Je moet voor de grap YouTube eens afstruinen op zoek naar het Nederlandse verleden op het Eurovisie Songfestival. De knulligheid van de 3JS, de geforceerde gekdoenerij van The Toppers, die maffe inzending met die indianentooi, er sprak overduidelijk uit: wij hebben geen idee wat we doen. Dat veranderde in 2013, toen Anouk met een stijlvol gearrangeerd nummer en zonder poespas de finale haalde, maar het veranderde echt toen Ilse DeLange en Waylon er een jaar later bijna met de trofee vandoor gingen. Het grote verschil: alle details kloppen. Kijk maar mee, seconde voor seconde.
Van seconde tot seconde: dit is waarom Douwe Bob zo goed was
Shot-voor-shot analyse van zijn drie minuten in de halve finale
Van een lelijk eendje dat steevast strandde in de halve finale is Nederland de laatste jaren uitgegroeid tot een serieuze kandidaat op het Eurovisie Songfestival. Ook dit jaar is een deel van het geheim de regie van de Vlaming Hans Pannecoucke, die ook de verbijsterend goede Common Linnets vastlegde. Maar wat maakt deze performance nu precies zo goed? Drie minuten vol kleine meesterplannetjes moesten leiden tot de grootste illusie sinds Houdini: dat we hier naar een echte liveband zitten te kijken.
00:12: Het eerste shot: het podium als een tikkende klok. Meteen valt op dat alles gebeurt binnen die cirkel. Een sterk contrast met zo’n beetje alle andere optredens, die juist groots zijn.
00:19: Het nummer begint met Douwe Bob op akoestische gitaar: “I’m going nowhere and I’m going fast. I should go and find a place and rest. I should go and find a place to lay my head tonight.” Niet bepaald vrolijk en energiek, een liedje over onthaasting, maar op de een of andere manier pakt het wel direct.
00:35 De band valt in. Douwe Bob pakt de camera, zittend op die kruk, rechts op het podium. We zien hem nu voor het eerst goed. De band is duidelijk aanwezig, maar nog in het donker. Opvallend lang shot, dat helemaal doorloopt in het eerste opvallende moment.
00:48 Het eerste pre-chorus: Douwe Bob staat op na zijn laatste woord en komt precies op tijd aan bij de tweede microfoon, die midden op het podium staat. De band is nu ook uitgelicht en de song opgebloeid. Die pre-chorus is de grote kracht van het nummer, en dat lange shot zet de toon voor de hele registratie: het oogt kalm en geduldig, waarmee in dit geval controle uitgestraald wordt.
00:55: Even een guitige blik naar rechts, waar Jan-Pieter Hoekstra tweede stem zingt. Juist dat naar elkaar kijken bevestigt het live gevoel, en dat blijkt bij veel shots die volgen de bedoeling. Het is ook een unique selling point, want van alle inzendingen dit jaar waren er eigenlijk maar vier die zich profileren als een band, de rest is veelal een zanger of zangeres alleen, soms met dansers of een paar muzikanten die meer los staan. Van die vier bands (Montenegro, Cyprus en Georgie waren de andere) komt Douwe Bob veruit het meest natuurlijk over. Het beeld van hem als ‘echte’ muzikant werd ook buiten het evenement zelf versterkt door hem te positioneren als baas van een muziekkroeg, waar elke avond gemusiceerd wordt. En dat terwijl het natuurlijk helemaal niet echt live is: bij het songfestival wordt wel live gezongen, maar de band staat gewoon op de band.
01:02: Dan een frontaal shot van Douwe Bob, die even zijn wenkbrauwen omhoog doet. Hij is niet alleen een echte muzikant, maar ook een pretty boy. Hij pakt de camera graag en goed. Vergelijk dat eens met Anouk drie jaar terug: zij keek geen moment in de camera, stond veelal met de ogen gesloten op te treden, en deed het meer voor de zaal dan voor de tv. Douwe Bob is 100% gericht op de kijker thuis. Bij Trijntje Oosterhuis vorig jaar zag je bij elk frontale shot een twijfel in de ogen die Douwe Bob vreemd lijkt.
01:05: Net voor de key line ‘You gotta slow down’ werpt Douwe Bob zijn hoofd opzij naar links en pakt hij een volgende camera. Dit shot duurt een fractie van een seconde, maar het is wel belangrijk. Dit momentje doet denken aan de manier waarop Waylon tijdens de performance van The Common Linnets heel even de camera pakte vlak voor die achter het hoofd van Ilse DeLange langs draaide. Zodra de zanger een fractie van een seconde later weer achter haar vandaan kwam, was zijn blik alweer gericht op haar ogen. Iets als dit kun je alleen maar doen als de shots van seconde tot seconde vast staan. Dat kan tegenwoordig bij dit soort hele grote tv-shows, dankzij een systeem als CuePilot. Handmatig is een supersnelle blik als deze nauwelijks te regisseren. Hieronder zie je hoe dat in zijn werk gaat.
