Op Heartworms, het nieuwe album van The Shins, overtreft zanger/gitarist James Mercer zichzelf als liedjesmaker. Ditmaal duldde hij niemand naast zich achter de knoppen in de studio; The Shins ís James Mercer.

James Mercer is een van de meest begenadigde liedjesschrijvers van de afgelopen twintig jaar. Ook op Heartworms schiet hij weer elf keer raak, waarvan minstens vijf keer recht in het hart. Nostalgie, zwartgalligheid en vrolijkheid gaan op de albums van The Shins altijd hand in hand. Mocht je Mercer of The Shins nog niet kennen, wellicht hoorde je zijn karakteristieke stem, geregeld met snik en overslag, eerder op de albums van Broken Bells, zijn project met producer Danger Mouse. Hoe het voor Mercer allemaal precies begon met de muziek, schetst hij zelf in ‘Mildenhall’, een countryachtig rechttoe rechtaan niemendalletje op Heartworms. Vader Mercer werkte op legerbases van de raf en dus verhuisde puber James in 1985 mee naar het Britse Mildenhall, waar hij dankzij cassettebandjes van vriendjes bands als The Jesus & Mary Chain, The Smiths, The Cure en later ook Suede leert kennen. Bands waarvan de invloed is terug te horen bij The Shins. Mercer voelt zich ontheemd op de natgeregende Engelse kinderhoofdjes met zijn skateboard.

James Mercer: ‘Ik was zestien. Het leven leek eindeloos: alles leek een eeuwigheid te duren. Nu ben ik zesenveertig, ik knipper met mijn ogen en heb ineens drie dochters.’ Tijd speelt een spelletje met het gezonde verstand, stelt Mercer. ‘Ik neem al twintig jaar albums op. Ik weet nog dat in 1987 de jubileumeditie van Sgt. Pepper van The Beatles uitkwam, een van mijn favoriete albums. Dat vond ik toen muziek uit de oertijd. Vandaag de dag ben ik zelf al twintig jaar bezig. Overigens is Sgt. Pepper nog altijd een album dat ik in de studio als referentie voor mijn geluid gebruik.’

'Ik zit tegenwoordig vooral alleen in de studio'

Het is een serieuze man, die James Mercer. Een echt grapje verlaat zelden zijn mond en in zijn teksten schuilen doorgaans depressie en wanhoop. Wie hem eerder live zag optreden, weet dat hij geen grote gangmaker of charismatisch podiumdier is. Ongemak hangt zichtbaar om hem heen. Maar fans worden altijd beloond met een perfecte show. De rijke orkestraties klinken live als een klok en zijn koorddansende kopstem blijft immer overeind. Harmonieën en akkoordenwisselingen van The Shins laten zich meten met het beste werk van The Beatles en The Beach Boys. Mercer is ambitieus en legt elk nummer voor The Shins nauwkeurig langs zijn meetlat die geen genade kent. En voor die ambitie moet alles wijken, iets wat hij al vroeg leerde met Flake Music, de eerste serieuze band waar hij in speelde. Ze oefenden in een kelder, en alle bandleden brachten nummers en teksten in. Flake Music klinkt als The Shins maar dan stuurloos. En ook wat harder. Het album When You Land Here, It’s Time to Return uit 1997 werd twee jaar geleden opnieuw uitgebracht. ‘Er staan wat missers op,’ vertelt Mercer nu. ‘Ik wilde zelf een rustiger stijl en hield op een gegeven moment mijn beste nummers achter. Toen ik er genoeg had voor een heel album begon ik The Shins. Ik heb tegen mijn vrienden van Flake Music gezegd: jullie mogen in mijn band spelen, maar ik schrijf vanaf nu alle nummers.’

 

Na drie albums ontsloeg Mercer de bandleden. Vandaag de dag is hij volledig zelfvoorzienend. ‘Door mijn samenwerking met Danger Mouse in Broken Bells leerde ik projectmatiger, met wisselende muzikanten, te werken. Ik vond het bij The Shins altijd lastig om vriendschap en werk te scheiden. En dus zit ik tegenwoordig vooral in mijn eentje in de studio.’

En omdat The Shins nog meer een eenmansproject is dan voorheen is het eigenlijk best opvallend dat Mercer ook op Heartworms zijn eigen hoofd, kalend met baardje en nooit echt het toonbeeld van blakend gezond, niet op de cover zet. De keuze viel dit maal op een tekening van een doodshoofd boven een bloemenbed, een illustratie van Jacob Escobedo die eerder voor The Shins en Broken Bells werkte. Mercer: ‘Ik vroeg hem om de hoes te ontwerpen en liet hem Heartworms horen. Hij kwam direct met dit idee en het dekt de lading perfect; een vrolijke depressie.’

Als Mercer over de studio spreekt, bedoelt hij eigenlijk het oude koetshuis in zijn achtertuin in Portland. Hij zit er graag. ‘Het is mijn speeltuin. Al mijn instrumenten staan er plus een goede geluidsinstallatie. Wat wil een man nog meer?’

Het is de plek waar hij twee jaar terug zelf Heartworms opnam. Je zou kunnen zeggen: een slaapkameralbum, maar dan wel een luxe. Toen het album eenmaal af was, werd in overleg met de platenmaatschappij besloten om de verschijningsdatum een half jaar uit te stellen. Geen onverstandige keuze omdat het album wel eens heel erg goed zou kunnen vallen, deze lente en zomer. ‘Ik heb toen alvast een aantal liveshows met de band geboekt zodat we moesten oefenen. Daar groeiden de nummers enorm van. Het gevolg was dat we nog een aantal nieuwe overdubs hebben opgenomen en de volgorde van het album hebben aangepast.’ Daarnaast werd nog het dromerige ‘So Now What’ opgenomen.

Mercer slaagt er telkens in om als openingstrack van zijn albums een nummer te schrijven dat als een drug op de trommelvliezen van de luisteraar werkt. Shins-albums blijf je daardoor opnieuw opzetten. Dit keer heet dat nummer 'Name For You', een vrolijk liedje vol perfecte wendingen dat hij schreef voor zijn dochters; opdat het maar sterke, zelfbewuste vrouwen mogen worden. 'Het is een aanklacht tegen seksisme.' Dus een indirecte aanklacht tegen President Trump? 'Nee, Trump heeft seksisme niet uitgevonden. Seksisme bestaat al eeuwen. Ik ben niet zo van de politiek. De politiek verdient het niet om bezongen te worden. Ik schrijf vanuit mijn interesse in gewone mensen. Die verdienen het wel om bezongen te worden.'