We hebben het er vaak over dezer dagen: muziek beweegt langs mysterieuze paden. Een pikante scène in een film kan een hit van twee decennia geleden nieuw leven inblazen, een play bij Boiler Room door de juiste dj kan een clubhit opleveren. Jonge mensen van nu zijn kinderen in muzikale snoepwinkels, die naar hartelust kunnen plukken uit het nieuwe aanbod, maar ook uit zestig jaar popgeschiedenis. We kennen inmiddels talloze verhalen sinds de intrede van filesharing en sociale media, maar dat was in 2007 nog heel anders. YouTube was een kersvers platform, en het bracht 4chan nerds met humor op het idee van de meme der memes: de RickRoll. Stuur iemand een bericht over iets ogenschijnlijk SUPER belangrijks, voorzien van een link naar de meest corny popsong van de jaren tachtig: Rick Astley’s ‘Never Gonna Give You Up’.
Mijn zoon is dertien en kent Rick Astley’s ultieme culthit van de meme. Natuurlijk kent-ie de meme, zou je zeggen, maar besef even: die grap met die videoclip is dus al ouder dan hijzelf is. Al bijna twee decennia. En dus wilde hij dolgraag naar het concert van Rick Astley in Utrecht, en hij is niet de enige: de 2.000 kaartjes voor het concert waren in juni vorig jaar al allemaal uitverkocht, alsof het niks is. Kunnen we stellen dat Rick Astley’s carrière anno 2024 levendiger is dan ie ooit geweest is? En kunnen we concluderen dat hij die meme - die niet per se aardig bedoeld was - omgebogen heeft tot een ware lange-termijn-revival? Jazeker!
Maar wie gaan er nou naar zo’n concert? Heeft Rick Astley echt fans? Of staat de zaal vol met mensen die hun favoriete guilty pleasure wel eens live willen zien? Ik was van plan het van dichtbij te gaan bekijken met mijn zoon, ware het niet dat die op het laatste moment ziek afhaakt en ik dus in mijn eentje de concertzaal in wandel. Via zes verschillende appgroepen probeer ik nog een vriend op te trommelen, maar het blijft jammerlijk hangen op ‘dé Rick Astley?’ en ‘gek genoeg voel ik hier FOMO naar, maar ik kan helaas niet’. En dan loop ik in de gang van TivoliVredenburg Marta tegen het lijf. Ze staat al twee uur voor de deur van de Grote Zaal, in de hoop dat iemand per ongeluk een kaartje extra heeft. Haar ogen worden gigantisch als ik haar engel blijk te zijn. Ze vliegt me om de hals, verklaart dat ik haar grote droom waarmaak, en pardoes ben ik Fan voor een Dag.
Iedereen die opgegroeid is met het internet is er wel eens ingetrapt: de Rickroll, een onverwachte confrontatie met Rick Astley's cheesy popklassieker 'Never Gonna Give You Up'. Maar heeft de cultzanger ook echt fans? Atze de Vrieze zoekt het uit en wordt Fan voor een Dag.
Radio-held
Marta is 53 (dus 16 in 1987), woont in Zeist, heeft pas haar duim gebroken onder een PostNL pakket van 40 kilo en is dol op de jaren tachtig. Dat kom ik allemaal te weten in de eerste paar minuten dat ik haar ken. En oh ja: ze groeide op in Argentinië. ‘We hadden geen tv, maar wel radio, en daar luisterde ik altijd naar. Het was een geweldige tijd qua muziek, en Rick was altijd mijn favoriet. Het was mijn grote droom om hem een keer in het echt te zien, maar geen enkele artiest kwam ooit naar Argentinië. Ik kan niet geloven dat het zo gaat gebeuren. Ik weet het zeker: jij gaat volgende week de loterij winnen, het leven gaat je toelachen.’
Ik heb haar echt op het allerlaatste moment blij gemaakt, net voor showtime, dus de zaal is al van boven tot onder gevuld. Maar Marta is kordaat. Er is maar één plek waar ze wil staan: vooraan. Ze grijpt mijn arm en we wurmen ons de vloer van de grote zaal op in een poging die kleine vrouw voor die lange Hollandse ruggen te krijgen. Dat lukt in eerste instantie aardig, met af en toe een geïrriteerde blik en wat druppels bier in de nek, maar ach, er is ruimte, en fuck it. Maar hoe dichterbij we komen, hoe moeizamer het gaat. Een man naast me mompelt ‘aso’ tegen zijn vrouw en vooraan krijgen we een ‘no way, wat denk je zelf’ van twee dames die het hoofd van Rick Astley op hun buik dragen. Ah, dit zijn ze dus, de echte fans, ze bestaan en ze hebben hun plek vooraan tegen het podium verdiend door op tijd te komen. En ze hebben natuurlijk gelijk ook.
