Flevoland dreigt zijn grootste poppodium te verliezen. De Corneel in Lelystad loopt grote kans te sneuvelen in een bezuinigingsronde op cultuursubsidies. Dat zou een gigantische klap zijn voor het muziekklimaat in Flevoland.

Een postercampagne, een petitie met duizenden handtekeningen, filmpjes waarin artiesten hun liefde betuigen aan het poppodium. De afgelopen weken is een groep vrijwilligers van poppodium Corneel druk bezig geweest met een forse campagne. Daarmee willen ze de lokale politiek bewust maken van het belang van het podium. Want, zegt vrijwilliger Sjors Evers: ‘Het is de enige plek in Lelystad waar je fatsoenlijk uit kunt gaan.’

Zeg maar gerust: de regio. Zonder Corneel is de dichtstbijzijnde optie voor een grote zaal Zwolle, zo’n 50 kilometer verderop. Of naar Almere waar het enige (en kleinere) poppodium in de hele provincie Flevoland staat. Daarmee is Corneel het epicentrum van de provinciale popcultuur, zegt Evers. ‘Bovendien krijgen beginnende artiesten er een plek om te repeteren en hun eerste shows te spelen. Het is een utopie om te denken dat iemand meteen in de Grote Zaal van TivolVredenburg kan worden geboekt. De aanloop daarnaartoe gebeurt hier, op de kleine podia.’ Een podium als Corneel heeft een belangrijke talentontwikkelingsfunctie in de provincie, en dat geldt niet alleen voor de muzikanten, ziet Evers. Zelf begon hij vijf jaar geleden als vrijwilliger concerten te fotograferen. Nu werkt hij als professioneel fotograaf. ‘Bij Corneel heb ik veel ervaring kunnen opdoen. Daarom zet ik me nu ook zo in voor het poppodium. Zonder Corneel zal Lelystad een stuk stiller worden.’  

‘Het vlees op de botten is al jaren terug wegbezuinigd’

Wat is er nou eigenlijk aan de hand? Het is een nogal ingewikkeld verhaal, dus zet je schrap. Corneel is geen zelfstandig podium, maar is onderdeel van een overkoepelende cultuurorganisatie: Stichting Kubus. Die stichting richt zich op allerlei cursussen, van blokfluitles tot ballet. Daarnaast werkt Kubus met een aantal partijen in de stad, waaronder Corneel. Probleem is: Kubus moet van de gemeente bezuinigen. Dat komt niet per se door de coronacrisis. Al in 2019 werd aangekondigd dat de gemeente kampt met een flink begrotingstekort. De gemeente heeft toen besloten dat Kubus aan tafel moest met nog twee culturele instellingen, namelijk het Agora Theater en de plaatselijke bibliotheek. Samen moesten ze zich buigen over de volgende vraag: waar kunnen we kosten wegsnijden?

Je voelt hem al aankomen. Bij Corneel dus. Een rapport dat afgelopen december is gepubliceerd, concludeerde dat Corneel door de coronacrisis veel verlies maakt, en dat de bezuiniging daardoor maar op één manier kan worden bereikt. Als Kubus het poppodium afstoot, kan de gemeente tonnen aan cultuursubsidie besparen (maar liefst 200.000 vanaf 2024). Bovendien, schrijft het rapport, ‘kan de gemeente desgewenst besluiten het pand van Corneel te herbestemmen.’ Corneel, concludeert het rapport, moet in slaapstand per 1 april.

 

Crowdsurfer in Corneel

Kubus schaart zich nu achter dat rapport, en zegt niets anders te kunnen doen dan het poppodium weg te snijden. ‘Ons culturele hart bloedt’, aldus Alex van Zijl, woordvoerder namens de 3 culturele instellingen en directeur-bestuurder van Stichting de Kubus. ‘Als je decennia achtereen bezuinigt op cultuur, dan raak je een keer de bodem. Die is nu bereikt. Het vlees op de botten is al jaren terug wegbezuinigd, nog verder bezuinigen brengt onze corebusiness in gevaar. Het is logisch dat we ons dan richten op onze kerntaak. Voor de Kubus betekent dit helaas dat we niet langer een poppodium in de lucht kunnen houden. Het stoppen is daarmee ook een statement naar de politiek. Als de gemeenteraad zich zorgen maakt over de culturele infrastructuur, dan zijn zij nu aan zet.’

