50 jaar 3FM: de VPRO op de popzender

Van avantgardisten in de marge tot linker vleugel van een horizontale zender

Robert Lagendijk ,

De nationale popzender heette achtereenvolgens Hilversum 3, Radio 3, Radio 3FM, 3FM, en heet nu NPO 3FM. Niet alleen de naam veranderde; de lappendeken werd een gestroomlijnde zender, maar de auteursradio is verdwenen. Een vijftal insiders vertelt. Zaterdag is op NPO 3 een documentaire te zien over 50 Jaar 3FM.

Zet je op een doordeweekse dag om zes uur ’s ochtends de radio aan en hoor je de stem van Giel Beelen in de huiskamer, dan weet je zeker: jouw radio staat op 3FM. Als je vervolgens Michiel Veenstra, Timur Perlin en Rámon Verkoeij­en hoort, staat je radio nog steeds op dezelfde zender. En als je na de lunch ook nog de stemmen van Paul Rabbering, Frank van der Lende, Domien Verschuuren en Roosmarijn Reijmer voorbij hoort komen, heb je een hele dag naar 3FM geluisterd. Het programmaschema van 3FM biedt mensen in de file, op de werkvloer of gewoon thuis al jaren houvast. Deze zogenaamde horizontale programmering werd in 1992 ingevoerd, maar het zou nog jaren duren voordat 3FM daadwerkelijk de sfeer van een nationale popzender ademde en de afzonderlijke omroepen hun identiteit enigszins afvlakten en een stap terug deden. 3FM is vandaag de dag een volwassen zender en bevindt zich in rustig vaarwater. Hoe anders was de aftrap, vijftig jaar terug.
 
Mythe
Radiomaker Arjan Snijders dook in de geschiedenis van de popzender en schreef 50 jaar 3FM, van vrolijke puinhoop naar serious radio, een fraai overzicht van de ontstaansgeschiedenis van de zender en een echte trip down memory lane. Het prille begin van de zender was ook voor Snijders een totaal onbekend verhaal. ‘Ik dacht, net als iedereen, dat Hilversum 3 was begonnen om tegenwicht te bieden aan de populaire jongerenzender Radio Veronica, dat vanaf zee uitzond.’ 
 
Maar tijdens de research stuitte hij op de scriptie van Rutger Vahl over de vier jaar die voorafgingen aan de eerste uitzending van Hilversum 3. Wat bleek: in 1961 kreeg Nederland op basis van Europese afspraken een FM-pakket toegewezen en kwam er een derde kanaal bij. De NOS rekende zich meteen rijk, hoopte er een hoogculturele zender à la de BBC van te maken en vroeg twaalf miljoen gulden aan Den Haag. Maar de politiek had daar geen oren naar. De VVD wilde de zendtijd aan commerciëlen gunnen. 
 
Begin jaren zestig maakte de jongerencultuur een enorme groeispurt door terwijl The Beatles en The Rolling Stones nauwelijks op Hilversum 1 of 2 te horen waren. Veronica wist met de Top 40 al wel jongeren aan zich te binden. Snijders: ‘Toen er een regeringswissel kwam heeft de PVDA gezegd: geen gesteggel meer, we beginnen met Hilversum 3, mits alle omroepen meedoen en er vooral plaatjes worden gedraaid. Anders zou de zender immers te duur worden.’ De ontstaansgeschiedenis blijkt dus een politiek verhaal. ‘De geboorte van Hilversum 3 als concurrent van zeezender Veronica is een mythe die door Veronica in stand wordt gehouden,’ zegt Snijders. ‘Als je het maar lang genoeg herhaalt, gelooft iedereen het.’ 
 
In 1965 was er uiteindelijk een derde zender en dus moesten de omroepen op zoek naar de nieuwe doelgroep: jongeren. Er kon voorzichtig gepionierd worden. De VPRO deed dat, om te beginnen drie uurtjes op de vrijdagmiddag met onder anderen Frans Halsema, Annemarie Oster en Hans Kemna. De laatste was eigenlijk acteur en toen 26 jaar oud. Zijn programma heette 2x Top10, waarin de top tien gedraaid werd naast die van tien jaar gelden, een ideetje van Han Reiziger, Kemna’s ontdekker. ‘Het was leuk om te maken. Het was een keurig programma dat keurig verliep. Na afloop reden we ook meteen weer keurig naar huis,’ weet Kemna nog.

