Fans rouwen om David Bowie in Groninger Museum: “We hebben helden nodig”

David Bowie Is-expositie bij uitzondering op maandag geopend

Sjoerd Huismans, met dank aan Jesse Havinga ,

Normaal gesproken is het Groninger Museum gesloten op maandag, maar na een koortsachtige maandagochtendvergadering werd besloten om de David Bowie Is-expo open te gooien voor de fans. Van een overzichtstentoonstelling werd het zo een bijzondere herdenking van een icoon uit de popmuziek. “Hij heeft het laatste moment van zijn leven nog tot in de puntjes naar zijn hand kunnen zetten.”

De bejubelde Bowie-expo David Bowie Is, oorspronkelijk samengesteld door het Victoria and Albert Museum in Londen, is vanaf vorige maand te zien in het Groninger Museum. Door het onverwachte overlijden liep het maandagochtend ineens storm op de site – even lijkt het zelfs of álle tickets voor de komende maanden al zijn uitverkocht. Op deze onverwachte sterfdag van Bowie gaat het museum om 12 uur ’s middags open. Bezoekers kunnen gewoon bij de kassa een kaartje kopen, het is niet eens heel druk in het museum.

“Blackstar is een stempel op zijn leven”
Moeder en dochter Vicky (49) en Mila (15) hebben de tentoonstelling in Londen al eens gezien, maar zijn vandaag speciaal ervoor teruggekomen. Vicky: “Zij was toen nog drie jaar jonger, en had nog niet zo heel veel van Bowie meegekregen. Heel lang in de rij gestaan.” Mila: “We waren er ’s middags om 12 uur, en konden om 18 uur pas naar binnen.” Vicky: “Zij was helemaal onder de indruk. Dat vind ik mooi, dat ook een nieuwe generatie zo geraakt wordt door zijn vernieuwingsdrang. Het is misschien geen muziek die jonge meiden van nu direct inspireert, als je een jaar of 12, 13 bent, maar toch was zij geraakt.” Mila: “Het was een heel bijzonder mens.” De twee besloten vanochtend nog een keer te gaan, nadat ze hoorden dat Bowie was overleden. Vicky: “Ik vind het eigenlijk heel pathetisch om hier zo geëmotioneerd van dit soort dingen te raken, maar toch ben ik echt verdrietig. Raar eigenlijk. Hij heeft zelfs het laatste moment van zijn leven nog tot in de puntjes naar zijn hand kunnen zetten, met Blackstar heeft hij een soort stempel op zijn leven kunnen zetten. Dat is weinig mensen gegeven. Ik vind het een gemis, zeker in deze tijd waarin allerlei sentimenten opkomen waar ik huiverig voor ben. En dat dit soort mensen verdwijnt. We hebben helden nodig.” 

“Ineens hoor je een kunstenaar die er niet meer is”
Andreas Blühm, directeur van het Groninger Museum heeft al meerdere mensen huilend door de tentoonstelling zien lopen. Hij besloot vanochtend het museum open te gooien. “Met dit scenario hadden we absoluut geen rekening gehouden. Afgelopen vrijdag hebben we zijn verjaardag nog uitgebreid gevierd, dat weet je van tevoren. Op de plaat die hij op zijn verjaardag uitbracht, Blackstar, hoor je wel dat hij met het einde bezig was. Maar dat het twee dagen later zo ver zou zijn, daar had niemand rekening mee gehouden. Vanochtend hadden we een kwartier nodig om te besluiten dat we vandaag bij uitzondering open zouden gaan, morgen gaan we verder bedenken hoe we op alle nieuwe aandacht gaan anticiperen. De tentoonstelling staat verder zoals hij is – die is zo goed, daar hoeven we niks aan te doen. Het maakt voor de tentoonstelling zelf niet veel uit of het over een levende of dode artiest gaat. Onze technicus zet elke ochtend alle apparaten aan, en laat de muziek klinken. Vandaag doet ie alles aan, je hoort overal Bowie. Maar ineens is het een kunstenaar die er niet meer is, dat was voor hem heel bizar.” Blühm weet nog niet of de tentoonstelling (in principe nog tot 13 maart te zien) verlengd gaat worden vanwege de nu nog grotere belangstelling; dat hangt af van de organisatoren en de bruikleengevers van de tentoongestelde stukken. 

Requiem
Eenmaal binnen bij de tentoonstelling blijkt dat veel mensen inderdaad duidelijk geëmotioneerd raken door alle beelden van Bowie, maar ook staan bezoekers wel degelijk mee te swingen met de muziek. Nu David Bowie Is plotseling over een dode kunstenaar gaat, blijkt pas hoe geschikt de tentoonstelling is als requiem. De hele geschiedenis van Bowie wordt immers behandeld, van zijn verveelde jeugd in Zuid-Londen, zijn ongebreidelde drang om een artiest  - in welke discipline dan ook - te worden tot zijn extravagante kostuums en vele personages, van Ziggy Stardust tot The Thin White Duke. David Bowie had een immense invloed op de popcultuur maar was anders dan veel andere artiesten geen moralist – alleen al compromisloos te zijn wie hij wilde zijn was choquerend genoeg voor de conservatievelingen. Meerdere van zijn androgyne albumcovers werden gecensureerd in de VS; denk aan Diamond Dogs, waarop Bowie als een soort tweeslachtig half mens/half paard de cover siert. Zoals bij de entree staat geschreven: ‘David Bowie liet ons zien dat we konden zijn wie we wilden zijn.’ Ook is er aandacht voor zijn baanbrekende videoclips, van Life On Mars (1973), Ashes to Ashes (1980) tot zelfs het recente Blackstar. Lazarus, de video waarin David Bowie zijn eigen dood blijkt aan te kondigen is helaas niet te zien. 

“Het is ook een bevrijding”
Bij de tentoonstelling zijn met name gepensioneerden en studenten voor wie het wat gemakkelijker is op maandag naar het museum te gaan. Onder hen zijn bezoekers met bijzondere verhalen over Bowie – zoals Menno Haanstra (66), die in 1973 aan het opnemen was in de Ludolph Studios in Nederhorst den Berg. “Ik stond in de ene studio opnames te doen, David Bowie in de andere. Ik was leadzanger in een net beginnend bandje. Bowie was het nummer Rebel Rebel aan het opnemen. Dat vertelden ze ons, ik heb hem niet gezien. Het was wel een leuke gedachte, wij zitten hier en hij daar. Gelukkig is het met mij niks geworden – ik ging weer reizen - hij werd natuurlijk wereldberoemd. Hij is dood, ik moet nog. Ik was gister aan het fietsen en dacht: weet je wat, ik ga naar Groningen. Als hij niet was overleden, was ik ook gegaan en had ik voor een dichte deur gestaan. Heel typisch, misschien was het een seintje. Het is heel raar om hier nu te zijn, inderdaad. Met name aan Station to Station heb ik veel herinneringen. Wetende hoe hij dacht en hoe hij was, is het niet erg dat hij heen is gegaan na 18 maanden strijd. Het is ook een bevrijding, zo moeten we het zien.”