In Paradiso is vandaag het nieuwe culturele jaar afgetrapt met een traditioneel debat tussen politici en de cultuursector zelf. Inzet van het debat: kunst en cultuur staan onder maatschappelijke en politieke druk, zeker als het over gevoelige onderwerpen als de genocide in Gaza gaat. ‘Paradiso heeft te maken met spandoeken die hier ’s nachts tegen het gebouw gehangen worden, graffiti op het gebouw, dreigementen met name bij onze receptie.’

‘Het thema van dit debat kon u niet missen,’ begint Jeroen Bartelse, die het debat in Paradiso inleidt. Hij is voorzitter van Kunsten ‘92 en directeur van TivoliVredenburg. ‘Under Pressure. Een nummer van Bowie en Queen over de druk die de samenleving doet wankelen. En die druk voelt de artistieke wereld op dit moment ook. In de Verenigde Staten verdwijnen honderden boeken uit bibliotheken. In Londen staan rappers voor de rechter. In Moskou zitten toneelregisseurs in de gevangenis. In meer dan negentig landen is er censuur of intimidatie. En een derde van de makers in Europa voelt zich belemmerd in hun artistieke uitingen.’

Ook in Nederland sluimert die druk, houdt hij de zaal voor. ‘Op zonovergoten festivalterreinen lijkt de vrijheid groot. Deze zomer waren er volop tirades, soms met gejoel, vaak ook met bijval. Maar achter dat decor zien we de druk toenemen. De stem op de flanken verhardt, is agressiever en krijgt veel media-aandacht. Steeds vaker zijn politie en beveiligers nodig om een tentoonstelling of voorstelling door te laten gaan. Ook bij mijn eigen podium, TivoliVredenburg, hebben we bijna wekelijks een gesprek over het programma dat eraan zit te komen, alsof het risicowedstrijden zijn.’

En dan is er nog de zachte kant van de druk: de grap die niet meer gemaakt kan worden, de tekst die wordt afgezwakt, de zelfcensuur. ‘Als kunst het benauwd krijgt,’ besloot Bartelse, ‘raakt de samenleving in ademnood.’

Schrijver Karin Amatmoekrim brengt een onverwachte wending. Niet de beperkingen, maar juist de vrijheid die onvoldoende benut wordt, wil zij aankaarten. ‘Ik wil het hebben over de vrijheid die volgens mij niet onder druk staat, maar die desalniettemin niet genoeg genomen wordt,’ zegt ze. ‘De vrijheid om een moreel oordeel te durven vellen. De vrijheid om ideologisch leiding te nemen en voorbij te gaan aan politieke banden of loyaliteiten. Die vrijheid wordt mijns inziens wel genomen door kunstenaars, maar niet genoeg door politici. En niets laat deze disbalans beter zien dan de genocide in Gaza.’

Spandoeken en bedreigingen

Dat raakt een snaar bij VVD-cultuurwoordvoerder Erik van der Burg. ‘Ik voel me aangesproken,’ verklaart hij. ‘We hebben in de politiek de afgelopen jaren te weinig leiderschap getoond en zijn teveel bezig geweest met 140 of 280 tekens, met de Telegraaf van morgen en SBS van vanavond. En ja, mijn partij is al voor een groot deel van de zaal sinds mensenheugenis aan de macht. Dus dan ben je verantwoordelijk voor alles wat er mis is gegaan, maar ook voor wat er goed gaat.’

Uit de zaal komt een felle interruptie: onder Mark Rutte, zo klonk het, is ideologie heel bewust buitenspel gezet. ‘Er werd het idee aangeboden dat politiek en ideologie niet samengaan. Terwijl een politicus juist vanuit een mensbeeld de wereld moet benaderen. Dat is verdwenen, en dat komt voor een groot deel door Rutte.’

Je uitspreken over bijvoorbeeld Gaza is in Nederland ook niet zonder gevolgen. Dat merkte Paradiso-directeur Geert van Itallie toen acts als Kneecap en Bob Vylan aangekondigd werden. ‘Dat varieert van spandoeken die hier ’s nachts tegen het gebouw gehangen worden, graffiti op het gebouw, dreigementen met name bij onze receptie,’ vertelt hij. ‘Mensen die daar werken voelen zich niet meer veilig. Dat is aanhoudend aan de hand sinds we die artiesten hebben geprogrammeerd. En er is ook continu druk vanuit de politiek. Met name JA21, de Amsterdamse fractie, stelt iedere keer dat er hier een artiest iets roept wat hen niet welgevallig is vragen aan de burgemeester, en dat komt erop neer: waarom moet Paradiso nog subsidie ontvangen voor dit soort activiteiten?’

