George Martin gebruikte de studio als instrument, maar wat is dat eigenlijk?

Een blik op de nalatenschap van een iconische producer

Sjoerd Huismans & Flip Kloet ,

'De vijfde Beatle', George Martin, wordt geprezen om de manier waarop hij de studio gebruikte als een instrument. De legendarische Beatles-producer overleed vandaag op 90-jarige leeftijd. De studio was voor hem niet alleen de plek waar opgenomen werd, maar een muzikaal laboratorium waar instrumenten dienden als de reageerbuis voor nieuwe muzikale experimenten. Hoe kreeg Martin dit voor elkaar en hoe kreeg hij zijn herkenbare sounds op band? We spraken met de Utrechtse producer Martijn Groeneveld en Bart van Poppel, toetsenist van The Analogues, die net een Beatletribute-tour achter de rug heeft.

Martijn Groeneveld is al vijfentwintig jaar producer en werkte samen met een lange lijst van artiesten, waaronder Blaudzun, John Coffey, Dotan en won diverse prijzen met zijn producties. Groeneveld bewondert George Martin als visionair. Hij vertelt dat er belangrijke ontwikkelingen speelden in studioland op het moment dat Martin met de Beatles werkte.

“George Martin maakte daar op een innovatieve manier gebruik van. Waar voorheen alles in een keer opgenomen werd op één audiospoor, ging door de komst van de multitrack-opnameapparatuur en synthesizers een nieuwe wereld open voor producers. Op Sgt Pepper Lonely Hearts Club Band, White Album en Magic Mystery Tour hoor ik het meeste experiment terug. Bij Abbey Road zoekt hij het veel minder in het experiment, maar maakt hij meer gebruik van de nieuwe middelen die dan beschikbaar zijn. Het is zijn technisch best klinkende Beatles-plaat, maar wel het minst uitgesproken als het om productie en gebruik van een studio als instrument gaat.”

Het experimentele karakter van Martin komt volgens de Utrechtse producer heel goed naar voren in het nummer Sgt. Pepper Lonely Hearts Club Band. “Daar gebruikt hij bijvoorbeeld applaus en gelach als instrument. Dat was voor die tijd heel controversieel.” Over de rol van de producer als vijfde bandlid verelt hij: “Je hebt aan de ene kant producers die wat meer afstand houden en gewoon zorgen dat de muziek er zo goed mogelijk op komt te staan. Aan de andere kant heb je de hands-on producer die zich mengt in het hele proces van het album. George Martin was zonder twijfel zo'n producer.”

"Geen idee hoe ze dat gefixt hebben"
Toetsenist Bart van Poppel (voorheen o.a. Duplex Johnson, Tambourine, Loïs Lane) probeert tegenwoordig met de band The Analogues de nummers van The Beatles zo natuurgetrouw mogelijk tot leven te brengen. De invloed van Martin is dan nooit ver weg, zegt hij. “Er zijn talloze voorbeelden, maar we hebben nu net The Magical Mystery Tour gedaan, daar hoor je erg veel George Martin in de arrangementen. Alleen al I Am The Walrus, die violen en strijkers. Of de piano-solo in Lovely Rita, hij speelde zelf ook veel in. In zoveel nummers zit zijn signatuur.”

“Het meest bijzonder vind ik hoe hij alle wensen van McCartney en Lennon toch altijd vorm wist te geven, hoe veeleisend met name de laatste ook was. Een bekend voorbeeld is Strawberry Fields: daar waren twee versies van die totaal niet op elkaar leken. Lennon kon niet kiezen, hij vond ze allebei fantastisch en wilde ze aan elkaar hebben. Totaal ondoenlijk, maar ze hebben het ’s nachts op een of andere manier toch voor elkaar gekregen. De ene versie is versneld en de ander vertraagd, maar dan nog zit je met het probleem van de toonhoogte. Geen idee hoe ze dat hebben gefixt.” Toen The Beatles eenmaal gestopt waren met optreden, kon Martin pas echt losgaan. Van Poppel: “Toen kon hij alle klassieke invloeden erin kwijt, Abbey Road zit vol klassieke instrumenten. Met The Analogues proberen we in feite het werk van Martin te reproduceren. Dan zie je vanzelf wel hoe groot zijn invloed was. Wat mij betreft is die titel van vijfde Beatle volledig terecht.”

The Making of "Tomorrow Never Knows" from Tad Was Here on Vimeo.

Van studio naar het podium
Groeneveld haalt vandaag de dag nog veel inspiratie uit het werk van Martin en de Beatles. Wel is het werk in zekere zin veranderd, omdat technische mogelijkheden tegenwoordig oneindig zijn. “De techniek zorgt ervoor dat je alle kanten op kunt. Dat was vroeger natuurlijk wel anders, vooral tijdens het maken van de eerste albums van de Beatles. Details als het opnemen van drums op een monokanaal is iets dat vandaag ook nog gebeurt. Zo kopieerde De Staat die methode bijvoorbeeld op hun nieuwe plaat om de juiste sound te krijgen.”

The Analogues gaan nog een stapje verder dan de door George Martin gebruikte technieken toepassen in de studio: zij proberen het live op het podium te doen. “Tegenwoordig lukt het aardig, we zijn nu met Sgt. Pepper’s begonnen, ook geen makkelijk album. We hebben wel alle goede gitaren, die The Beatles zelf ook  gebruikten. Aan het begin maakten we nog wel gebruik van samples, maar die proberen we nu helemaal uit te bannen, we willen eigenlijk niets digitaals gebruiken. Elke keer vinden we er weer iets bij, ik heb bijvoorbeeld net de goede mellotron voor bijvoorbeeld Strawberry Fields en Flying uit Engeland gehaald. Dan kan er weer iets uit. We hebben ook een Lowrey-orgel uit de VS, een gigantisch ding dat we maar in één nummer gebruikten. Voor Sgt. Pepper’s hebben we hem gelukkig op twee nummers nodig.”