En dan zijn er nog de Nederlanders die achter de camera’s van Boiler Room gaan staan, de grote arena waarop je niet alleen draait voor de stage voor je maar potentieel voor een miljoenenpubliek. Het is een uitstekend moment om je visitekaartje achter te laten, wat Oceanic doet met de vocale jazz van Meredith Monk en Theo Bleckmann, een stukje Rewire op Dekmantel. Uiterst bevreemdend, en toch totaal typisch. En niet lang daarna draait upsammy, de Amsterdamse Dekmantel-darling. Schijnbaar ging ze vol zelfvertrouwen haar Boiler Room in, en eigenlijk kun je zonder ook niet de platen die zij draait: zonder concessies en effectbejag. Ze draait haar kenmerkende, glasscherpe struikel-IDM, die uiterst bevreemde bubbeltjes plastic-elektronica van buttechno is al helemaal zo’n plaat waarmee ze de verkeerde stage totaal leeg zou draaien, en via een blokje zweven met melancholische breakbeats, drum ’n bass en jungle stevent ze op een schitterende laatste jankplaat af: ‘Goodbye’ van µ-Ziq. Geen crowdpleasende set, wel eentje waardoor nog meer liefhebbers van spannende elektronica upsammy in hun harten gaan sluiten.
En de set van mad miran? Sowieso spreekt het van vertrouwen dat Dekmantel haar op het schild heft als de afsluiter van de stage, die de andere dagen voor grote namen als Josey Rebelle en Call Super b2b Objekt is. Staat ze een kwartier van tevoren nog bloednerveus toe te kijken bij Lena Willikens met een agent die zelf zijn spanning ook niet kan verbergen, dan staat ze even later Boiler Room te killen met rauwe electro, breaks en vooral een hele dwingende groove, als een echte rockster. ‘This is one dj you don’t wanna fuck with,’ klinkt een bassline-track. Haar publiek ontploft, vanuit het linkerhoekje staat Objekt halsreikend toe te kijken, en ook haar agent staat breed glimlachend te dansen. Dit zou zomaar haar grote doorbraak kunnen zijn.
mad miran is het type dj dat, net als veel genre-veelvraten, graag richting het einde afkoerst op drum 'n bass en jungle. Eigenlijk werkt dat altijd als een tierelier op een festival als Dekmantel, en toch zie je vrijwel nooit dedicated drum 'n bass-dj's in het Amsterdamse Bos. Sully en Coco Bryce zullen daar wel verandering in brengen, want The Nest blijkt veel te klein voor de twee. Bas, drums en hier een simpele synthlijn of een dwingende voice-over, veel meer hebben de twee niet nodig om The Nest volledig om te keren. Vanaf de eerste kick explodeert de boel met anderhalf uur lang harde garage, jungle en drum ’n bass, die begint rond de 160 bpm en eindigt ergens voorbij Jupiter. Slaat de vlam bij een bepaalde drop nog eens extra in de pan? Natúúrlijk krijgt die plaat dan een rewind. Het gebeurt vaak juist bij de weirdere tunes, zoals deze totaal geflipte banger van Gella met baslijnen die alle kanten op wiebelen. Grappig genoeg is Coco Bryce gewoon een gast uit Breda die we in Nederland nauwelijks kennen, maar in de UK al een behoorlijke following heeft. Een totaal onverwachte, hele leuke ontdekking in de staart van de tweede dag in het Amsterdamse Bo. Nog één dag te gaan!