Bliep. Bloep. Njnnnnnnng njnnnnnnnng. Kleng klang. Kssssssssssssst. Ksssssst. Tktktktktk. Metalige geluiden die langs elkaar snijden, die in een zwart gat verdwijnen. Gigantische zwarte doeken zijn over het plafond en de wanden gedrapeerd. De kerk is volgepompt met rook. Kortom: er is geen fuck te zien bij Autechre in de Grote Kerk. Het duo behoort al dertig jaar tot de voorhoede van de elektronica, sinds de Artifical Intelligence-serie van Warp de IDM-oerknal afkondigde. Sindsdien is hun aanpak alleen maar conceptueler geworden. Dit is cerebrale muziek, abstracte elektronische composities met nauwelijks melodie, waar vaak ook geen ritme in zit waar je je aan kunt vastklampen. Desoriënterend dus, al helemaal in het pikdonker.
Een boel shows op Rewire dit jaar die de haren rechtovereind deden staan: van folkcollectieven die oeroude tradities nieuw leven inblazen, tot een eeuwenoud orgel dat door robots wordt bespeeld, op deze editie werden tradities nieuw leven ingeblazen. En dan waren Autechre en Oneohtrix Point Never er ook nog.
Autechre, sinds dertig jaar pioniers op het gebied van vooruitstrevende elektronica, behoort tot het fundament onder Rewire, het Haagse festival dat grensverleggende elektronica programmeert naast avontuurlijke acts uit allerlei hoeken. Echt állerlei hoeken. Zo laat Brusselaar Maxime Denuc op vrijdag in de Lutherse Kerk horen hoe futuristisch een eeuwenoud kerkorgel eigenlijk kan klinken. Zijn gedachte-experiment: wat als je robots het orgel laat bespelen? Dan kunnen ze vingervlugge motieven spelen die voor een simpele sterveling onmogelijk zouden zijn. Dan hoef je als organist geen toets aan te raken. Bijzonder hoe zo’n orgel plotseling haast elektronisch klinkt, puur door de wiskundige precisie waarmee de patronen zich herhalen. Wat helpt: Denuc’s composities zijn simpelweg schitterend.
Wie wil, kan zich dit weekend ook laven aan imponerende, vaak plechtige folkmuziek. Neem bijvoorbeeld Shovel Dance Collective in de Lutherse Kerk, een negenkoppig folkcollectief dat traditionele liederen speelt van de Britse Eilanden en Ierland. Alleen al dat traditionele instrumentarium op het podium is indrukwekkend, met pomporgel, mondharmonica, banjo en harp. Ze spelen die folksongs vaak net zo serieus als vreugdevol. Bij hetzelfde kerkje is het dringen voor Brìghde Chaimbeul, een jonge Schotse die op zaterdagavond laat horen hoe bezwerend de doedelzak eigenlijk kan zijn. Soms met uitgestrekte, duistere droneklanken met minimale tonale verschijnen, dan weer speelt ze die melodieuze folktunes alsof de duivel haar op de hielen zit. ‘Van dit nummer wordt gezegd dat je de duivel ermee aanroept,’ zegt ze met een geheimzinnig glimlachje. ‘Maar volgens mij zijn we in deze kerk veilig.’ Om haar vingers weer over de pijpen te laten dansen voor nog zo’n hypnotische tune.
Het zijn artiesten die eeuwenoude muziek nieuw leven inblazen, die tradities het heden intrekken en daar ook écht iets aan toevoegen. In die hoek is de show van Maria W. Horn en Sarah Parkman in de Grote Kerk het meest indrukwekkend. Neem alleen al hoe dat vijfkoppige ensemble eruit ziet, in traditionele Scandinavische klederdracht met grote veelkleurige hoofdtooien. Funeral Folk heet het album dat ze hier ten gehore brengen, en dat hoor je. Ze koppelen folk vol zwierige, opzwepende vioolpartijen, windbelletjes en samenzang aan loodzware doom metal gitaren, die het geheel een boosaardig karakter geven. Religieus ook, al tijdens die voordracht over de onvermijdelijkheid van de dood. En al helemaal wanneer iedereen meezingt met een collectieve hymne, waarna de band in begrafenisprocessie het podium verlaat.
Wat het ook goed doet op Rewire: artiesten die muziek koppelen aan performance, die daarmee een extra dimensie aan hun optreden geven. Oké, het optreden van Jenny Hval, met synthdude aan de knoppen, voelt nogal knullig. Al helemaal wanneer ze hardop fantaseert over een leven als hamburger, en de technicus ons door de technische rider heenloopt. De show van Gazelle Twin daarentegen, in de Schouwburg even verderop, is superspannend, een soort Lynchiaanse koortsdroom met vervormde vocalen, creepy soundscapes en visuals.
