De Australische livesensatie Amyl and the Sniffers speelt vanavond in Paradiso Noord en volgende week op Motel Mozaique en Paaspop. In een video-interview vertellen ze hoe King Gizzard & The Lizard Wizard ze op sleeptouw nam, hoe belangrijk de mullet is, en waarom de hardcore punkshows in een Australisch gehucht van grote invloed bleken. ‘Ik hou wel van wat wederkerig geweld.’

(Kijk hierboven het interview in video)

‘Ughhhhh’, mompelt Amy. Amyl and the Sniffers Is een sensationele band. Maar nu even niet. Nu heeft het viertal rondom Amy Taylor vooral een sensationele kater. Gisteravond in Austin is het nogal laat geworden, tot half 6 in de ochtend stonden ze te zuipen op een huisfeestje. Dat ze vanaf vandaag vier dagen lang heel veel belangrijke optredens moeten doen op showcasefestival SXSW – die bepalend kunnen zijn voor hun carrière – hield ze niet tegen.

Vanavond gaat het wel weer. Dan laat het viertal uit Melbourne zien dat ze hun seventies pubrock spelen met de energie van een hardcore punkband. Dan herinner je direct weer hoe ze de X-Ray op Lowlands afbraken, dan snap je hoe Amyl and the Sniffers kon uitgroeien tot een van de grootste livesensaties van het moment. En wanneer Amy als een razende over het podium rolt en in de bomen klimt, verbaast het je ook niet meer dat ze het hoekje van haar tand mist. Dan vraag je je vooral af hoe ze niet meer blauwe plekken heeft opgelopen. Overigens verliest ze later deze week op SXSW alsnog een tand tijdens een show. Duh.

Op deze superzonnige middag in Austin is er van dat vuur nog weinig te zien. Amy zit met een grafgezicht op het trappetje en zegt zo weinig mogelijk, terwijl drummer Bryce Wilson en gitarist Declan Martens zich zo goed en kwaad als het gaat toch door het interview worstelen. De single ‘Monsoon Rock’ van het gelijknamige en aanstaande album? Die gaat over die keer dat ze op het festival van maatjes King Gizzard & the Lizard Wizard speelden, vertellen ze. Declan: ‘Het was november 2017, en terwijl het bijna zomer was in Melbourne, regende het pijpenstelen. Het bliksemde als een gek. Met de grote metalen palen die de tenten omhoog hielden en de gitaren in de hand was dat best wel eng, maar we we zijn niet geëlektrocuteerd. Daar heeft Amy een nummer over geschreven, omdat het regende als een moesson.’ Declan: ‘En wij rockten!’ Het valt even stil. Ze draaien zich om naar Amy. Die geeft geen kick.

Goed, we hadden het over de inmiddels gigantische Australische psych-prog-rockband King Gizzard & the Lizard Wizard. Amyl and the Sniffers is getekend op hun label Flightless Records en Gizz-lid Joey Walker produceerde singles ‘Some Mutts (Can’t Be Muzzled)’ en ‘Cup of Destiny’. ‘Het zijn echt goede maten’, vertelt Declan, ‘ze zijn helemaal niet zakelijk ingesteld. Hun hele vibe is gebaseerd op handshake deals en kameraadschap. Ze hebben ons meegenomen op onze eerste tour aan de overkant van de oceaan, dat is heel moeilijk om te bereiken als Australische band. En hun arbeidsethos is gestoord, we zagen hoe hoe hard je moet werken om een goede band te zijn. Maar zo technisch als hun muziek is? Dat zal Amyl and the Sniffers nooit worden, ik zie mezelf niet op een microtonale gitaar spelen!’

Muzikaal lijken ze inderdaad nauwelijks op hun labelbaas. Waar King Gizzard zich met een nerdy enthousiasme vastbijt in virtuoze progrock en rockopera’s, speelt Amyl and the Sniffers juist compleet pretentieloze seventies pubrock in het verlengde van Rose Tattoo en AC/DC. Neem ‘I’m Not A Loser’, dat gaat natuurlijk vooral wél over een loser zijn. Amy: ‘Ik schreef het toen wij allemaal samen in een huis woonden en niet zoveel uitvoerden, we zaten vooral te zuipen in de keuken en waren behoorlijk grote shitkickers.’

Pubrock, dat is de muziek die in hun DNA verankerd zit, die hun ouders luisteren, die non-stop op de Australische radio gedraaid wordt en natuurlijk ook in de ‘smerige, stinkende pubs met plakkerige vloeren’ over de speakers schallen. Pub rock is al decennia de soundtrack voor de Australische arbeidersklasse. Declan: ‘Daar herkennen we onszelf echt in. Bryce en ik waren vakkenvullers in de supermarkt, Amy verpakte flessen whiskey in een andere winkel.’

Vandaar ook dat ze er zo uitzien, met hun gescheurde spijkerjasjes en signature mullet-kapsels. Bryce: ‘Dat refereert naar de sharpies uit de jaren zeventig, een Australische subcultuur van de werkende klasse die vaak wordt vergeleken met de skinhead-beweging in Engeland.’ Hoe belangrijk het kapsel is voor de band? ‘Helemaal niet belangrijk!’, gromt Amy. Declan: ‘Voor mij wel, hoor. Ik hou van ons haar. Als een van mijn bandleden het haar zou afknippen, zou ik onthutst zijn. Ik ben er trots op dat we een band zijn met een eigen stijl, zowel muzikaal en visueel.’

Wanneer het gesprek op hardcore punk komt, veert Amy toch opeens op. Ze groeide op in het gehucht Mullumbimby, waar ze als dertienjarige naar opruiende punkshows ging ‘omdat er verder geen fuck te beleven was’. ‘Het waren shows voor alle leeftijden, maar er waren vooral zweterige gasten in zwarte kleding, en kleine ik ertussenin die ze allemaal douwde. Ik ben nooit serieus gewond geraakt. Ik had het gevoel dat ik ertussen paste en werd er absoluut niet gepest.’ Ze grinnikt. ‘Het was heel erg leuk, ik was gek op de energie en het geweld ervan. Waar ik ben opgegroeid was alles zo hippie en happy en kalm, ik was heel blij met die uitlaatklep. Daar hoop ik nog steeds op bij shows: als ik een band zie, wil ik dat mensen me duwen en slaan. Ik hou wel van wat wederkerig geweld.’

Amyl and the Sniffers speelt vanavond in Paradiso Noord, volgende week op Motel Mozaique en Paaspop en deze zomer nog in Utrecht, Maastricht, Groningen en Nijmegen. Het album Monsoon Rock verschijnt 24 mei.