Van Itallie benadrukt dat zijn zaal altijd geëngageerd is geweest. ‘Paradiso is ook een plek geweest voor de anti-apartheidsbeweging. Voor de krakersbeweging toen de woningnood hoog was. Dat zit in ons DNA. We moeten geëngageerd kunnen programmeren, zonder pamflettistisch activistisch te zijn. We kunnen ons programma laten spreken. Aan de overkant op een plakzuil hangt nu een affiche van ons dat binnen een paar dagen al vier keer opnieuw geplakt is: “Artists are not the story, Gaza is the story”. Een quote van Massive Attack, en voor ons een reactie op de druk op onze programmering. Laten we kijken waar het echt om gaat.’

PvdA-GroenLinks-Kamerlid Mohammed Mohandis herinnert zich een eigen ervaring als jonge politicus. ‘In 2007 was ik nog maar net raadslid in Gouda. Er was een Iraanse kunstenares, Soora Hera, die in Museum Gouda een fototentoonstelling wilde laten zien. Er ontstond veel verontwaardiging uit religieuze hoek, en ik liet me meevoeren door die publieke druk. Pas later besefte ik hoeveel druk dat legde op de kunstenares en het museum. Voor mij was dat een grote les: je kunt vanuit goede bedoelingen bijdragen aan polarisatie en zelfcensuur. Wat ik sindsdien probeer, is: tel tot tien. Besef waar je als politicus aan bijdraagt. Je kunt olie op het vuur gooien, maar je kunt ook ontzenuwen. Dat is misschien wel de belangrijkste taak die op onze schouders rust.’

Zo wordt duidelijk dat de druk op de kunstsector uit allerlei hoeken komt: maatschappelijke protesten, religieuze verontwaardiging, politieke bemoeienis. Volt-leider Laurens Dassen pleit daarom voor structurele stabiliteit, en dat is uiteraard ook een geldkwestie. Zeker in campagnetijd. ‘Hoe zorg je ervoor dat kunst en cultuur de ruimte heeft om dit te doen? Sinds de kaalslag van 2009 is de sector steeds weer gebruikt als sluitpost: het levert te weinig economische waarde op, dus er wordt op bezuinigd. Dat is de verkeerde manier om het maatschappelijke debat te voeden. Daarom zeggen wij: zorg dat er een cultuurnorm komt van 0,7 procent van het bbp. Dan is er altijd stabiele financiering, en kunnen we veel meer investeren in de kunst- en cultuursector.’

D66’s Ilana Rooderkerk sluit zich hierbij aan: ‘Ik werk namens D66 aan een initiatiefwet om het recht op cultuur te verankeren. Want zodra er bezuinigingen komen, kijken wethouders naar hun wettelijke taken: zorg, onderwijs. Wat overblijft, is cultuur. En dat wordt dan vaak het kind van de rekening.’

Erik van der Burg reageert op zijn VVD’s: ‘Ik vind het een beetje platte politiek. We gaan straks met elkaar een coalitie onderhandelen. Wie die “we” ook zijn en of ik daar onderdeel van ben — mijn partij in elk geval — is de vraag. Maar we hebben gewoon met elkaar een flink aantal problemen in dit land op te lossen. Vrijwel iedereen heeft in het verkiezingsprogramma staan dat er meer geld naar Defensie moet. Er komen nog meer zaken aan. Dus het is echt niet zo dat als iedereen hier in de zaal op D66 stemt, dat dan het manna uit de hemel nederdaalt en alle problemen in de cultuursector worden opgelost. Dat is makkelijk scoren voor een zaal met 500 mensen. Je moet kijken hoe je met elkaar je verantwoordelijkheid pakt. En dan zeg ik erbij: ik verwacht dat er straks een regeerakkoord komt waarbij u, als het gaat om cultuur, op veel punten ontevreden zult zijn. Omdat er niet dat geld bij komt wat u hoopt. Tegelijkertijd bent u behalve actief in de cultuursector ook mantelzorger, ouder of bezorgd over Oekraïne. U bent meer dan alleen iemand die zich bezighoudt met cultuur. En die balans moeten we gaan vinden.’