Van de uitzendingen uit die tijd is niet veel bewaard gebleven, maar kijk naar de radiobodes uit die tijd en je krijgt een aardig beeld. Opera, jazz, schlagers, alles werd door elkaar gedraaid. Zo had de NCRV in 1969 nog het programma Zing, zing, zing! en Four o’clock tea (‘Waarbij u nog een kopje thee drinkt en wij voor de bijbehorende muzikale noten zorgen’), en de Vara had het ochtendprogramma Gevarieerd vrolijke visite. ‘De omroepdirecteuren waren braaf en rechtschapen,’ zegt Snijders. ‘Het heeft lang geduurd voordat de omroepen de doelgroep echt serieus namen. Het aantal tienerprogramma’s was op één hand te tellen. Ik hoorde tijdens de research voor mijn boek het verhaal dat de makers van Veronica vol angst en beven naar de eerste uitzending op Hilversum 3 luisterden. Na een halve dag ging de radio onder een luid gelach uit.’ Daar hadden ze niets van te vrezen. 

Bloempotten
In die eerste jaren van de kersverse zender klonk het Hollandse calvinisme nog door op de zender. Om zes uur ’s avonds hield de uitzending op. Immers, de dienstdoende technicus moest ook gewoon op tijd eten. Maar na de culturele revolutie binnen de vpro in 1968 (de jonge garde greep de macht en schrapte de punten tussen de V, P, R en O ten teken dat de naam de oorspronkelijke betekenis – Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep – had verloren) zette de omroep de voet op het gaspedaal van Hilversum 3. ‘Wij begonnen als eerste publieke zender met een hitparade op de zender,’ zegt Jan Haasbroek, de eerste directeur Radio van de VPRO. ‘We haalden Joost den Draaijer binnen die de Hilversum 3 Top 30 ging presenteren. Hij kwam van Veronica en had daar al een hitparade opgezet.’ Ook voor het jinglepakket had de vpro goed naar de concurrentie geluisterd. ‘Onze jingles klonken zoals die van de succesvolle radiopiraat, Radio Luxemburg,’ vertelt Haasbroek. ‘Wij bleven natuurlijk politiek links, maar we keken wel degelijk naar hoe de commerciëlen het deden.’

Maar het grote publiek stond nog altijd afwijzend tegenover popmuziek. Haasbroek: ‘Wij gingen naar Rome om Soft Machine, The Nice, Jefferson Airplane en Pink Floyd op te nemen. Wij hadden goede banden met de jongerenbladen Hitweek en Aloha. En wij hadden vooral de energie van de grote drie: Wim Noordhoek, Jan Donkers en Rik Zaal. Zij zorgden ervoor dat wij een voortrekkersrol op de radio hadden.’ Het waren de programmamakers die de jongerencultuur wél serieus namen, concludeert Snijders, van de omroepbazen moest je het niet hebben.
 
Potje neuken
De VPRO vulde in de jaren zeventig en tachtig zijn uren op de popzender geheel naar eigen inzicht. Haasbroek: ‘Wij maakten emancipatorische programma’s zoals Germaine sans gêne, waarin uitgebreid werd uitgelegd hoe je moest neuken. Het had niets met muziek te maken, maar stond wel keihard in de kroeg aan als het op de radio was. En we hadden de reeks horrorverhalen van Willem de Ridder onder de noemer Doodsangst Therapie. Dat programma zorgde voor verkeersopstoppingen omdat mensen met bloempotten op het dak van hun auto ergens heen moesten rijden. En in De Hoogwerkers verschaften Peter Flik en Cor Galis zich met behulp van een hoogwerker onaangekondigd toegang tot een flat om met bewoners te praten.’
Stuk voor stuk ideeën en probeersels uit een tijd dat er geen zendermanagers waren en omroepen vooral de eigen achterban bedienden. ‘Omroepen onderling hadden het wel over de verdeling van het geld en technische vernieuwing. Maar we spraken niet met andere omroepen over elkaars programmering,’ zegt Haasbroek. ‘Natuurlijk namen we elkaar niet de maat. Dat gebeurde pas in 1989 toen de adviesbureaus werden binnengehaald. Wat betreft de vpro, we hadden maar één motto: vooraan in de vernieuwing. Verder waren we tegen formats, en kozen we opzettelijk voor presentatoren met sterke, vreemde accenten. Excentriciteit hoorde bij ons. Dat moest allemaal kunnen.’