We druipen af naar het midden van de vloer, waar we soort van zonder mopperen een plekje vinden naast een vrouw die met haar man en volwassen zoon is. Sowieso: Rick Astley-concerten zijn kennelijk een gezinsuitje voor vijftigers. De vrouw vertelt dat ze vroeger natuurlijk helemaal niet van Rick Astley mocht houden. ‘Ik was van U2 en de Simple Minds, dus dat kon helemaal niet. Maar ‘Never Gonna Give You Up’ was mijn favoriete guilty pleasure. En toen ik vorig jaar die show op Glastonbury zag dacht ik: volgens mij is dat hartstikke leuk!’
Ah, die show op Glastonbury, die moet even genoemd worden. Want dat was de reden dat deze show al in juni vorig jaar uitverkocht. Astley speelde vorig jaar zomaar op het hoofdpodium op Glasto, en die show werd uitgezonden door de BBC. Ik heb die uitzending ook gezien en dacht hetzelfde: die man kan echt zingen, is charmant en heeft ook nog eens een serieuze band bij zich. Hoe Rick Astley op dat serieuze festival belandde, God mag het weten. Al zie je in de festivalwereld de laatste jaren vaker acts rondtrekken die er in de meer puristische jaren negentig absoluut niet in zouden komen: de hitkaravaan van Nile Rodgers & Chic, de slicke hits van Lionel Richie, dus waarom Rick Astley niet? De 80s cultkoning ging daar op Glastonbury ook nog eens aan de haal met het oeuvre van zo’n beetje de meest credible band van datzelfde decennium: samen met Britpopband Blossoms speelde hij een compleet The Smiths tribute uur waar gitarist Johnny Marr verbolgen over twitterde: ‘This is both funny and horrible at the same time.’
Kraaienpootjes
Goed, terug naar TivoliVredenburg dus, waar de verwachtingen terecht hoog zijn, blijkt als Rick Astley om negen uur met een ijzersterke band het podium op stapt. Een blazerssectie, twee soulvolle achtergrondzangeressen, Rick zelf met een volle haardos en een straf paars pak. Al als tweede nummer speelt hij ‘Together Forever’ uit, de follow-up van ‘Never Gonna Give You Up’ uit 1987. De zaal zingt uit volle borst mee, en Astley zelf blijkt een geboren feelgood-man met een goede stem. ‘It's a beautiful life if you give it a chance, it will make you dance’, zingt hij even later, en de zaal ligt aan zijn voeten. Marta is van elk liedje een halve minuut aan het filmen, haar telefoon helemaal ingezoomd op de kraaienpootjes in Rick Astley's gezicht, die met het blote oog nauwelijks waarneembaar zijn. Marta heeft een glimlach van oor tot oor.
‘Als ik een gitaar om doe betekent dat dat we een nieuw liedje gaan spelen’, zegt Astley met gevoel voor zelfspot. Hij wijst behulpzaam: ‘Dat is jullie cue om naar de wc of naar de bar te gaan. Er zit er daar eentje, en daar en daar.’ Ja, Astley heeft een nieuw album uit. Het heet Are We There Yet?, en bijna alle liedjes gaan over zijn vrouw, met wie hij al heel lang is. 58 is-ie inmiddels. Zijn mojo is hij nog niet verloren, maar hij geeft wel netjes toe dat hij de songteksten voor zich op schermen heeft staan. ‘Dus als ik vaak naar de rand van het podium loop weten jullie hoe laat het is.’ Die zelfspot staat hem goed en past bij zijn cultstatus. Tegelijk: niemand hoeft zich vanavond te vervelen, en dat terwijl die nieuwe liedjes inderdaad niet al te boeiend zijn. Maar de show heeft vaart, kwaliteit en slimmigheidjes. Zo vlecht Rick door ‘She Wants To Dance With Me’ een stukje van Lizzo’s ‘Juice’ en laat hij zijn zangeressen volledig losgaan op de zwijmelballade ‘Cry For Help’. Verdomd, dit is eigenlijk gewoon ook een steengoede song, zolang je maar accepteert dat het glazuur van je tanden spat.
In de toegift heeft Astley nog een geintje in petto als hij achter de drums klimt en zijn zestienjarige zelf in de schoolband oproept. Hij zet niets minder dan AC/DC’s ‘Highway To Hell’ in, en alsof dat nog niet grappig genoeg is staat vervolgens de hele rest van de band met een gitaar om zijn nek. Pretty funny. En je zal daarna nog maar de enige echte RickRoll achter de hand hebben, de song waar iedereen op wacht. Ook die speelt hij fantastisch uit, omgekleed in de streeptrui en blauwe blazer uit de videoclip, lang genoeg om de meeste telefoontjes weer te laten verdwijnen, zijn band uitgebreid voor te stellen, de zaal ‘never gonna say goodbye’ te laten zwaaien en te chanten: ‘when we come again, will you come again?’ Yeah! Hoeveel mensen zullen vanavond op basis van hun favoriete guilty pleasure, de meme der memes, naar Utrecht gekomen zijn en nu fan zijn? Marta is verguld, haar Argentijnse tienerdroom kwam vanavond uit. ‘Ga je ook mee naar The Human League?’