Even leek het erop dat Paradiso een groot probleem had. De grote verbouwing die het poppodium voor ogen had komt niet voor in de voorjaarsnota van de stad Amsterdam. Maar het beeld uit de kranten dat Paradiso alles nu zelf moet financieren klopt niet, aldus directeur Geert van Itallie. Hij legt eens even heel goed uit welke scenario’s momenteel op tafel liggen.

Een ingang onder de grond, een nieuw pand voor kantoren en workshops, een Louvre-achtige glazen overkapping van de laad- en losplek. Het was allemaal te zien op tekeningen die het Amsterdamse poppodium in augustus 2022 naar buiten bracht. Paradiso had een belangrijk nieuwtje te melden en legde meteen de ambities op tafel: het had de beschikking gekregen over het braakliggende terrein dat al decennialang de buurman was. Dat moet onderdeel worden van een uitgebreid en gemoderniseerd Paradiso. Een halfjaar later is het dan toch even schrikken als Het Parool schrijft dat Paradiso achter het net vist in de voorjaarsnota. Als grote culturele projecten zijn daarin onder meer De Meervaart en de Openbare Bibliotheek opgenomen, en niet de grote verbouwing van Paradiso.

Directeur Geert van Itallie is helemaal niet geschrokken, vertelt hij. ‘We waren niet in de verwachting dat daar al een bedrag voor ons in zou staan, en dat is ook pertinent niet de verwachting die door de gemeente gewekt is.’ Sterker nog: de gemeente denkt en werkt volgens Van Itallie juist heel nadrukkelijk mee in de scenario’s die nu onderzocht worden. Naast de aanschaf van het landje naast de popzaal doelt hij dan onder meer op de fietsenkelder onder het Max Euweplein, die leeg staat. Die is intussen aan Paradiso toegewezen, en er is ook geld beschikbaar gesteld om die te verbinden met de kelder van de zaal, om zo een ondergrondse ingang te creëren. Opvallend: ‘Het idee om dat te doen kwam van een klagende buurvrouw.’

Magisch maar een tikkeltje krap

Want hoe graag Paradiso uit zichzelf ook mooie plannen smeedt, in de basis komt alles voort uit noodzaak. ‘We weten al heel lang dat ons pand problemen heeft met geluidsoverlast, vooral in de nacht, als de eisen strenger zijn. We hebben te maken met drie juridische procedures van buren. Dat klinkt niet als veel, maar het is genoeg om het ons lastig te maken. Toen ik in coronatijd aantrad als directeur ben ik meteen uitgenodigd om op de thee te komen. Dat vond ik hoopgevend, maar de boodschap was simpelweg: kunnen jullie niet gewoon dicht in de nacht? Dat is voor ons geen optie, we zijn ook een club. Feit is: ze willen gewoon geen mensen op straat in de nacht. ’

Een ondergrondse ingang (en dus geen wachtrij meer voor de deur) is een deel van de oplossing, maar Paradiso werkt ook een plannen om de fundering van het pand en de geluidsisolatie aan te pakken, waarmee meteen ook een duurzaamheidsslag gemaakt kan worden. Het is een ambitieuze poging om uit het veel te krappe jasje te groeien waar Paradiso nu eenmaal in zit. Paradiso is het belangrijkste poppodium van Nederland, een zaal met allure waar elke internationale artiest graag een keer wil spelen, maar het zit ook gevangen in zijn eigen muren. Zeker als je het vergelijkt met al die moderne popzalen met ruimte. ‘Artiesten willen er heel graag komen, maar intussen is het al heel lang niet meer werkbaar.’

De blik gaat dus vooruit, richting het honderdste levensjaar van de popzaal. Want zo ver reiken de ambities. De zaal bestaat nu 54 jaar, ergens in de loop van dit jaar moet de wensenlijst en het prijskaartje concreet zijn. Dan zal de befaamde zaal op enig moment een tijdje dicht moeten - een half jaar, een jaar, het hangt af van de plannen - en over een jaar of zes moet de verbouwing gereed zijn. En dan, als alles goed is, kan Paradiso weer gewoon veertig jaar mee. ‘Ze worden we toekomstbestendig in brede zin.’