Aanvankelijk was de VPRO nog veilig weggestopt op de vrijdagavond. De rest van Nederland keek dan toch naar het populaire TopPop op de televisie. Maar in 1984 werd de VPRO een B-omroep en kreeg zo ook overdag zendtijd. Haasbroek kijkt met plezier op die tijd terug: ‘We konden eindelijk uitpakken. We werden vijf keer zo groot op de zender. We hadden John Peel, Gonzo, De Wilde Wereld, Frontlijn, Heartland.’ Maar niet iedereen was enthousiast, aldus Snijders. ‘Het gemopper begint als Fons Dellen en Lotje IJzermans heel alternatieve muziek draaien.’ Het werd opgelost door ook de EO naar de woensdag te verplaatsen, zodat de twee buitenbeentjes van het omroepbestel ervoor moeten zorgen dat Nederland massaal naar Veronica op Hilversum 2 overschakelde. Snijders: ‘In die tijd trok de Tros op Radio 3 op de donderdag een op de vier Nederlanders. De VPRO op woensdag had een luisteraandeel van 2 tot 3 procent. En dat is natuurlijk het dilemma van de Publieke Omroep. Je wilt onderscheidend zijn, maar wat is je ondergrens?’
Progressief kabaal
Frits Spits presenteerde in die periode De Avondspits tussen zes en zeven bij de nos op Hilversum 3. In de hoogtijdagen luisterden drie miljoen mensen naar dat programma. Oké, er was nog steeds nauwelijks concurrentie, maar toch. ‘Je had alleen Hilversum 1, 2 en 3. Voor de muziek moest je op 3 zijn. Ik wilde gewoon een leuk programma maken en volgde mijn eigen smaak: niet te progressief, niet te belegen.’
 
De Avondspits, toen eigenlijk het enige horizontaal geprogrammeerde uurtje op de radio, was heel andere koek dan het progressieve kabaal waar de VPRO het programma mee inklemde. Voor Frits Spits geen enkel probleem. ‘Voor mij zat Ron­flonflon met Jacques Plafond. Dat vond ik geweldig. Ik ben een enorme fan van Wim T. Schippers. En na mij kwam de avondprogrammering van de VPRO. Die omroep zorgde echt voor de vernieuwing op de zender. Zelf ben ik opgegroeid met programma’s als Amigos de Musica van Jan Donkers, Rik Zaal en Wim Noordhoek. Fons Dellen draaide altijd de Ramones. Ik vond het prachtig dat hij zulke herrie draaide. Hij deed dat niet omdat hij vond dat zoiets “moest kunnen”, maar omdat hij er achter stond. Voor een goede zender moet je eigenzinnige makers hebben. En ik vond echt niet alles mooi wat hij mij voorschotelde, maar heb nooit last gehad van andere programma’s en ben altijd van mening geweest dat alles bij elkaar voor een kleurrijk palet zorgde, wat juist mooi is.’
Moeizaam

Via satellieten kregen zenders als Radio 10 Gold en Sky Radio eind jaren tachtig voet aan de grond in Nederland. Het marktaandeel van Hilversum 3 slonk en in oktober 1992 werd besloten de zender te stroom­lijnen. Paul van der Lugt werd de zender­coördinator van 3. Van alle contacten die hij met de verschillende omroepen had, werd zijn relatie met de VPRO de meest moeizame, zegt Snijders. ‘De VPRO hield het langst voet bij stuk en het gevecht was het heftigst.’ 

