om afstomping van het gehoor te voorkomen. Zo zijn daar een verrassend subtiele ballad, gezongen door bassist Teertstra en het herhaaldelijk uitdagen van de drummer die al improviserend de overkant moet halen, tot grote hilariteit van het publiek. De verdeling tussen de frontmannen werkt goed: Schrijnemakers voorziet de show van grapjes en introducties, Piso levert visueel spektakel met zwiepende ledematen, dito haren en zijn kekke panterlaarsjes. Het is soms meer cabaret dan rock 'n' roll maar de muziek is goed genoeg om je daar niet aan te storen.
 

Tel daarbij op de prachtige belichting: dit is genieten voor oor en oog. En gezellig, want er wordt niet beknibbeld op de gastmuzikanten: achtereenvolgens nemen plaats Luka van de Poel (DeWolff), die op het tweede drumstel een stevige slagwerkbattle aangaat met Wouter Rentema, waarna Pieter Holkenborg (Automatic Sam) de gitaar ter hand neemt voor een lekker rauw gebrulde versie van The Stooges’ ‘I wanna be your dog’. Als kers op de taart is daar nog Amsterdamse orgelman Daan Schinkel (zZz) die een robbertje komt meespelen: de man die het betere acrobatische orgelwerk opnieuw heeft uitgevonden. Wie de shows van zZz kent verwacht nu een aardig staaltje muzikaal apenkooien en inderdaad wordt er al snel meer met de ellebogen dan met de vingers gespeeld. Dit ontaardt in een halsbrekende stoelendans over de orgels op de tonen van zZz’s ‘La la la’, knappe jongen die hierbij stil kan blijven staan.
Als toegift worden alle gasten nog eens tegelijk het podium opgehaald en is het feestje compleet. Den Haag kan er na een avondje Orgel Vreten weer tegenaan: kom maar door met die oliebollen!