De nieuwe kleren van de Kyteman

Geniaal levenswerk of jeugdige overmoed?

Atze de Vrieze ,

The Kyteman Orchestra zet een nieuwe standaard. Een superalbum. Een hoogvlieger met een enorme drang naar eigenheid. Een album om duizenden keren te beluisteren. Een wonderbaarlijk epos. De promotieafdeling van Kytopia - het creatieve broeinest rond trompettist, dirigent en artistieke goeroe Colin Benders - heeft geen enkele moeite gehad om een persmap te vullen met ronkende quotes. Maar er is ook een tegengeluid. Kitscheriger dan Meatloaf. Andre Rieu voor het pop-publiek. Het meest dodelijk: de nieuwe kleren van de keizer. Dit weekend speelt The Kyteman Orchestra opnieuw op een groot festival: North Sea Jazz.

Twee jaar na het overweldigende succes van zijn Hiphoporkest - een platina plaat, binnen een jaar alle grote festivals en de Heineken Music Hall - is Colin Benders terug met een nog ambitieuzer project. Het ontstond in Kytopia, een tot studio omgetoverde houtfabriek in Utrecht waar het bruist van de creativieit en waar dromen tot in de hemel rijken. Zijn oude band was al ruim twintig man sterk, nu is daar ook nog eens een groot koor bij gekomen, inclusief vier operazangers. Klassieke muziek, jazz, pop, grootse thema's, alles brengt het orkest samen in een overweldigend, grotesk geheel, afgerond met de grote trom en de gong. Het is een plaat die met geen mogelijkheid in een draaibeurt te bevatten is. Muziek die overdondert en emoties oproept, en ook nog eens iets over de wereld probeert te zeggen.

Erik Zwennes, redacteur bij VPRO 3voor12, heeft met open mond staan kijken naar de ontvangst van het project. Waar in de digitale wandelgangen naast lofbetuigingen ook gemor of zelfs regelrechte verwensingen te horen waren, verscheen de ene na de andere vijfsterrenrecensie. Hebben de critici hun keutel massaal terug getrokken? Praat iedereen elkaar na? Zetten sommige recensenten hun smaak opzij om tot een soort objectieve analyse te komen? "Muziekredacties hebben er massaal voor gekozen het project door te schuiven naar iemand die er enthousiast over is", denk Erik Zwennes. "Wij zelf hebben dat ook gedaan. Dat snap ik wel, persoonlijk houd ik me ook liever bezig met muziek waar ik enthousiast over ben. Maar op zo'n moment blijkt dat de kritische journalistiek over popmuziek in Nederland heel dun is. In de Volkskrant las ik een halfbakken kritische recensie van Menno Pot, waarbij later bleek dat de recensent het album maar een keer beluisterd had. Op dat moment werd vanwege het belang van de plaat voor snelheid gekozen."

 

Menno Pot van de Volkskrant voelt zich niet beledigd door de term 'halfbakken'. "Dat was hij ook. Dat had een praktische reden. Ik had mijn recensies voor die week al ingeleverd toen het album ineens op Spotify verscheen. Ik had precies een uur om het album te luisteren en te recenseren. Ik vertik het om op basis van een enkele luisterbeurt een album af te kraken. Zeker niet bij dit soort muziek, die je linksom of rechtsom hoe dan ook imponeert. Ik heb mijn bewondering op willen schrijven voor de artistieke stappen, en dat heb ik heel voorzichtig willen koppelen aan mijn eerste gevoel. Laf zou ik het niet willen noemen. Wel zou ik na vijf luisterbeurten geen drie maar twee sterren gegeven hebben. Collega Gijsbert Kamer noemde het album op Twitter 'megalomane onzin', na meer luisterbeurten had ik dat ook opgeschreven. Overigens was Gijsbert wel erg onder de indruk van de live-show, waardoor het album voor hem weer in aanzien steeg."

Er lijkt nog een andere factor van belang: popschrijvers zien zich geconfronteerd met muziekstijlen waar ze minder in thuis zijn: klassieke muziek, jazz, Gregoriaanse koorzang, en dan ook nog eens met elkaar vermengd op een zeer complexe manier. Veel recensenten doen niet eens een poging tot de kern van het project te komen. Ze constateren de aanwezigheid van koor en strijkers en zetten er enthousiast hun krul onder. Daarbij gaan ze vaak voorbij aan de vraag wat de muzikanten nou precies met al die instrumenten doen. Juist daar zit het probleem, vindt Erik Zwennes. "Ikzelf stoor me eraan als een act misbruik maakt van gewichtige ingrediënten. Het is als een chefkok die een smaakloos taartje opdirkt met bladgoud en kaviaar. Bij het serveren wordt extra gewichtig gekeken, en zo lijkt het heel wat."

