ADE15: Radion, kleurrijk én industrieel

Dauwd piekt met zijn vriendinnetje en zijn ex

Tekst en foto's Atze de Vrieze ,

Wat is ver? Is Groningen ver? Laat de Groningers het niet horen. Is Radion ver? Jazeker, volgens elke standaard is Radion ver. Vanaf het Leidseplein, zelfs vanaf de Marktkantine. Je moet ervoor onder de ring door (huu), en zelfs dan nog door allemaal straten waar het enige leven lijkt te bestaan uit een lege avondwinkel en een volle bar met beslagen ruiten. Maar dan heb je ook wat: het magistrale ACTA gebouw. Voormalig tandheelkundig instituut, tegenwoordig de broedplaats van Nieuw-West.

Een jaar geleden met ADE was de club net open en nog niet af. In feite was het niet meer dan een betonnen blok met een goed geluidssysteem, en in die hoedanigheid al indrukwekkend. Vanavond ziet Radion er verrassend kleurrijk uit dankzij allerlei lichtgevende ballonnen. Het is een gekke combi, dat industriële en frivole, maar op de een of andere manier werkt het wel.

Toch is de vibe in de club een beetje flets. Op die twee exhibitionistische meisjes op de rand van het podium na (wel in decent catsuit hoor) is het een beetje kijk-publiek. Boven, op het balkon, is het rustig, beneden wordt voorzichtig gedanst. Eerst op de uplifting disco van Horse Meat Disco, later op de serieuzere house en techno van Leon Vynehall. Wat is dat trouwens een briljante dj-naam. Vynehall draait niet slecht, maar ook niet verrassend, getuige ook zijn afsluiter: New Order's Blue Monday. Zo'n track moet je verdienen.

Een paar minuten eerder draait in de kleine zaal ook Fort Romeau New Order, maar dan een originelere: de instrumentale Shep Pettibone versie van Bizarre Love Triangle. Hij zit dan in een blokje oldschool, waarin ook LFO en nota bene The KLF een plek krijgen. Die kleine zaal - vorige week pas opgeleverd - is trouwens echt een aanwinst. Het loopt traps op, en achteraan zit een soort kraaiennest waar je als muppet over de dansende mensen uit kan kijken, plus een hoekje waar het licht niet schijnt. Noteer in die zaal zeker de goede set van Tornado Wallace, maar vooral die van Dauwd.

Die slaagt er rond vijf uur in even iedereen te grijpen. Eindelijk een dj die elke plaat weer weet te verrassen. Zo draait hij de originele versie van Aretha Franklins gospelsong Never Grow Up. Nee, niet de Robert Hood rework, echt Aretha. Heel erg goed, en daarna is hij on fire. Van superscherpe acid gaat het naar een tedere liefdestune. Vijf minuten voor het einde zet ie even bij iedereen alle poriën open, of je nou volkomen nuchter bent of ergens daar ginder. Mooi dat het een eigen track is die het hem doet: Lydia, vernoemd naar zijn ex en zo'n goede half-zes-plaat dat zijn nieuwe vriendinnetje er breed van staat te grijzen. Zij wijkt de hele set trouwens geen moment van zijn zijde, wat onlangs op Stekker In Het Park ook al opviel. Maar goed, die track, die heeft hoog, laag en een heleboel ruimte in het midden, plus een goede hook die je pakt. Geweldig slot van een avond die toch wat minder spannend was dan op voorhand leek.

Moeten we nog kijken of die ene jongen van Simian Mobile Disco het oude hitje Hustler draait, zoals die ene jongen tegen beter weten in hoopte? Nee toch?