Jeroen Kleijn (‘1969: dus ik ben nog net van de sixties’) groeide met z’n ouders en vijf jaar jongere zus op achter de boulevard van het Scheveningse strand. Het huis was niet echt groot, wel heel erg gezellig. Hoewel afkomstig uit een heus vissersgeslacht, zorgde Opa Kleijn dat zijn zoons niet op de vissersboot terecht kwamen. Vader Kleijn kwam in de verzekeringen terecht, maar verloochende zijn linkse afkomst niet. Jeroen: “Ik kom uit een rood nest.” Thuis stond altijd de radio aan. Af en toe werd er wel eens een plaatje opgezet. “We draaiden thuis The Beatles en van die Franse platen. Er stond meestal wel muziek op.” Zijn podium debuut maakte Jeroen op een schoolfeest. Playbackend speelde hij in Kool And The Gang…als gitarist. Dat hij drummer wilde worden wist hij meteen nadat hij The Golden Earring had gezien. Op de terugweg van Leiden naar Den Haag deelde hij zijn vriendje mee dat hij ook een drumstel ging kopen en op les ging. Dat deed hij. Natuurlijk zagen de buren met lede ogen het drumkitje bij huize Kleijn naar binnen gaan, maar niemand protesteerde: “Vaak wachtten ze zelfs met visite uitnodigen tot ik klaar was met drummen.” Na de middelbare school en een valse start aan een vervolgopleiding verhuist Jeroen naar Amsterdam om psychologie te gaan studeren. Daar komt weinig van terecht omdat hij al snel wordt gevraagd om in Daryll-Ann te gaan drummen: “Ik vond dat altijd een stel homo’s in tuinbroeken.” Luister naar de hele aflevering van Ziel en Zaligheid met Jeroen Kleijn.