Geloofwaardigheid, daar komt het uiteindelijk op neer. Is Kyteman de authentieke kunstenaar die in zijn muzikale utopia werkt aan een groots levenswerk? Of worden we voor de gek gehouden door een opeenstapeling van muzikanten? Staan we met zijn allen naar die keizer in zijn naakte Johannes te kijken en uit beleefdheid en angst om dom gevonden te worden 'ooh' en 'aah' te roepen? Marc van der Holst, drummer van de Amsterdamse band Hospital Bombers, aarzelde niet. Als enige doopte hij zijn kroontjespen diep in de azijn. Daarvoor hoefde hij niet eens het hele album te horen, vond hij zelf. Twee maanden later heeft hij nog altijd geen spijt dat hij reageerde vanuit een soort elementaire walging. "Die jongen is gewoon helemaal de weg kwijt", beweert hij stellig. "Als Lester Bangs nog zou leven zou hij zijn vliegangst overwinnen om Kyteman dood te schieten. Dit was nooit de bedoeling van Elvis. Mijn particuliere mening is dat rock 'n roll nog altijd de standaard is waaraan dingen gemeten moeten worden. En dit vind ik verwerpelijke kutshit. Ik ben dol op gekke plannen, maar dan wel met een beetje humor erin. The Velvet Underground, Queen, ambitieuze muziek, maar wel met zelfspot. Voor mij staat deze muziek voor een truttige, vinexwijkachtige levenswijze."

Amanda Kuyper, muziekrecencent van NRC Handelsblad, viel wel voor het project van Benders. En dat terwijl ze bepaald niet overtuigd was van zijn eerste project. "Ik vond hem geen goede trompettist. Een slappe toeteraar. Sorry, de ballade waarmee hij een hit scoorde, vond ik erg dun. Ik kom natuurlijk uit de jazz, waar toch wat schamper gelachen werd om de hype. Pas nadat hij na het succesjaar de stekker eruit trok en naar India ging, ben ik hem meer gaan waarderen. Hij verraste me echt met Kytecrash, zijn project met Eric Vloeimans. Ik vond hem op dat moment sterk gegroeid, en heb daar destijds ook een spannend gesprek met hem over gehad. Hier speelt hij overigens weinig trompet en beoordeel ik hem op heel andere gronden, meer op zijn artistieke visie. De film die over hem gemaakt is geeft een goed beeld van wat er in het hoofd van die jongen omgaat. Ik vind het knap als iemand zichzelf steeds opnieuw uitvindt en een streep onder dingen durft te zetten. Daarin vind ik hem echt een kunstenaar. Hij is meer dan een eendagsvlieg."

Het een sluit het ander natuurlijk niet uit. Een muzikant kan zichzelf opnieuw uitvinden, nieuwe wegen inslaan. Zo kan iets ontstaan dat nog nooit gemaakt is, totaal nieuw en uniek, maar daarmee is het resultaat nog niet automatisch geslaagd, vindt Erik Zwennes. "Het verhaal erbij is natuurlijk prachtig: een jongen met een moeilijke jeugd die ineens enorm succes heeft, om zich vervolgens terug te trekken in zijn eigen vrijplaats. Daar wil je graag in mee als luisteraar. Maar ik stoor me aan het feit dat het orkest iets sacraals probeert te brengen. Het is als met kerst naar de kerk gaan. Dan ben je even stil en onder de indruk, denk je na over het jaar. Maar inhoudelijk gebeurt hier eigenlijk niets dat je nog niet eerder gehoord hebt of dat qua arrangementen knap in elkaar zit. Het liedje ontbreekt. De rapper in single Mushroom Cloud is amper te horen. Dan denk ik: waarom trapt iedereen hier massaal in? Het is een trucje. "