01:21: Een tegenshot van achter de drummer, met ook nog eens tegenlicht. Dit is een typisch liveshot dat we kennen vanuit festivalregistraties. Als regisseur laat je ermee zien dat je goed gevoel hebt voor de muziek.
01:24: Het tweede couplet begint, de camera swingt van links achter naar voren. We zien drummer Bram Hakkens en bassist Jeroen Overman, allebei in pak, dan JP Hoekstra met een soort heupwieg. De camera draait vervolgens helemaal door naar Douwe Bob, die tactisch even wacht voor ie de camera pakt. En dat vervolgens heel zwoel doet.
01:35 Dan het money shot van toetsenist Matthijs van Duijvenbode, die met zijn Jagger-look en karakteristieke hoed tweede stem zingt. Let vooral op hoe precies dit shot valt met het belangrijkste piano-aanzetje dat het nummer kent, en ook op het quasi-nonchalante handje bij de laatste noot, waarmee hij uitstraalt meester te zijn over zijn pianopartij. Ook hier: een accent op muzikantschap.
02:08: Tijd voor de gitaarsolo van JP Hoekstra, die ook zijn zwoelste blik opzet. De camera draait helemaal om hem heen en draait open voor een kort momentje met de bassist achter hem. Je ziet dit bij live shows ook veel, die interactie van een solerende gitarist met een mede-bandlid. Vaak is dat overigens de zanger, maar die is hier uit beeld verdwenen. Op weg naar zijn finest moment.
02:19: Dit is de killer: Douwe Bob blijkt tijdens die 10 seconden gitaarsolo naar een tweede, nog intiemer podiumpje gerend te zijn. Er volgt een paar seconden helemaal niets. Precies waar de song over gaat: het verlangen om even uit de hectiek te stappen en alles stil te laten vallen. Op een filmpje van Milad Hosseingholikhan (Universal) vanaf de tribune is te zien hoe hard Douwe Bob moest rennen om op tijd te zijn.
02:19: We zien Douwe Bob nu eerst van achteren, gitaar nonchalant op zijn rug als de ‘travelling musician’. Iconisch beeld, dat versterkt wordt doordat de camera omhoog gaat en in de zaal lichtjes aangaan. Dan van voren met licht loensende blik en een ondeugend lachje. Luid gejuich klinkt en Douwe Bob reageert op iemand in de zaal: “I love you too baby”, op Elvis-achtige wijze. We zien dit bij festivalshows ook veel, vaak bij de hit, een minuut of tien voor het slot. In principe is het natuurlijk altijd van tevoren bedacht, maar toch ervaart het publiek het vaak als spontaan en als een bijzonder en intiem moment. Zo werkt het hier ook: een sterk maar nogal degelijk liedje krijgt nu precies het bijzondere ingrediënt dat het miste. Het wapen: het live-gevoel. Regisseur Hans Pannecoucke vertelde dat zelfs was overwogen Douwe Bob te laten crowdsurfen, maar dat bleek toch te riskant.
02:31: De band zet weer in met het derde refrein: “Slow down brother.” Douwe Bob gaat licht door zijn heupen, wordt omgeven door zwaaiende vlaggetjes. Leuk detail: je hoort de akoestische gitaar die Douwe Bob op zijn rug heeft gewoon doorspelen. Maar het werkt wel: dit voelt als een ererondje van een winnaar. Wat technisch opvalt: er zit een aantal embedded shots in, hand held (en dus een beetje shaky) geschoten van tussen de mensen. Douwe Bob verdwijnt half achter het publiek - en je hebt ineens het gevoel dat je van tussen de mensen staat te kijken.
02:54: Nog een laatste keer het refrein met enkel akoestische gitaar. Douwe Bob laat het publiek weer los, wordt van onderen gefilmd met een lamp achter zijn schouder die werkt als een soort aureool. Langzaam gaat het shot omhoog, zodat je bij de laatste woorden weer de vlaggetjes zit. En dan, je moet maar durven: die knipoog als besluit. Hij blijft opvallend lang in beeld, waardoor je de ontspanning ziet, ook zo’n typische live-registratie-truc.
Of ie hiermee het Russische bombast en de Kroatische glitters verslaat zullen we vanavond weten, maar de stukjes van het meesterplan vallen tot nu toe geweldig op hun plek.