En de show van Keeley Forsyth dáárna? Magistraal! De Engelse actrice debuteerde vier jaar geleden met een plaat vol spaarzame composities, die volledig in dienst staan van haar stemgeluid. Op Rewire debuteert ze de nieuwe A/V-show van haar aankomende album The Hollow, en die klinkt en oogt geweldig. Keely, met sluik zwarte haar dat vóór haar gezicht naar beneden valt, loopt gebogen over het podium alsof ze het verdriet van de wereld op haar schouders draagt, in zwart pak voor witverlichte schermen. Ze heeft de dictie van een Shakespeariaanse acteur, en maakt subtiele, maar elegant gechoreografeerde bewegingen. Haar spookachtige stem galmt door de Grote Kerk heen. ‘I crrrrrrrrrystalize at your feet,’ huilt ze over dissonante viool en een desolate drumkick, en hoor je dat? Nee? Dat klopt, complete stilte!
En er is ook genoeg voor de jazz-veelvraat, zoals het Australische improv-trio The Necks, drie veteranen die alsmaar hetzelfde simpele thema spelen en telkens minimale veranderingen doorvoeren. Bloedmooi gedaan. Indrukwekkend is Amirtha Kidambi, die op het podium uitlegt dat zij en haar experimentele freejazz-ensemble Elder Ones spelen in de traditie van Nina Simone en Max Roach: politieke muziek dus, met schurende composities over de racial justice movement, orientalisme, de moslim-genocide in India en de boerenopstand die er in 2021 op handen was. Haar nummers beginnen vaak nog redelijk conventioneel, maar al gauw speelt de drummer manische roffeltjes terwijl de saxofoons op elkaar inbotsen. Ook de Britse saxofonist/zanger/snuiter Albaster DePlume draagt het leed van de wereld mee op het podium. Hij stuurt zijn band telkens weer een nieuwe kant op (‘laten we beginnen met stemmen, ik laat jullie zien hoe!’ En: ‘Nu op die noot blijven hangen!’) en bedankt het publiek met een welgemeend: ‘thank you for living, it’s fucking hard’, voordat hij een zwaarmoedig kerst-folkliedje zingt voor Palestina. ‘I’m dreaming of a white flag.’
Maar goed, je kunt op zo’n festival meerdere routes trekken. Wie niet wil, hoeft geen viool of doedelzak tegen het lijf te lopen. Want vanzelfsprekend is er genoeg elektronica op Rewire, en ook vooruitstrevende clubmuziek in de nacht. 33EMBYW van het SVBKVLT-label uit Shanghai blijkt een verpulverende live-act die de trommelvliezen doet donderen, en zowel Simo Cell en Nick León debuteren zaterdagavond hun live-sets. Waar die eerste nogal worstelt met de techniek, doet de TraTraTrax-held goede zaken. Die Zuid-Amerikaanse ritmes met four-to-the-floor kicks eronder, die vallen als rotjes op de dansvloer, en de visuals van Ezra Miller (is dat nou een wolkendek van aluminiumfolie, of een Bob Ross-kustuitzicht?) zijn supertrippy én fun.
En op zondag wordt Rewire afgesloten door Oneohtrix Point Never, de producer die het afgelopen decennium in deze hoek is uitgegroeid tot royalty, door vanuit avontuurlijke elektronica een stap in de mainstream te zetten: hij produceerde platen voor artiesten als The Weeknd, FKA Twigs en ook Soccer Mommy, en maakte bloedstollende filmsoundtracks. En hij heeft iemand mee: Freeka Tet, de visuele kunstenaar die al samenwerkte met Amnesia Scanner en Gesaffelstein, en die vandaag op het grote scherm een miniatuurversie van OPN bespeelt als een boosaardige poppenspeler. Ondertussen speelt OPN zijn repertoire: heuse spiegelpaleizen van songs, waarin decennia aan popcultuur worden vervormd tot vervreemdende geluidscollages. Zo komt-ie vanuit overprikkelende trance-arpeggio's even later uit bij psychedelische elektronica, om daarna 'Krumville' te spelen, een track die zich ontvouwt tot gruizige slowcore-song. Beetje jammer dat het geluid er halverwege de show uitknalt, maar daartegenover staat wel ‘A Barely Lit Path. De afsluiter die vanuit een vocoder-monoloog wordt uitgebouwd naar een epische synthesizersong, met hemelse koren die de hemelpoorten wagenwijd openzetten. Geen betere song om dit festival mee af te sluiten, tijd om dat overprikkelde hoofd ten ruste te leggen.