Vanaf de allereerste editie was Dekmantel uitverkocht, vanaf de tweede stond het eigenlijk al internationaal op de kaart. Is het festival ‘af’?
‘Nee, ik denk dat er wel een paar jaren overheen gaan voor je zo’n gevoel hebt. Je zou het festival elk jaar hetzelfde kunnen houden en alleen de invulling variëren, je zou het kunnen laten groeien, en je kunt iets nieuws toevoegen. Voor die laatste optie kiezen wij. We willen onszelf blijven kietelen. Vorig jaar al deden we op de openingsdag twee concerten in het Muziekgebouw Aan ’t IJ, Manuel Gottsching en Autechre, twee shows die naar ons idee niet zo tot hun recht zouden komen in het Amsterdamse Bos. Dat beviel heel goed.’
Nu is er dus een meer volwaardige festivaldag, in meerdere venues rond het IJ?
‘Ja, we zijn verder gaan praten met het Bimhuis, om te kijken of we meer shows konden doen. Al snel ontstond het plan om ook Tolhuistuin en EYE erbij te betrekken. Daar bleek al een tijd een wens te zijn om de locaties met elkaar te verbinden, maar er was nog niet echt een idee dat genoeg draagvlak had. Het is natuurlijk ook niet gemakkelijk: je kunt niet op de fiets stappen om van A naar B te gaan, dus we zetten bootjes in tussen het Muziekgebouw en EYE. Het is ook veel ingewikkelder programmeren dan het normale festival. Je hebt te maken met verschillende zaalcapaciteiten, dagkaarten, passe partouts.’
Kun je je voorstellen dat je die openingsdag met acts als Tony Allen, Azymuth en James Holden met band laat uitgroeien tot een zelfstandig evenement?
‘Nee, dat zie ik niet gebeuren. Ik zie het meer als een verbreding en verdieping van ons aanbod. Misschien kan het wel groeien, met meer acts en meer locaties, misschien wel meer dagen. Ik zie er geen winst in om het los te koppelen. Het is juist mooi dat alles elkaar beïnvloedt. Zo hebben we momenteel een succesvolle serie releases die voortkomen uit de UFO tent op het festival, met de meer duistere muziek, platen van o.a. Voiski, Randomer en binnenkort Marcel Dettmann. We hebben net de eerste Selectors compilatie van Motor City Drum Ensemble uitgebracht.’
Dekmantel: uitgebreidere openingsdag, mini-festival in Kroatië, geen ADE
‘We willen onszelf blijven kietelen’
Al maanden is de vierde editie van Dekmantel Festival (4-7 augustus) uitverkocht. Dat het programma weer steengoed is begint langzamerhand ook te wennen. En toch is er genoeg om over te praten met Thomas Martojo. Hoe zit het bijvoorbeeld met die uit de kluiten gewassen openingsdag? En met dat festivalletje in Kroatië? Wat mogen we verwachten op ADE? En kan het charmante Lente Kabinet nog wel bestaan nu de ambities van Dekmantel tot over de grens reiken?
Het Selectors podium was een van de meest interessante plekken op het festival de laatste twee jaar. Het is nu uitgegroeid tot een apart festival in nota bene Kroatië, aanstaande september. Waarom daar?
‘We hebben de afgelopen jaren al heel wat aanbiedingen gekregen om een Dekmantel Festival te doen op een andere plek in Europa, maar we hebben daar tot nu toe altijd voor gepast omdat we geen toegevoegde waarde zagen. Dan zou je zeggen: waarom dan wel in Kroatië? Maar wij denken dat Selectors Festival iets heel anders is. We zoomen in op iets dat we zelf heel leuk vinden. Het wordt een vijfdaags festival met 70 artiesten voor 1500 mensen. Het slaat natuurlijk helemaal nergens op, dat zijn evenveel mensen als we vroeger in het MC Theater trokken. Je moet er dan ook niet meer van maken dan het is: een soort vakantie met vrienden en dj’s.’
Wat is voor jou de definitie van een ’selector’?
‘Een selector is een dj die bijzonder draait, die veel soorten muziek aan elkaar mixt. Het hoeft niet per se een vinylpurist te zijn die alleen maar platen van 300 euro draait. Wij zijn opgegroeid in een tijd waarin dj’s een stijl kozen en daar aan vasthielden. Je was type A, type B of type C. De afgelopen tien jaar hebben we dat zien open breken. Hoe dat komt? Ik denk dat nieuwe media daar een rol bij spelen. Alles is zoveel toegankelijker geworden. Jij staat op een feestje waar een dj een sicke plaat draait, je neemt het op met je telefoon en zet het op een Facebook forum. Binnen twee dagen heb je een track ID, de volgende dag bestel je hem bij een webwinkel. Het is makkelijk en betaalbaar geworden.’
Wie zijn de pioniers van deze ontwikkeling?