Marc van der Holst sluit zich daar bij aan. "Het brengt zoveel kutte dingen samen. En die zangers ook. Iedereen op die plaat zingt slecht." Hij is niet bang om weerzin op te roepen bij collega-muzikanten. Want waar muziekjournalisten zonder angst zouden moeten durven uithalen, heerst onder muzikanten toch een zekere voorzichtigheid. Nederland is al zo klein, waarom zou je elkaar het licht in de ogen misgunnen? "Ik ben wel van het ruzie schoppen", geeft hij toe. "Dat vind ik gewoon leuk. Natuurlijk denk ik wel: laat die jongen lekker zijn ding doen. Bij een beginnende band zal ik ook niet snel zeggen dat ik het slecht vind. Maar als je eenmaal zoveel mensen bereikt als Kyteman, vind ik het wel legitiem. Er zijn meesterwerken die ik niet waardeer, maar waarvan ik wel weet waarom het meesterwerken zijn. Dit is gewoon bij elkaar geraapte rotzooi met een filosofie die me niet aanstaat. Mensen zeggen: het roept sterke reacties op, dat is goed. Ach, Adolf Hitler riep ook sterke reacties op. Waarom mensen het massaal mooi vinden? Er is nu eenmaal een grote markt voor kitsch in Nederland."
 

Dat leidt tot een kernvraag in deze case: kun je een project als dit, dat zo nadrukkelijk speelt met het begrip smaak, eigenlijk wel objectief analyseren? Veel recensenten kiezen er nadrukkelijk voor het begrip smaak buiten de deur te houden, op sociale media (toch meer particulier van aard) schemert het vaker door. Kitsch, het kernwoord van de tweespalt. Megalomanie, bombast en kitsch. Door sommigen uitgelegd als iets negatiefs, door de maker van het werk zelf helemaal niet. Het mocht juist over the top en allesomvattend zijn, vond Benders zelf. Als er ooit een remake gemaakt wordt voor Ben Hur - de blockbuster der blockbusters - is hij beschikbaar voor de soundtrack, zo liet hij grappend optekenen. Juist in het kitsch-element zoekt Kyteman de zelfspot. Al is daar op het podium door de vele serieuze gezichten niet veel van terug te zien.

Bombast wekt argwaan en zelfs boosheid bij een deel van het publiek. Wie bombastische muziek maakt, moet wel iets te verbergen hebben. Door een muur op trekken wordt juist de leegte verhuld, dat kan niet missen. Alleen al om die reden beschouwen zij de beperking als een deugd. Het voert regelrecht terug op de afrekening van de rauwe punkers met de pretentieuze progrock in de jaren zeventig. Veel progbands grepen naar dezelfde elementen: een gelaagd, groots geluid, invloeden uit de klassieke muziek. "Wat dat betreft is het net Lou Reed's Metal Machine Music", zegt Menno Pot. "Kyteman speelt heel bewust met dingen waarvan hij weet dat mensen het lelijk vinden. Als iets op dit moment in de popmuziek uit de mode is, dan is het dit soort Wagneriaans bombast. Opgeblazen en groot, dat mag beslist niet. Hij gaat daar juist met gestrekt been in, en dat vind ik wel stoer van hem."

Een ander deel van het publiek smult juist van de grootsheid, de vele lagen, de lef, de emotie. Vooral bij de liveshows, die heel wat twijfelaars over de streep getrokken lijken te hebben. Zij hebben helemaal niet het gevoel dat Kyteman zich verschuilt achter tientallen muzikanten, ze hebben juist het idee dat hij zijn ballen op het hakblok legt. Voor Kyteman is dat deel van het publiek vele malen groter dan het sceptische deel. The Kyteman Orchestra was een groot risico, maar het pakt geweldig uit. Het publiek omarmde het grootse nieuwe project welwillend. Het album schoot naar de nummer 1 positie, concerten verkopen steevast uit. Waar in menig recensie te lezen valt dat een deel van de fans toch wel zal schrikken of afhaken, is het publiek juist alleen maar groter en breder geworden. "Hij heeft veel terrein gewonnen", zegt Amanda Kuyper. "De vorige keer kwam hij uit het niets, nu is hij een begrip geworden. Je hebt als bezoeker het gevoel dat je even in het hoofd van die unieke geest kan kruipen, dat bijzondere jongetje. Een muzikant die zich soms onrustig en leeg voelt, op de vlucht gaat en terugkomt met geweldig opwindende creaties. Ook hier gaat hij de stekker weer uit trekken. En dan komt er wel weer iets nieuws."