Rishi Dhir heeft er al een compleet leven als muzikant opzitten. Vanaf zijn zeventiende zat hij in bands. Zijn twintiger jaren bracht hij voornamelijk door op tour door Noord-Amerika, onder meer met de band High Dials. Dhir speelde er sitar, maar ook basgitaar. Een eervolle taak, maar een paar jaar geleden vond hij het tijd voor een stap richting de spotlights. Hij begon een eigen band met een spirituele bandnaam. "De olifant staat symbool voor nieuw begin en welvaart. Dat element wilde ik sowieso in mijn bandnaam hebben. En ik ben een fan van The Stone Roses, dus ik koos voor een songtitel van hen: Elephant Stone."
Met Elephant Stone bracht hij in 2009 een geruisloos verschenen debuutplaat uit, genaamd The Seven Seas. Er staat een knapzak op. "Het is mijn liefdesbrief aan India. Mijn vrouw en ik zijn vijf weken op reis geweest, ik heb bijna alle songs daar geschreven, en ik heb er veel ideeën in verwerkt over hindoeïsme en spiritualiteit. Ik wilde er een mooi open geluid van maken, iets als George Harrisons All Things Must Pass. Maar een band was het nog niet, meer ik met een paar vrienden. Je hoeft je niet te schamen als je het niet kent. Ik heb het op mijn eigen label uitgebracht, niet in Europa. Mijn tweede album is in eerste instantie ook alleen in Amerika verschenen. Het moest langzaam groeien, muzikaal en dus ook zakelijk. Mijn Europese deal dank ik aan de Allah-Las. De Allah-Las en The Black Angels beschouw ik als echte vrienden."
Afstand speelt kennelijk geen rol bij moderne vriendschap. Allah-Las komt uit Los Angeles, The Black Angels uit Austin. De kernleden van die laatste band kent Rishi Dhir al uit de tijd dat de groep nog niet eens bestond. "Ik speelde met The Brian Jonestown Massacre op SXSW, Alex en Chris liepen overal rond met hun notitieblokjes. Ze waren zich aan het oriënteren op wat voor soort band ze graag wilden beginnen." Inmiddels is The Black Angels succesvoller dan Dhir en nemen zijn vrienden hem op sleeptouw op wat hij zelf 'moment nul' noemt.
#GWO13 Elephant Stone: "Je moet nooit bang zijn om opnieuw te beginnen"
Canadees-Indiase muzikant begint na jaren voor zichzelf
Twee jaar na Sgt. Pepper's verhuisden de ouders van Rishi Dhir van Punjab in India naar Canada. Datzelfde jaar speelde de beroemdste Indiase artiest ooit - Ravi Shankar - op het Woodstock festival in Amerika. Het zijn cruciale momenten in de kruisbestuiving tussen India en de Westerse popmuziek, die bij Dhir in het DNA gebakken zitten. En dan zingt hij ook nog eens als Elliott Smith. Nu heeft hij zijn eigen band, hun nieuwe plaat zal bij menig platenzaak in stapeltjes naast de speler liggen: Elephant Stone. Zaterdag 7 september speelt hij op Into The Great Wide Open.
"Ik probeer altijd op zoek te gaan naar het perfecte popliedje", vertelt Dhir over zijn band. "En die probeer ik dan te combineren met oosterse drones. Eigenlijk zoals The Beatles dat al pionierden. Voor mij voelt dat heel natuurlijk. Mijn ouders luisterden veel naar Bollywood, de ultieme fusionmuziek. Alles wat werkte, werd erin verwerkt. Recent heb ik een compilatie gekocht genaamd Sa-Re Ga! Psychfunk, Indiase muziek uit de jaren zeventig. Een grote invloed op me is ook Ananda Shankar, de neef van Ravi Shankar. In 1970 bracht hij zijn eerste album uit, een soort garagerock met modulaire synthesizers, geweldig. Het klinkt nog zo fris. Dat geldt helemaal voor een plaat die ik pas onlangs ontdekte: Ten Ragas To A Disco Beat van Charanjit Singh, eigenlijk stiekem de eerste houseplaat, uit 1982. Een bizar hoog niveau."
De eerste officiële Nederlandse single van Elephant Stone heet Love The Sinner, Hate The Sin, een ware tegeltjeswijsheid, die volgens Dhir zijn oorsprong vindt bij de grote Mahatma Gandhi. "Althans, mensen vertelden me later dat het eigenlijk uit de bijbel komt en een nogal negatieve betekenis heeft, maar voor mij is het een tekst over vergeving. Ook een nieuw begin. Als er één ding is dat ik geleerd heb in mijn leven is dat het: je moet nooit bang zijn om opnieuw te beginnen. Je weet nooit wat er kan gebeuren. Toen ik jong was heb ik vaak in het ziekenhuis gelegen omdat ik heel heftige astma had en allerlei allergieën. Er is me zo vaak verteld dat ik dit of dat niet zou kunnen doen. En hoe harder ze dat zeiden, hoe meer ik mijn best deed om toch te slagen. Ik las laatst een boek over de evolutie van de mensheid. Het is overduidelijk: mensen die risico nemen brengen het menselijk ras verder, de rest niet."
"Ik ben getrouwd, ik heb twee kinderen. Ze zeggen: dan is het muziekleven afgelopen. Maar ik ervaar dat helemaal niet zo. Ik weet beter dan ooit wat ik wil en ben gefocust. Ik weet wat ik moet verwachten als ik op tour ga, weet dat ik het op een gegeven moment zat ga zijn, en ook hoe ik me daar vervolgens op aan moet passen. Mijn kinderen brengen me geluk. Toen mijn dochter geboren werd, verscheen ook mijn eerste album, de geboorte van het tweede album viel samen met die van mijn zoon. Maar nu is het klaar hoor, geen kinderen meer, wel albums."