Amai. Dat glittershirt van Max Colombie, daar hebben we al boeken over volgeschreven. Hoe de zwaartekracht eventjes wordt opgeheven wanneer hij ermee over het podium zwiert. Hoe de sterren in zijn reflectie meedeinen. Hoe de aarde om zijn as draait. Hoe het hart van een normaliter zo nuchtere muziekjournalist plots een sprongetje maakt als dat glittershirt in zijn gezichtsveld verschijnt. En Max Colombie heeft vandaag iets nieuws in zijn arsenaal. Discobolhandschoenen. Ze zijn schitterend. Duh.
Op Lowlands zagen we afgelopen jaar hoe de Belgische superster Colombie zijn wederopstand beleefde: de ene na de andere show had hij gecanceld omdat hij in gevecht moest met zijn demonen – een giftige cocktail van depressie en verslaving –, en in Biddinghuizen vierde hij zijn emotionele terugkeer. Wie zijn muziek aandachtig luisterde, wist al dat hij een nogal ongezonde relatie had met de nacht. De nacht als het zwarte gat, met zijn allesverzengende aantrekkingskracht die je opslokt als je te dichtbij komt. En de mannen die je in de nacht kunt tegenkomen, in wiens schaduw je wil veranderen, voor wie je alles wil opgeven, voor wie je wil verdwijnen.
Max Colombie ziet er vandaag niet uit alsof hij is verdwenen, gelukkig. Nee, vandaag drijft Max Colombie op een roze wolkje. Na de wat logge openingssong ‘Warrior’ (dat een anthem werd voor zijn mentale strijd) schakelt hij namelijk over op een nieuwe muzikale liefde: de disco. Nieuwe songs als ‘Donnie’s Dream’ en ‘Dancing Machine’ krijgen vederlichte funkgitaarslagjes mee, pompende baslijnen en een percussionist die niet bang is om chimes te gebruiken, en ook oudje ‘Breathing’ krijgt een Dua Lipa-makeover. Het wordt direct vastgelijmd aan ‘On Fire’, een psych-discotune die wel wat wegheeft van Tame Impala ten tijde van Currents.
Tekst gaat door onder foto.