Het outdoor dance-seizoen begint op Soenda Festival 2016

Max Cooper excelleert, maar de techno wint

Atze de Vrieze ,

‘Zusje, als je me zoekt: ik zit achter op het veld te chillen.’ Send. Het is een vrolijk slagveld bij het grote podium van Soenda, een van de eerste outdoor festivals van het seizoen. ‘Don’t stop, don’t stop’, laat techno veteraan Chris Liebing over het bomvolle veld rollen. ‘No sleep’, galmt het na. Nog een keer richten een paar duizend mensen zich op voor de fel verlichte houten stellage. De lente is rijp!

Al voor de achtste keer vindt in Utrecht het Soenda festival plaats, net buiten de ring bij Overvecht. Met 15.000 bezoekers is het meteen het grootste dance-festival van de stad. Misschien komt het door die amper dertig kilometer die je maar hoeft te reizen naar Amsterdam, waar het stikt van de festivals. Soenda trekt een breed publiek dat vooral uit de regio lijkt te komen (al hoor je ook zomaar ineens een woordje Spaans of Frans), van studenten en hipsters tot dertigers en gespierde jongens van het type stukadoor. Hoe dan ook: Soenda heeft zijn plek veroverd, en zeker de laatste edities heeft het een steeds spannender line-up. Naast grote techno-dj’s als Chris Liebing en Len Faki is er ook veel fijnproeversmuziek te vinden. 

Vroeg op de dag bijvoorbeeld is er de luchtige disco en pittige house van Motor City Drum Ensemble, die ook verrast met een soort Arabische italo-track. Dat blijkt een trend vandaag: Engelsman Midland vouwt een Arabische vocal over een verder vrij kale track van Ploy, en Nijmegenaar Satori bouwt verderop een downtempo liveset met veel Arabische invloeden. Het is Noord-Ier Max Cooper die aan het begin van de avond tekent voor de meest geslaagde set aan de subtiele kant van het festival. Cooper draait een dj-set, maar zit hij de hele tijd zijn eigen tracks Walls en Woven Ancestry (Lusine-remix) te treiteren: voortdurend duwt hij de beats omver, en als ze opgekrabbeld zijn nog eens, waardoor zijn open, melodieuze stijl een eigenwijs IDM-randje krijgt. Mooi om te zien hoe zijn lef wordt beloond. Van een toegankelijke melancholische track van Kiasmos gaat hij naar een beatloze ambientcompositie van Nils Frahm die prachtig uitpakt, om de tent uiteindelijk te belonen met een heerlijke Maceo Plex-achtige klapper en Aphex Twins Windowlicker. Dit is echt DE set van de dag voor wie verrast wil worden.

De prestatie van Max Cooper is des te opvallender omdat de subtiele muziek het in de loop van de dag toch steeds moeilijker krijgt. Midland bijvoorbeeld ziet een deel van zijn publiek weglopen, en als hij een half uur voor het einde zijn kakelverse hit Final Credits dropt - een heerlijke euforische housetrack met een discosample - kijkt ie toch een beetje vertwijfeld. Overal in de clubs wordt die track lyrisch ontvangen, maar op een festival is het kennelijk niet meteen een inkopper. En ook Mano Le Tough, in Amsterdam aanbeden, komt er hier niet aan te pas. De flinke Soembawa tent puilde uit voor zijn voorganger Kolsch, die het zijn publiek niet al te moeilijk maakte met zijn Kompakt-house in stadionstijl, maar zodra hij klaar is vertrekt meer dan de helft naar de twee andere grote podia. Mano Le Tough probeert nog terug de diepte in te gaan en hij vertrouwt op zijn eigen stijl, maar hij krijgt de tent niet meer vol.

Eigenlijk hing dat de hele dag al in de lucht: de meeste mensen hier komen voor de techno. Op het grote hoofdpodium wordt al vroeg stevig gedraaid, de kleinere tent aan de andere kant is de hele dag veel spannender. Duisterder ook. Vroeg op de dag zien we daar de Fransman Polar Inertia. Het is feitelijk een duo, maar een van de twee schijnt zich niet senang te voelen op het podium en de optredens aan de ander over te laten. Die ander kennen we ook als Voiski, en wat hij vandaag brengt is extreem onaangenaam en trippy. Ondersteund door onheilspellende zwart-wit-visuals bouwt Polar Inertia een set die schuurt en wringt, en daar krijgt ie nog behoorlijk wat mensen voor op de been. Hulde aan degenen die de fletse formuletechno op het hoofdveld inruilen voor deze gure poolwind. 

Liefhebbers van deze stijl kunnen twee uur later hun hart ophalen bij Voices From The Lake, dat nog veel meer apparatuur mee het podium op gesleept heeft, waaronder een Roland 909 drumcomputer en een modular synthesizer. De twee - Donato Dozzy en Neel - hebben niet die typische gespierde Napolitaanse look, maar ogen eerder als natuurkundeleraren. Het past bij hun muziek, die diep en subtiel is. De afsluiters in deze tent zijn twee Engelsen: Blawan en Pariah. We kennen ze ook als Karenn, maar die naam dragen ze alleen als ze met net zo’n live set-up komen als Voices From The Lake, terwijl ze vandaag als dj-duo aantreden. Zeer spannende set: hard en rauw, maar met veel ruimte in het geluid.

Zo is Soenda typisch zo’n festival waar de organisatie gretig diepgang en subtiliteit probeert te zoeken, maar waar het publiek nog niet helemaal wil volgen. Gelukkig is daar nog altijd Chris Liebing, die als afsluiter laat zien dat techno ook kraakhelder en simpelweg overweldigend kan zijn. Nog een laatste keer wordt de ijskraam geplunderd, en met de flesjes water in de handen geklemd alsof het een estafettestokje is, verzamelt iedereen zich voor het hoofdpodium. Liebing werkt min of meer op dezelfde manier waarop we het Max Cooper eerder op de dag hebben zien doen: geen genoegen nemen met het simpel in elkaar over laten gaan van de ene plaat aan de ander, maar voortdurend dingen toevoegen en manipuleren. Voortdurend staart hij vanaf zijn enorme mixer naar zijn Traktor-scherm, dat vol staat met geluiden die hij kan tweaken. Zijn stevige armen vol met sierlijke tatoeages spannen zich aan, en Liebing glimlacht breeduit. ‘Don’t stop.’