Met enkel rood achtergrondlicht staat Terzij De Horde in de Kelder van de Oosterpoort op het podium. Het levert een bijzonder gezicht op dat mooi bij de sfeer van het concert aansluit, een sfeer die zich in drie fasen opdeelt. Bij het begin van het concert knalt de band er meteen in. Keihard wordt er op de instrumenten gespeeld, met een flink hoog tempo en dit alles wordt voorzien van een diepe grunt van de zanger. Na een paar nummers verandert de toon van het optreden zich naar een soort lome waan, zoals hun inspiratiebron Marsman het omschreef als ‘den verloomden maatslag van den tijd.’ Menig toeschouwer luistert met de ogen dicht en verstild naar de muziek. Aan het eind van het optreden werpt de zanger zich op de grond om nog een keer de longen uit zijn lijf te schreeuwen. Juist dan breekt er ook een moshpit uit, iets wat je eerder tijdens het concert niet voor mogelijk hield. Een crowdpleaser is het niet, maar het optreden zit verdomd goed in elkaar.
Geen bierdouche maar wel lekker moshen en met bier gooien bij Terzij de Horde dus?
Alles behalve. De verstilling die er halverwege het concert ontstaat, bewijst het tegendeel juist.
Liep de zaal niet leeg?
Een aantal mensen ging wel gauw weer naar boven, maar verrassend veel mensen bleven geconcentreerd luisteren.
Een stiekem succes van het festival dus?
Dat zeker, ook al was de zaal niet stampvol.