‘Theo Parrish is op dit gebied heel invloedrijk geweest. Ik kan me nog goed herinneren dat ik voor het eerst een set van hem hoorde, online. Ik wist dat hij een cult following had en dat ik het heel goed moest vinden, maar ik snapte er helemaal niets van. Hij draaide alle stijlen en tempo’s door elkaar. Ik had nog nooit zoiets gehoord, ik was gewend een rechte lijn te kiezen. Pas toen ik hem voor het eerst aan het werk zag als dj was ik om. Dat heeft diepe indruk op me gemaakt. Door dit soort dj’s leer ik voortdurend nieuwe muziek kennen. Dan blijkt er weer een gespecialiseerd in Caribische muziek van voor 1970, of in het Midden-Oosten of Bollywood. Dat is toch veel inspirerender dan op een website kijken wat de techno top 10 is en het daar mee doen?’
Krijgt de Selectors compilatie van Motor City Drum Ensemble een opvolger?
‘Dit is voor Dekmantel Records het drukste jaar ooit. We hebben al 30, 35 releases dit jaar, dat is echt ongelofelijk veel. De bedoeling is zeker dat er ook meer Selectors compilaties komen. De tweede wordt van Young Marco, we zijn ook bezig met o.a. Ben UFO, Joy Orbison en Marcel Dettmann. Maar het valt niet mee om al die licensing te doen. Je kunt zomaar acht maanden bezig zijn en twee tracks binnen hebben. Motor City Drum Ensemble heeft zelf via via een priester in Arkansas opgebeld, die vroeger onder een andere naam gospel maakte. De dj’s willen elkaar natuurlijk allemaal overtreffen met de meest gekke muziek, maar dat is natuurlijk ook het mooie.’
Het afgelopen jaar was ook voor jullie eigen dj-carriere als Dekmantel Soundsystem. Jullie hebben veel internationaal gedraaid, tot in Japan, Australië, Zuid-Amerika en de VS. Hoe beviel dat?
‘Het was heel leuk omdat we zoveel mensen hebben ontmoet waar we een mooie relatie mee opbouwen. Alle showcases waren succesvol, de meeste uitverkocht. Natuurlijk zijn dat geen sporthallen van 4000 man met co2-kanonnen, maar het is heel erg leuk om te zien dat in steden over de hele wereld plekken voor 500 mensen te vinden zijn die open staan voor net wat moeilijkere muziek als Juju & Jordash. Dat is toch anders dan een heel jaar door Nederland trekken.’
Je hebt het over relaties opbouwen in het buitenland. Eerder zei je dat je een tweede Dekmantel Festival in Europa niet ziet zitten. Daar buiten? Amerika bijvoorbeeld is een gapend gat.
‘Zeker. We hebben daar een tour gedaan, en dat was heel leuk, maar als we daar een festival zouden willen doen, moet je zoveel naar een kant hellen om aansluiting te vinden. Je moet eerder kijken waar mensen open staan voor bepaalde muziek en waar het aanbod niet zo groot is. Wat we in elk geval niet willen is van Dekmantel een franchise maken: hier is het draaiboek, dit zijn de regels, wij krijgen dit aandeel. Maar als we promotors in goede steden tegenkomen, zie ik wel voor me dat we leuke dingen kunnen doen.’
Wat betekenen al die internationale ambities voor Lente Kabinet, jullie sympathieke, net wat kleinschaliger festival in het voorjaar? Staat dat onder druk?
‘Ik kan me voorstellen dat je dat denkt, maar het tegendeel is waar. In jaar twee en drie hadden we het moeilijk met Lente Kabinet. Het kostte enorm veel tijd en moeite om ons verhaal over te brengen, terwijl dat met Dekmantel Festival als vanzelf ging. Dit jaar en vorig jaar ging het geweldig met Lente Kabinet. De productie staat, het publiek komt. Dit jaar hebben we het voor het eerst zonder echte headliners gewerkt. Natuurlijk waren we met een paar grotere namen in gesprek, maar toen die niet door gingen, hebben we het zonder geprobeerd. Het was goed om te merken dat dat dus gewoon goed gaat. We vinden het zelf ook spannend om daar opkomende namen te boeken. Vorig jaar had iedereen het over Black Madonna, nu over Shanti Celeste. Als Lente Kabinet die rol heeft, onderscheidt het zich ook automatisch van Dekmantel Festival, waar veel meer bekende dj’s komen.’
Wat gaan jullie met ADE doen?
‘Niks. Helemaal niks. Sonar hebben we dit jaar ook overgeslagen. Het kost heel veel energie om iets bijzonders neer te zetten, omdat er zo’n groot aanbod is. Iedereen concurreert elkaar weg. Artiesten willen bovendien graag eigen labelshowcases organiseren. Dat vinden wij niet bijster interessant, want dan ben je als promotor redelijk inwisselbaar. Met ons eigen label is het moeilijk een plek te vinden waar je een vuist kunt maken. We hebben in het verleden zeker baat gehad bij ADE, maar ik merkte dat iedereen nu een beetje opgelucht was toen we besloten ons op andere dingen te concentreren. Het zijn luxeproblemen.’