De ene bezoeker heeft er al vijf dagen ADE opzitten, de ander slechts het weekend. Maar op zo’n zondagavond moet je je zelf wel even een schop geven om naar Radion te fietsen. Niet dat veel mensen zich daardoor hebben laten tegenhouden, want de rij voor de club diep in nieuw-west is lang. De pittige fouilleringen maken de rij nog wat langer.
Eenmaal binnen houdt Theo Parrish duidelijk rekening met de extra lange opstarttijd die z’n publiek nodig heeft. Rustig de kou van je afschudden, je nog eens uitrekken, een Club Mate naar binnen gieten. Of een bekertje wodka, als je in een stoere bui bent. Ondertussen plaagt de Detroitse dj met stroperige house, waar hij de climaxen van wegdraait, voorzichtig op gang komende funk en traag schurende techno die je oren meer en meer opent. Precies als het rond twee uur voor het eerst echt vol lijkt in de grote zaal, gooit hij plotsklaps het gas erop. Een gillende gitaarsolo gaat de strijd aan met een enorm blik strijkers in een discotrack die zeker drie tempo's hoger ligt dan alles ervoor. Je voelt de energie bij iedereen uit de voeten opkomen. Met elke track die Parrish er in het blokje overheen legt begint het meer te kolken, om met The Isley Brothers’ ‘Live it Up’ echt te ontvlammen. Van rustig meedeinen naar zo hard dansen dat de plaat meerdere keren overslaat, in amper een kwartier. Parrish kan nogal eens chagrijnig zijn, maar dit overslaan is voor hem de graadmeter dat het goed zit. Grijnzend buigt hij over zijn tafel heen, om de dansers op de voorste rijen te salueren en te high fiven. En als Theo grijnst, dan weet je dat het goed zit.
Ondertussen duiken rond de booth steeds meer bekende dj’s op die ADE ook hier willen afsluiten. De meest in het oogspringende is Marcellus Pittman, stadsgenoot die samen met Theo Parrish, Moodymann en Rick Wilhite de legendarische Detroit supergroep 3 Chairs vormt. Telkens als Parrish er weer vanuit zijn ellebogen een echte klapper indraait, springt Pittman als een puppy om zijn vriend heen. Juichend, frisse lucht toewuivend, en vooral schaterlachend. Dat zijn de momenten dat Parrish zelf de knoppen loslaat, zijn serieuze schuine blik even laat voor wat het is en zelf ook wild dansend door de booth gaat.
Het is absurd hoe vanavond de tijd wordt genomen. Hij staat natuurlijk voor acht uur geboekt, maar tegelijk zou je ook denken dat zo’n murw gebeukt publiek behoorlijk wat geweld nodig heeft om geboeid te blijven. Totaal niet. De blokjes vlammende disco wisselen zich af met soul waar Kanye West en Kendrick onlangs nog mee aan de haal gegaan zijn, keiharde spirituele jazz van bijvoorbeeld Pharoah Sanders, nieuwe r'&b, dub en reggaeklassiekers voor de momenten dat de ceremoniemeester zelf ook even een snaak op steekt, stormachtige percussieve tracks zonder climax. Natuurlijk veel zwarte muziek die de basis vormt van praktisch alle dance en populaire muziek, maar om 6 uur in de ochtend ook gewoon nog een Steve Reich-track. Het kan allemaal, en bijzonderder nog: Het publiek slikt het allemaal en gaat overal in mee. Het is iets waar Radion in uitblinkt, op zijn minst vanavond. Clubs kan je vaak opsplitsen in twee categorieën: met publiek dat enorm voor de muziek komt en dat minder met elkaar bezig is, of met publiek dat enorm met elkaar bezig is en de muziek als excuus daarvoor nodig heeft. Hier is het de combinatie, liefhebbers die het samen vieren. Veelzeggend is ook dat als om 7.15 het geluid tien minuten uitvalt, bijna niemand aanstalten maakt weg te gaan. Afhaken betekent dat ADE definitief voorbij is, maar ook dat je waarschijnlijk nog enorm veel moois gaat missen.
Parrish grijpt die stroomstoring aan om de avond voor het laatste blok te resetten. Hij is zo eigenwijs om niet verder te gaan met de euforische soulplaat die halverwege werd afgekapt, maar juist het tempo weer op nul te leggen. Minutenlang abstract gebliep en drumroffels van een drummer die groot werd met Miles Davis, om die over te laten vloeien in een jazzy vocoder cover van Nirvana’s Smells Like Teen Spirit. Nergens de makkelijke weg en geen moment dat dat iets uitmaakt. Het is ondertussen ruim acht uur nadat Parrish zijn eerste plaat oplegde, als hij afsluit met zijn eigen 'Going Through Changes' waar alle genres die Parrish vanavond samensmolt samen komen. Een ratelende drumcomputer, warme soultoetsen, funky zang en een trage house kick. Langzaam faden de drums in en uit, totdat alleen de kick over is, als de hartslag die onder alle muziek van de avond en heel ADE ligt. Een mooier einde had het festival niet kunnen wensen.