Het rapport stuit op nogal wat verzet onder zowel vrijwilligers, bezoekers als lokale politici. Niet ten minste omdat het rapport onderschrijft dat Corneel vóór de coronacrisis een kerngezond bedrijf was. Sterker nog: het vermeldt dat popconcerten in Lelystad onwijs populair zijn, en drukker worden bezocht dan bijvoorbeeld de theaterproducties die met de bezuiniging veilig worden gesteld. Dat roept onvrede op onder de vrijwilligers en bezoekers. Moet je bij een bezuiniging niet juist bezuinigen op de activiteiten die structureel het minst opleveren? Waarom moeten dan uitgerekend die populaire popconcerten weg?

Een onzekere toekomst

Popmuziek past klaarblijkelijk niet meer binnen de visie van Kubus. En als de Stichting het poppodium daadwerkelijk teruggeeft aan de gemeente, is het poppodium effectief wees. ‘Normaliter zou dat een blessing in disguise kunnen zijn,’ stelt Berend Schans, directeur van de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF). De afgelopen jaren zag hij een aantal wellicht vergelijkbare gevallen voorbij komen. Poppodia werden opgenomen door grote culturele instellingen, pasten vervolgens niet binnen de bedrijfsvoering, en gingen niet beter presteren dan als op zichzelf staand podium. In zulke gevallen kan verzelfstandigen juist positief zijn, stelt hij. ‘Dan kun je er weer een eigen bestuur en directie op zetten, je eigen team ontwikkelen en sturen op je eigen inkomsten en uitgaven. Je kunt weer gaan bouwen en ondernemen. Allemaal onder de voorwaarde dat het poppodium wel subsidie blijft krijgen, natuurlijk. Maar nu ligt dat moeilijk vanwege corona. De gemeente moet bezuinigen, de toekomst is onzeker. Nu is de vraag: wat gaat de gemeente doen?’

Schans gooit hier een belangrijke vraag op. Is het realistisch dat Corneel verzelfstandigt, nu de coronacrisis een nog grotere deuk in de gemeentelijke begroting heeft geslagen? Nog een stapje verder: is het paniekerig, of realistisch om hier een patroon in te zien? Het zou zomaar kunnen dat meer gemeenten aan het eind van de coronacrisis een soortgelijke afweging moeten maken. Die begrotingstekorten zullen ergens mee worden aangevuld, en dat betekent dat de prioriteiten op scherp komen te staan. Is popmuziek straks het haasje in een nieuwe bezuinigingsronde?

Het wegvallen van zulke kleine podia kan de verhoudingen tussen de provincie en de randstad nog schever trekken. Ook lokale politici in Lelystad spraken zich daarover uit. Het weinige wat er is moet je behouden, ziet ook Emiel van der Herberg, lokale fractievoorzitter van de PvdA. ‘Lelystad móet een poppodium houden.’ Daarom dient zijn partij – samen met D66, GroenLinks, ChristenUnie en CDA – een motie in op 26 januari. ‘Daarmee willen we voorkomen dat Corneel vanaf 1 april in slaapstand wordt gezet. Als je dat eenmaal doet, en het personeel wegstuurt, dan is dat het begin van het einde.’

Concrete plannen voor het behoud van Corneel – verzelfstandigen of bij Kubus blijven – bevat die motie nog niet. Toch verwacht hij dat het zeker mogelijk moet zijn. Alhoewel dat kan betekenen dat Corneel naar een nieuwe locatie moet, of een nieuwe  invulling krijgt door bijvoorbeeld theater- en cabaret toe te voegen aan het programma. En áls het inderdaad niet mogelijk blijkt om Corneel te behouden en ook te bezuinigen, zoals Stichting Kubus aangeeft, ‘dan moeten we opnieuw naar die bezuiniging kijken.  Maar dat weet ik nu nog niet. Eerst is het belangrijk om ervoor te zorgen dat Corneel niet, met corona als excuus, gesloten wordt.’ Door Corneel niet in slaapstand te zetten, is er meer tijd om Corneel mee te nemen in de afspreken die vanaf februari worden gemaakt over een nieuwe cultuurnota, die uiterlijk volgend jaar af zou zijn. Een meerderheid voor de motie is er nog niet. ‘Maar ik heb goede hoop,' zegt van der Herberg. 'Dinsdag gaan we het zien.’