Je hebt rocksterren met een natural cool. Die puur en alleen met hun lichaamstaal een heel podium overnemen. Al zouden ze ’s avonds in hun joggingbroek door de SPAR slenteren, dan nog voel je dat de ruimte een klein beetje lichter wordt. Justin Vernon is niet zo’n type. Zelfs niet als alle schijnwerpers op hem gericht zijn.
Kijk dan hoe hij daar staat, midden op de mainstage van Best Kept Secret, ingebouwd tussen de synthesizers en lessenaar met bladmuziek. Hij heeft een heel dikke, slonzige baard. Die buik is al niet veel beter. Die haarband, die lijkt vooral zijn ernstig terugtrekkende haargrens te verbergen. Nee, hij ziet er vooral uit als de veertigjarige buurman zonder baan die op een dieet van bezorgpizza’s hele nachten zit te gamen en tussendoor, als hij even wil lachen, naar Family Guy kijkt. Dat shirtje – van het obscure gitaarpedalenmerk Devi Ever FX – lijkt hij vanochtend uit de kast te hebben getrokken omdat het het enige shirt was dat nog soort van schoon is. En toch, als hij zijn kopstem laat klinken, vergeet je dat allemaal. Dan valt het hele veld stil.
Zijn headlinerstatus, die heeft hij vooral aan zijn debuutalbum uit 2008 te danken. For Emma, Forever Long Ago maakte hij nadat hij zich met een gebroken hart terugtrok in een hutje op de hei, om een cryptische plaat over eenzaamheid op te nemen. Die plaat was ongelooflijk succesvol – zelfs Kanye West wilde met hem werken en zette hem op zes tracks van My Beautiful Dark Twisted Fantasy, en ‘Skinny Love’ werd een nummer dat zelfs in tv-zangwedstrijd-finales tot tranen roerde – maar hijzelf leek dat succes te verafschuwen. Dus maakte hij een plaat die compleet het tegenovergestelde was: een 80s softrockplaat met aalgladde versterkte gitaren, zijn stem vervormd en verstopt achter de nietbestaande plaatsnamen en zelfverzonnen woorden. Opmerkelijk genoeg zag hij daarmee de podia alleen maar groeien van formaat. Niet op de Nederlandse festivals, overigens. Zijn laatste show in een grasveld hier was op Lowlands 2009.