Arend Jan Heerma van Voss maakte het allemaal mee. Hij volgde in 1996 Haasbroek op als hoofdredacteur Radio bij de vpro en bleef dat tien jaar lang, precies de periode waarin de horizontale programmering werd doorgevoerd. Of in de woorden van Heerma van Voss: de zender veranderde van een muziekzender naar een dj-zender. ‘Dat was een ingreep die nodig was om van de zender een echte jongerenzender te maken. Alsof het dat nog niet was. Wij hadden met Dutch Masters al een hiphopprogramma. En juist zo’n programma moest nu verdwijnen. Ik koestert nog altijd de tijd dat de VPRO-dj’s stuk voor stuk een signalerende functie hadden op de zender. Het waren specialisten die voor een bepaald genre stonden en altijd met muziek bezig waren. Ze werden gedreven door wat ze wilden laten horen. Dat is de beste voedingsbodem voor een muziekzender.’ 

Herkenbaar
Alles wat slecht plaatsbaar was kreeg het moeilijk. De VPRO had het imago van lastig en elitair, en de omroep werd de marge in gedrukt. Heerma van Voss: ‘We zouden niet luisteren naar het grote publiek dat juist zo’n horizontale klok wilde. Het betekende dat programma’s die als “leuk” werden bestempeld iedere dag gemaakt moesten worden. En dat ging dus niet, want Dutch Masters kun je niet vijf avonden in de week maken. Je had precies genoeg gasten en materiaal om dat eenmaal per week uit te zenden.’ 

Het leverde eindeloze discussies met Van der Lugt op. Heerma van Voss: ‘Op Radio 3 is de VPRO altijd avant-gardistisch geweest. Vraag aan mensen waar ze bepaalde muziek voor het eerst gehoord hebben en het antwoord is heel vaak: de VPRO. We draaiden de allernieuwste en meest exclusieve muziek. En daar was Van der Lugt beducht voor. Luisteraars zouden wel eens kunnen schrikken van muziek die ze niet kennen. Maar alle herkenbare muziek is ooit onherkenbaar geweest toen het voor het eerst gedraaid werd. Ik denk: als mensen geen onherkenbare muziek meer horen, bloedt het uiteindelijk dood.’ 

Het bleef wringen tussen de ‘muziekliefhebbers’ van de vpro en de radiomakers die een zender wilden die een gevoel uitstraalde. Heerma van Voss: ‘In die tijd hebben we over van alles vergaderd. Ze vonden dat de VPRO programma’s liet presenteren door popgeleerden. Liever hoorden ze chronisch opgewekte dj’s.’

Paul van der Lugt: ‘Er werd eind jaren negentig gewoon slechte radio door de VPRO gemaakt en er luisterde ook echt geen hond naar. Ik kon met Heerma van Voss prima afspraken maken, alleen kwamen zijn presentatoren steeds in opstand en zij gingen gewoon hun gang. Heerma van Voss deed daar vervolgens niets aan. Ik had totaal geen probleem met nieuwe muziek, maar dat vergt wel een goede presentator. Met veel nieuwe muziek is het als met spruiten; je moet het leren eten. Als ze toen een presentator hadden gehad als Roosmarijn Reijmer, had ik geen enkel probleem met de VPRO gehad. Ik luister graag naar haar programma.’

Tien jaar lang speelde de VPRO, om met Heerma van Voss te spreken, continu verdedigend voetbal. ‘Want er was die centralistische druk en het ging vaak om geld en luistercijfers.’ 

Beter
Het recente verleden is bekend: De VPRO zocht in 1998 deels zijn heil op het internet. 3voor12 werd een vrijplaats waar veel meer kon dan op 3FM. En sindsdien lijkt de angel een beetje uit de discussie en groeien 3FM en 3voor12 langzaam maar zeker naar elkaar toe. En alle kenners zijn het er over eens: die horizontale programmering is goed geweest. Het maakt de zender herkenbaar en dat is beter. Zelfs Heerma van Voss geeft het schoorvoetend toe: ‘Het is beter voor het autorijdend publiek.’ Frits Spits plaatst een kleine kanttekening: ‘Het maakt de zender ook voorspelbaar, en dat is jammer. Maar voor eigenzinnigheid moet je tegenwoordig op internet zijn.’ 
 
3FM presents: Your Serious Radio, tot 26 juni 2016 in Beeld en Geluid, Hilversum
Arjan Snijders: 50 jaar 3FM – van vrolijke puinhoop naar serious radio (FC Klap)